ECLI:NL:RBROT:2012:BY3760
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.J.P. van Essen
- H.J.M. van der Kaaij
- R.F. de Knoop
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek van getuige niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 21 november 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een getuige, die door de rechter-commissaris moest worden gehoord in een strafzaak. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. drs. S.J. Brunia, heeft de rechter-commissaris gewraakt. De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt wie een verzoek tot wraking kan indienen. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker, als getuige, niet behoort tot de groep van personen die een dergelijk verzoek kan indienen. Dit betekent dat de verzoeker niet in zijn verzoek kan worden ontvangen, ook niet op grond van de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, aangezien deze bepalingen zijn bedoeld ter bescherming van de verdedigingsbelangen van verdachten, en niet van getuigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een situatie waarin de getuige ook als verdachte kon worden aangemerkt. De beslissing om de verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en de toepasselijke wetgeving. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier J.A. Faaij.