ECLI:NL:RBROT:2012:BY3753
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.J.P. van Essen
- H.J.M. van der Kaaij
- E.F. Lagerwerf-Vergunst
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze zaak heeft de meervoudige kamer voor wrakingszaken van de Rechtbank Rotterdam op 21 november 2012 een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster. Dit verzoek was ingediend tegen een rechter die tevens kinderrechter is in de rechtbank Rotterdam. Verzoekster heeft op 10 oktober 2012 een wrakingsverzoek ingediend, maar de wrakingskamer heeft geoordeeld dat dit verzoek niet-ontvankelijk is. De reden hiervoor is dat het verzoek niet tijdig is ingediend, namelijk niet onmiddellijk na het bekend worden van de feiten en omstandigheden waarop het verzoek is gegrond, zoals vereist door artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de gewraakte gedragingen van de rechter zich hebben voorgedaan tijdens een zitting op 2 oktober 2012, waarbij verzoekster aanwezig was. Ondanks dat verzoekster en haar advocaat op de hoogte waren van de uitlatingen en beslissingen van de rechter, is het wrakingsverzoek pas acht dagen later ingediend. De wrakingskamer heeft overwogen dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, ook al heeft verzoekster aangegeven dat zij eerst onderzoek heeft moeten doen naar haar mogelijkheden om te reageren.
De beslissing van de wrakingskamer is dat verzoekster niet ontvankelijk wordt verklaard in haar verzoek tot wraking, omdat zij niet heeft voldaan aan de vereiste termijn voor indiening. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, J.A. Faaij, en is openbaar uitgesproken.