ECLI:NL:RBROT:2012:BY5731
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.J.P. van Essen
- P.H. Veling
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 december 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekers, dat niet-ontvankelijk werd verklaard. De verzoekers hebben hun wrakingsverzoek gebaseerd op uitlatingen, gedragingen en beslissingen van de rechter tijdens een zitting op 6 september 2012. Ondanks dat de verzoekers aanwezig waren op deze zitting, hebben zij het wrakingsverzoek pas op 17 september 2012 ingediend, wat volgens de vaste jurisprudentie te laat was. De wrakingskamer oordeelde dat een wraking onmiddellijk na het bekend worden van de feiten en omstandigheden dient te worden ingediend, met een korte beraadstijd als uitzondering. In dit geval was de termijn ruimschoots overschreden, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het verzoek.
De wrakingskamer heeft ook de argumenten van de verzoekers overwogen, die stelden dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was omdat zij de Nederlandse taal niet goed beheersen en pas na reflectie op de zitting tot het idee van wraking kwamen. De wrakingskamer was echter van mening dat, gezien de omstandigheden, van de verzoekers verwacht mocht worden dat zij het verzoek tot wraking binnen enkele dagen na de zitting hadden ingediend. De advocaat van de verzoekers was al eerder in de procedure betrokken, wat de verwachting versterkte dat het wrakingsverzoek tijdig zou worden ingediend. De conclusie was dat de verzoekers niet ontvankelijk waren in hun wrakingsverzoek, omdat zij niet voldaan hadden aan de vereiste termijn.