ECLI:NL:RBROT:2012:BY3759
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.J.P. van Essen
- H.J.M. van der Kaaij
- R.F. de Knoop
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in civiele procedure
Op 21 november 2012 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingszaak waarbij verzoeker een wrakingsverzoek indiende tegen een kantonrechter. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter te nauwe banden zou hebben met de eiseres in een aanhangige civiele procedure. Verzoeker stelde dat de rechter de aanwezigheid van de directeur/opdrachtgever van eiseres niet had gelast, terwijl verzoeker wel ter zitting aanwezig was. Tevens werd aangevoerd dat de rechter een persoon ten onrechte als rechtshulpverlener van verzoeker had aangemerkt, wat volgens verzoeker de schijn van partijdigheid zou wekken.
De wrakingskamer heeft het griffiedossier van de procedure bestudeerd en de zaak behandeld op 7 november 2012, waarbij verzoeker zijn standpunt heeft toegelicht. De rechter heeft in zijn verweer aangegeven dat hij zich niet partijdig heeft gedragen en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die de vrees voor partijdigheid zouden rechtvaardigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is voor de gestelde nauwe banden tussen de rechter en eiseres en dat de rechter niet verplicht was om de directeur/opdrachtgever ter zitting te laten verschijnen.
De rechtbank concludeert dat de grieven van verzoeker niet aan de wraking ten grondslag kunnen worden gelegd, aangezien de wraking is ingediend op de zitting van 24 oktober 2012, terwijl het proces-verbaal pas op 30 oktober 2012 aan verzoeker is toegestuurd. De rechtbank wijst het wrakingsverzoek af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.