vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 373694 / HA ZA 11-576
Vonnis van 7 november 2012
de vennootschap naar buitenlands recht
EUROPE HOUSEBOATS LTD,
gevestigd te Hellevoetsluis,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. P. van der Mersch te Rotterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE HOOGHE STAETE B.V.,
gevestigd te Soerendonk,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE KOEWEIDE BEHEER B.V.,
gevestigd te Gastel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JACHTHAVEN "DE KOEWEIDE" B.V. tevens h.o.d.n. Comfortparc Wessem,
gevestigd te Wessem,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
4. [gedaagde 4],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
5. [gedaagde 5],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
advocaat mr. H.A.M.J. Loeffen te Geldrop.
Partijen zullen hierna Europe Houseboats en De Hooghe Staete c.s. genoemd worden. Apart zullen gedaagden worden aangeduid als De Hooghe Staete, De Koeweide Beheer, Comfortparc Wessem, [gedaagde 4] en [gedaagde 5].
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 februari 2011;
- de akte overlegging producties van 2 maart 2011;
- de akte overlegging aanvullende producties van 30 maart 2011;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie van 29 juni 2011, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende akte vermeerdering van eis en conclusie van antwoord in reconventie van 5 oktober 2011, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek en akte wijziging/vermeerdering van eis in reconventie van 4 januari 2012, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens houdende akte vermeerdering van eis in conventie van 27 maart 2012, met producties;
- de antwoordakte vermeerdering van eis in conventie van 25 april 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Europe Houseboats is op 21 januari 2008 door de in de Verenigde Staten gevestigde vennootschap Stardust Ventures, LLC (hierna: Stardust) aangesteld als distributeur voor de verkoop en distributie in onder meer Europa van zogeheten "houseboats".
2.2. De distributieovereenkomst vermeldt onder meer het volgende:
8.3 In Annex VII the parties have agreed on a guaranteed minimum target (the "Guaranteed Minimum Target") and on the consequences of its non-attainment.
20.1 Each party may terminate this contract with immediate effect, by notice given in writing by means of communication ensuring evidence and date of receipt (e.g. registered mail with return receipt, special courier), in case of a substantial breach by the other party of the obligations arising out of the contract, or in case of exceptional circumstances justifying the earlier termination.
20.3 The parties hereby agree that (…) any failure by Distributor to achieve any Guaranteed Minimum Target in accordance with Article 8.3, of the present contract is to be considered prima facie evidence of a substantial breach of the contract. (…)"
2.3. Annex VII bij de distributieovereenkomst vermeldt onder meer het volgende:
"The Distributor shall be obligated to submit orders, on terms acceptable to and agreed by the Supplier as set forth in Article 7.1, for not less than:
Two (2) houseboats in the first year, five (5) houseboats in the second year, and ten (10) houseboats in any subsequent years.
If at the end of the year the above Guaranteed Minimum Target has not been attained, unless the Distributor shows that it cannot be held responsible for such non-attainment, the Supplier shall be entitled, subject to giving one month’s notice, at its choice, to terminate this contract, or to cancel the Distributor’s exclusivity, or to reduce the extent of the Territory. This right must however be exercised in writing not later than two months after the end of the year in which the Guaranteed Minimum Target has not been attained.
2.4. De Hooghe Staete is ontwikkelaar van een maritiem project aan de Maasplassen in Wessem (provincie Limburg). Ter plaatse kunnen ligplaatsen worden gerealiseerd voor in totaal 250 houseboats.
2.5. De Hooghe Staete is bestuurder van De Koeweide Beheer. De Koeweide Beheer is enig aandeelhouder van Comfortparc Wessem. De Koeweide Beheer exploiteert met en/of via aan haar gelieerde vennootschappen het door De Hooghe Staete c.s. ontwikkelde project. Comfortparc Wessem is exploitant van het project en biedt in dat kader onder meer houseboats ter verkoop of verhuur aan geïnteresseerden aan.
2.6. [gedaagde 4] is samen met [X] bestuurder van De Hooghe Staete. [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zijn samen feitelijk leidinggevenden van De Koeweide Beheer, Comfortparc Wessem, Beheer Comfortparc B.V. en Euroresorts B.V.
2.7. Per 1 oktober 2008 heeft Europe Houseboats, met toestemming van Stardust, De Hooghe Staete aangesteld als subdistributeur van Stardust houseboats. Europe Houseboats en De Hooghe Staete hebben daartoe op 1 oktober 2008 een subdistributieovereenkomst gesloten. Daarbij heeft De Hooghe Staete met instemming van Europe Houseboats De Koeweide Beheer voor het project Wessem aangewezen als "derde contracts partner".
2.8. De subdistributieovereenkomst vermeldt onder meer het volgende:
in aanmerking nemende:
(…)
d. in verband met het project wenst De Hooghe Staete het exclusieve recht te verkrijgen om als distributeur van de Stardust houseboats op te treden voor een gebied zoals weergegeven en afgebakend op de als bijlage 2 aan deze overeenkomst gehechte plankaart, verder te noemen "het gebied";
1.1 Europe Houseboats stelt hierbij De Hooghe Staete aan als distributeur voor de verkoop van Stardust houseboats in het gebied, welke aanstelling bij deze door De Hooghe Staete wordt aanvaard.
1.2 De Hooghe Staete zal optreden als onafhankelijk verkoper van de Stardust houseboats. De Hooghe Staete is op geen enkele wijze de vertegenwoordiger of agent van Europe Houseboats.
2.3 Uitsluitend De Hooghe Staete zal gerechtigd zijn om Stardust houseboats aan natuurlijke en rechtspersonen, die hun woonplaats dan wel vestigingsplaats hebben in het gebied te koop aan te bieden, te verkopen, te verhuren dan wel op andere basis over te dragen en/of in gebruik te nemen.
2.4 Uitsluitend De Hooghe Staete zal gerechtigd zijn om Stardust houseboats, ten aanzien waarvan redelijkerwijze kenbaar is dat zij een vaste lig- dan wel aanlegplaats in het gebied zullen hebben c.q. krijgen, te koop aan te bieden, te verkopen, te verhuren dan wel op andere basis over te dragen en/of in gebruik te nemen.
2.6 De Hooghe Staete zal de Stardust houseboats niet actief buiten het gebied verkopen en zal geen producten ontwikkelen, produceren, distribueren of verkopen, die concurreren met de Stardust houseboats. De Hooghe Staete garandeert dat aan haar of aan haar directie c.q. aandeelhouders gelieerde natuurlijke en/of rechtspersonen deze verplichtingen eveneens zullen respecteren.
4.1 Behoudens voorzover daarvan in deze overeenkomst uitdrukkelijk zal zijn afgeweken zijn op deze overeenkomst van toepassing de aan deze overeenkomst als bijlage 3 gehechte HISWA algemene aannemings-, verkoop-, en leveringsvoorwaarden.
4.2 Voor rekening en risico van Europe Houseboats komen:
- productiebegeleiding en kwaliteitscontrole op de productielocatie van Stardust;
- organisatie en begeleiding van transport naar overeengekomen afleveringslocatie;
- verzorgen van de import, inclusief bijbehorende administratieve handelingen;
- het verzorgen van de benodigde (CE) keuringen en alle in dat verband benodigde aanvragen, documentatie etc.
6.1 Binnen 14 werkdagen na ontvangst van de Stardust houseboats en voorafgaand aan doorverkoop daarvan aan een afnemer zal De Hooghe Staete de Stardust houseboats inspecteren en zich er van vergewissen dat de Stardust houseboats voldoen aan de contractuele vereisten en eventuele afwijkingen binnen die termijn schriftelijk aan Europe Houseboats melden.
Europe Houseboats is jegens De Hooghe Staete niet aansprakelijk voor enige afwijking van de Stardust houseboats, welke redelijkerwijs bij deze inspectie ontdekt hadden kunnen worden en/of niet tijdig gemeld zijn.
7.1 Europe Houseboats zal de houseboats aan De Hooghe Staete verkopen tegen de door Stardust aan Europe Houseboats doorberekende inkoop prijzen waarbij geen enkele verrekening of onkosten verrekening plaats vindt waarvan Koeweide niet op de hoogte is. Europe Houseboats ontvangt een commissie van 7% over de leveringsprijs van Stardust. (…)
7.2 Betaling zal geschieden met een Irrevocable transferable Letter of Credit.
8. Promotie en Informatie
8.1 De Hooghe Staete zal zich inspannen om de Stardust houseboats in het gebied aan te prijzen, te distribueren en te verkopen. De Hooghe Staete zal zich bij de uitvoering van haar activiteiten houden aan alle toepasselijke wet- en regelgeving.
8.2 De Stardust houseboats zullen door De Hooghe Staete uitsluitend onder de naam "Stardust" aangeprezen, gedistribueerd en verkocht worden.
8.3 De Hooghe Staete zal promotionele activiteiten voor eigen rekening en risico ondernemen, tenzij in een specifiek geval anders zal worden overeengekomen. Promotionele activiteiten dienen in overeenstemming te zijn met het imago van Stardust en het marketingbeleid van Stardust en Europe Houseboats.
9.1 De Hooghe Staete verplicht zich jaarlijks van Europe Houseboats tegen de overeengekomen prijzen cumulatief een aantal van 10 Stardust houseboats af te nemen. Indien De Hooghe Staete op enig moment niet in staat is aan deze afnameverplichting te voldoen, zullen partijen nader in overleg treden over aanpassing van de in deze overeenkomst vastgelegde voorwaarden. Indien partijen terzake niet tot overeenstemming komen, zal Europe Houseboats gerechtigd zijn deze overeenkomst eenzijdig te beëindigen, zulks zonder dat zij terzake de beëindiging enige vergoeding aan De Hooghe Staete verschuldigd zal zijn.
11. Aftersale service, reparaties, garanties en aansprakelijkheid
11.1 De door Europe Houseboats aan De Hooghe Staete verleende garantie op de Stardust houseboats is beperkt tot de garantie, die Stardust in het kader van de tussen Stardust en Europe Houseboats gesloten overeenkomst verleent aan Europe Houseboats. De garantieverplichtingen van Stardust te dezen zijn neergelegd in bijlage 1 bij deze overeenkomst (annex IX, aftersale service, repairs, warranty. In plaats van "the distributor" dient gelezen te worden: De Hooghe Staete; in plaats van "the supplier" dient gelezen te worden "Europe Houseboats").
11.2 De aansprakelijkheid voor ontwerp- en constructiefouten wordt door Europe Houseboats volledig doorgeleid naar Stardust. De aansprakelijkheid voor ontwerp- en constructiefouten is beperkt tot de verplichting van Europe Houseboats om Stardust te dwingen haar garantieverplichtingen jegens Europe Houseboats terzake ontwerp- en constructiefouten na te komen.
11.3 De Hooghe Staete zal aan afnemers van Stardust Houseboats niet meer garantierechten verlenen dan in het kader van deze overeenkomst door Europe Houseboats aan De Hooghe Staete zijn verleend en vrijwaart Europe Houseboats voor alle vorderingen van afnemers en/of derden, voorzover deze de garantieverplichtingen als hier omschreven te boven gaan.
11.4 Iedere aansprakelijkheid voor indirecte en/of gevolgschade wordt door Europe Houseboats uitgesloten. Behoudens opzet of grove schuld van de directie van Europe Houseboats is iedere verdere aansprakelijkheid beperkt tot € 25.000,=.
12.1 Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 1 oktober 2008 en is gesloten voor een bepaalde tijd tot 21 januari 2013 (de datum waarop de overeenkomst tussen Europe Houseboats en Stardust zal eindigen) en wordt vervolgens stilzwijgend van jaar tot jaar verlengd mits aan de minimale afname verplichting voldaan wordt.
12.2 Ieder der partijen is gerechtigd deze overeenkomst onmiddellijk, zonder inachtneming van een opzegtermijn, op te zeggen indien:
- de andere partij of Stardust failliet wordt verklaard dan wel haar faillissement is of wordt aangevraagd;
- aan de andere partij of Stardust surseance van betaling wordt verleend of die surseance (of het Amerikaanse equivalent daarvan) is of wordt aangevraagd;
- Stardust om andere redenen niet in staat is haar verplichtingen jegens Europe Houseboats behoorlijk na te komen;
- de andere partij gedurende een aaneengesloten periode van tenminste drie maanden is tekort geschoten in de nakoming van enige materiële verplichting uit deze overeenkomst en deze andere partij ondanks ingebrekestelling in gebreke blijft alsnog binnen een redelijke termijn behoorlijk na te komen;
- indien met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vastgesteld kan worden dat de andere partij niet in staat zal zijn enige materiële verplichting uit deze overeenkomst na te komen.
12.3 Europe Houseboats zal, met nachtneming van het in art. 9 gestelde, bovendien bevoegd zijn deze overeenkomst eenzijdig te beëindigen indien De Hooghe Staete haar afnameverplichtingen niet nakomt.
12.5 Na beëindiging van deze overeenkomst, ongeacht de reden daarvan, zal noch De Hooghe Staete noch haar personeel gerechtigd zijn tot enige compensatie voor goodwill, verlies aan inkomsten of enige andere vorm van schade die samenhangt met de expiratie of beëindiging van deze overeenkomst.
12.7 Na het eindigen van deze overeenkomst, ongeacht de oorzaak daarvan, blijven die artikelen van kracht die daartoe naar hun aard bestemd zijn.
14. Toepasselijk recht, bevoegde rechter
14.1 Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
14.2 Geschillen, voortvloeiende uit deze overeenkomst dan wel daarmee samenhangende overeenkomsten zullen bij uitsluiting worden beslecht door de bevoegde rechter te Rotterdam, zulks tenzij het geschil samenhangt met een geschil tussen Europe Houseboats en Stardust. In dat geval zal Europe Houseboats bevoegd zijn te bepalen, dat geschillen, conform de tussen haar en Stardust gesloten overeenkomst, beslecht zullen worden door arbitrage in Lexington, Kentucky, USA, volgens de Rules of Arbitration van de American Arbitration Association, zulks door een of meer arbiters, welke conform de Rules of Arbitration zullen worden benoemd.
2.9. De Hooghe Staete en Europe Houseboats waren zich er bij het sluiten van de subdistributieovereenkomst van bewust dat de door Stardust voor de Amerikaanse markt geproduceerde houseboats fundamenteel aangepast zouden dienen te worden om deze geschikt te maken voor de Nederlandse markt.
2.10. Op 12 augustus 2008 heeft De Hooghe Staete (de eerste) vier houseboats besteld. Nadat op 25 augustus 2008 de vereiste letters of credit waren gesteld, zijn de boten in de periode van 1 maart tot 15 april 2009 afgeleverd. Op 9 juli 2009 heeft De Hooghe Staete nog vijf houseboats besteld. Voor drie daarvan heeft zij letters of credit gesteld. Dat geschiedde op 7 augustus 2009, 14 januari 2010 en 25 januari 2010. Aflevering heeft plaatsgevonden op 1 februari 2010, 1 september 2010 en 21 september 2010.
2.11. Voor de achtste en negende boot heeft De Hooghe Staete de vereiste letters of credit niet gesteld. Europe Houseboats heeft voor die boten geen bestelling geplaatst bij Stardust.
2.12. In een e-mail van 2 juni 2010 heeft Europe Houseboats ([Y]) De Hooghe Staete ([gedaagde 4]) het volgende medegedeeld:
Weliswaar rijkelijk aan de late kant, want het zou na een jaar hebben moeten gebeuren, heb ik onze samenwerking geëvalueerd.
Ik ben tot de volgende conclusies gekomen:
1. Zoals we beiden hebben geconstateerd is de beoogde verkoop van de Comfortships, om wat voor reden dan ook, bij lange na niet gehaald.
We hebben een afspraak gemaakt voor aantallen (minimaal 10 boten per jaar) met een totaal van 250, waarop mijn marge gebaseerd was.
We zitten op een gemiddelde van 2.5 per jaar, met een kolossale hoeveelheid werk erbij.
Van te voren hebben we besproken dat het een aantal boten zou kosten voor we de juiste versie voor Europa zouden hebben.
Ik meen te kunnen stellen dat nu met de derde bouwfase (boot 6 en 7), niet in de laatste plaats door het aantrekken van [Z], Europe Houseboats zover is dat ze boten kan leveren met een zeer hoge prijs kwaliteit verhouding.
Ik denk ook dat je wel weet dat er tot nu toe dik geld bij moet. Ik heb dat al eerder gemeld.
Om alles in het redelijke te houden heb ik besloten mijn marge van 7 % naar 12 % te verhogen, om kosten van [Z] etc. ook te kunnen dekken.
2. Je hebt gevraagd voor bescherming van het rayon waar je in zit door een grens te stellen om je rayon heen. Je hebt aangegeven dat je geen Duitsers op de steigers wilt hebben, en ik moet constateren dat je nog niets of bijna niets, in Duitsland aan marketing hebt gedaan. Tevens is de website er nog steeds niet in het Duits. Ik ga er dus vanuit dat je geen belangstelling hebt in het voortzetten van die afspraak.
Je hebt denk ik voldoende tijd gekregen om dit op te zetten en de vrijblijvendheid gaat niet meer.
De afspraak was tevens gebaseerd op het doorspelen van wederzijdse contacten die niet in beider rayon thuis hoorden.
Ik heb een aantal keren gevraagd, maar de bewuste contacten krijg ik niet, behoudens een paar in het begin.
Je bent erin geslaagd je merknaam heel sterk te profileren, waarvoor mijn complimenten en daarom denk ik dan ook dat we per heden die grens laten vervallen en gewoon beide overal kunnen verkopen. Op basis van de zeer lage verkopen kan ik die regel niet meer handhaven, zoals je zult kunnen begrijpen.
3. De verkoop prijzen handhaaf ik op het niveau zoals afgesproken.
Voor de rest kan de overeenkomst die we hebben gehandhaafd blijven.
Rest mij om te zeggen dat ik hoop dat je de verkoop op de rit gaat krijgen en dat we de prettige samenwerking voort kunnen zetten op een voor beide partijen vruchtbare manier."
2.13. De Hooghe Staete heeft niet gereageerd op voornoemde e-mail. Wel hebben nadere contacten tussen partijen plaatsgevonden over de levering van de zesde en de zevende boot.
2.14. Bij brief van 22 december 2010 heeft Comfortparc Wessem ([gedaagde 4]) Stardust als volgt bericht:
"Through this mail/letter, I wish to bring the following to your attention.
With Europe Houseboats represented by Mr. [Y] we have been already now for 3 years active to "sell" Stardust Cruisers Houseboats within our project "Comfortparc" to our respected customers - clients.
After a difficult start, we may conclude that from the spring 2010 the orders - projects being delivered are finally to our expectations.
However, last year end 2009 we had decided as Comfortparc not to be depending on only One (1) Manufacturer as the sole supplier, but also to work with other suppliers who deliver similar products.
However this week we decided to stop - end all cooperation with Mr. [Y] - Europe Houseboats Ltd!
Europe Houseboats had terminated the cooperation with us already in June 2 2010 and brought new conditions, related to the project(s) deliveries which were for us totally unacceptable.
To end the cooperation with Europe Houseboats - Mr. [Y], we have many reasons which I don’t wish to explain within this mail/letter.
I can mention to you that the cooperation with Europe Houseboats, have been an agony till now and always a struggle.
This termination of the cooperation, does not mean automatically that we as Comfortparc do not wish to continue with Stardust Cruisers. Actually cooperation can continue either directly with Stardust Cruisers and/or with a new Stardust Cruisers representative. Once Stardust Cruisers also sees the opportunities in continuing the cooperation with Comfortparc, we would like to invite you to come over to our Parc in order to talk about these opportunities.
However this invitation is only meaningful, when I receive in advance a official letter from Stardust Cruisers with their written confirmation that Europe Houseboats - Mr. [Y] is not longer their representative. When Stardust Cruisers whishes to continue the cooperation with Europe Houseboats - Mr. [Y], we don’t believe there is any ground and meaning to come together then for a personal meeting.
Incidentally I would like to express that we experienced the cooperation and efforts made by Mr. [Z] as very positive. The quality improvement in these vessels was making this an absolute necessity.
Should you decide to visit us, you can count on the Dutch hospitality."
2.15. Bij e-mail van 27 december 2010 heeft Stardust [gedaagde 4] als volgt bericht:
"Thank you very much for your support of Stardust and your candid letter. Of course we will address this [Y] directly after the Christmas weekend. Please be assured that your business is very important to Stardust and we will make every effort possible to insure your satisfaction with Stardust and our products. Also, please note that now we have additional reasons to address our contract with [Y]. We certainly will honour your request and remove [Y] from all contact with your company for the purpose of Stardust. We will send official notification to you after our conversation with [Y], which we expect either next week or the first week of January.
It is our opinion that it is much better for the client and for Stardust to negotiate and communicate directly with each other. We may use people that are not Stardust Employees for sales efforts in the future, however these people will be a commissioned agent of Stardust.
We are very pleased with [Z] and have thanked [Y] many times for the introduction. It is our intent, and we hope that [Z] will agree, to continue as our paid advisor and representative in Europe. In fact we have contracted him to design the electrical systems on the current two large boats that are under construction now."
2.16. Bij aan [gedaagde 4] gerichte e-mails en aangetekend verzonden brieven van 29 en 31 december 2010 heeft Europe Houseboats De Hooghe Staete/De Koeweide Beheer in gebreke gesteld ter zake van de afname van contractueel overeengekomen aantallen boten over 2009/2010 en ter zake van de afname van de op 9 juli 2009 bestelde boten 8 en 9, alsmede ter zake van het gebruik van de naam "Comfortship" in plaats van de contractueel overeengekomen naam "Stardust Houseboat".
2.17. Bij brief van 6 januari 2011 heeft Stardust de distributieovereenkomst met Europe Houseboats opgezegd, met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand. De inhoud van die brief luidt als volgt:
Pursuant to our Sole Distributorship Contract, between your company and Stardust Ventures LLC, we find that at this time we must terminate the contract, and to notify you that you are no longer authorized to act as our agent. This letter is to serve as our one month notice to terminate the agreement as is required.
As further explanation, in the agreement under Article 8.3, it states that an annual sales target has been stated in Annex VII of the agreement, and Annex VII (Article 8.3) says that the annual sales target is in the amount of One Million, Seven Hundred and Fifty Thousand Dollars, ($l,750,000.00 USD), per year. Further Article 20, of the contract, Earlier Termination, section 20.1 states that the contract can be terminated by either party in the case of a substantial breach of the obligations arising out of the contract. Article 20.3 states that the failure of the distributor to achieve the Guaranteed Minimum Target is evidence of a substantial breach of the contract.
You and your company have certainly given a good effort toward selling the Stardust product in Europe, and we appreciate your efforts. However, the relationship has been very expensive for both parties and it is our opinion that our efforts are best used elsewhere.
We at Stardust wish you the best in the future."
2.18. Nadat de advocaat van Europe Houseboats Stardust erop heeft gewezen dat het contractuele jaar op de 21e januari van ieder jaar eindigt, heeft Stardust Europe Houseboats bij brief van 14 januari 2011 nader bericht als volgt:
"Per your letter of January 12, 2011, please accept the following clarification: We understand that the contract with Europe Houseboats is in effect until January 21, 2001, and we will honor the contract until that date.
However, please note that we also have other concerns regarding our relationship with Europe Houseboats that we considered in our decision."
2.19. Bij brief van 23 januari 2011 heeft Stardust Europe Houseboats vervolgens het volgende bericht:
Pursuant to our Sole Distributorship Contract, between your company and Stardust Ventures LLC, we find that at this time we must terminate the contract, and to notify you that you are no longer authorized to act as our agent. You are also hereby notified that you are not to reference Stardust or any Stardust trademarks, logos, photos or any other property in your future endeavors. This letter will serve as notification that your contract with Stardust is immediately cancelled.
As further explanation, in the agreement under Article 8.3, it states that an annual sales target has been stated in Annex VII of the agreement, and Annex VII (Article 8.3) says that the annual sales target is in the amount of One Million, Seven Hundred and Fifty Thousand Dollars, ($l,750,000.00 USD), per year. Further Article 20, of the contract, Earlier Termination, section 20.1 states that the contract can be terminated by either party in the case of a substantial breach of the obligations arising out of the contract. Article 20.3 states that the failure of the distributor to achieve the Guaranteed Minimum Target is evidence of a substantial breach of the contract. Furthermore, we also have learned of several other developments and actions by Europe Houseboats that give cause to this termination.
You and your company have certainly given a good effort toward selling the Stardust product in Europe, and we appreciate your efforts. However, the relationship has been very expensive for us and it is our opinion that our efforts are best used elsewhere.
We at Stardust wish you the best in the future."
2.20. Europe Houseboats heeft de opzegging van het distributeurschap - uiteindelijk - geaccepteerd.
2.21. In januari 2011 heeft Europe Houseboats De Hooghe Staete c.s., [X] en Euroresorts B.V. in kort geding doen dagvaarden voor de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam. Haar vorderingen strekten ertoe de afname van houseboats af te dwingen en een met een dwangsom versterkt verbod om concurrerende activiteiten te verrichten te doen opleggen. De vorderingen die ertoe strekten De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer ertoe te dwingen houseboats van Europe Houseboats af te nemen, zijn afgewezen. Wel is aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer een verbod opgelegd - geparafraseerd - om zich met concurrerende activiteiten bezig te houden, zulks op straffe van een dwangsom. De beslissing van de voorzieningenrechter in het verkort vonnis in kort geding van 20 januari 2011 luidt als volgt:
3.1. verbiedt Hooghe Staete en/of Koeweide Beheer om producten te ontwikkelen, te produceren, te distribueren of te verkopen, die concurreren met de in de tussen Europe Houseboats en Hooghe Staete gesloten subdistributieovereenkomst genoemde houseboats,
3.2. veroordeelt Hooghe Staete en/of Koeweide Beheer om aan Europe Houseboats een dwangsom te betalen van EUR 50.000,00 voor iedere keer dat zij niet aan de in 3.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet/voldoen, zulks met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van EUR 800.000,00,
3.3. compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.4.verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af."
2.22. Na daartoe verkregen verlof heeft Europe Houseboats in januari en maart 2011 conservatoire beslagen ten laste van De Hooghe Staete, De Koeweide Beheer en Comfortparc Wessem doen leggen.
2.23. Bij vonnis in kort geding van 11 april 2011 heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Roermond Europe Houseboats veroordeeld tot opheffing van een aantal gelegde beslagen, onder bepaling dat het bedrag waarvoor beslag kan worden gelegd, beperkt is tot USD 820.835,68.
2.24. Bij beschikking van 14 juni 2011 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Roermond Europe Houseboats verlof verleend tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag op alle in het bedrijfspand van De Hooghe Staete aan de Waage Naak 36 te Wessem aanwezige:
- digitale gegevensdragers zoals dvd’s, cd-roms’s, harde schijven, computertapes, usbsticks, geheugenkaarten en dergelijke en alle andere gegevensdragers (zoals papier, plastic (cards), film);
- (externe) servers, waarvoor beslagene medewerking zal moeten verlenen ten behoeve van de toegang door middel van het verstrekken van passwords etc.;
- alle hardware en computers (in de meest ruime zin des woords, waaronder begrepen doch niet beperkt tot laptopcomputers en PDA’s) en bijbehorende (rand)apparatuur (zoals schijfeenheden, dvd- en cd-romdrives en diskette- of tapedrives, alsmede de benodigde hardwarekeys en tokens om de apparatuur uit te kunnen lezen);
met het bevel tot gerechtelijke bewaring van het/de daarop aangetroffen bescheiden:
1) over de periode van 20 januari 2011 tot 10 juni 2011:
- alle e-mailverkeer tussen - kort gezegd - [gedaagde 4] enerzijds en de werven [A], [B] en [C] en de makelaars BMS en Multiflex anderzijds;
- de met ingang van 20 januari 2011 gesloten overeenkomsten terzake - kort weergegeven - met de houseboats concurrerende producten, in het bijzonder overeenkomsten met [A], [B], [C] en kopers;
2) over de periode vanaf 1 oktober 2010:
- alle e-mailverkeer tussen - kort gezegd - [gedaagde 4] enerzijds en de directie van Stardust en [Z] anderzijds.
2.25. Op 17 juni 2011 is het onder 2.24 bedoelde beslag gelegd. De aangetroffen bescheiden zijn in bewaring gegeven aan Riscon Arnhem B.V.
2.26. Bij exploot van 1 juli 2011 is namens Europe Houseboats een bevel tot betaling aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer gedaan terzake op grond van het kort geding vonnis van 20 januari 2011 verbeurde dwangsommen tot een bedrag van € 250.000,-. Bij dit exploot is aangekondigd dat bij niet tijdige voldoening aan het betalingsbevel, het vonnis van 20 januari 2011 ten uitvoer zou worden gelegd.
2.27. Bij vonnis in kort geding van 2 augustus 2011 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam heeft de voorzieningenrechter beslist op over en weer door Europe Houseboats en De Hooghe Staete c.s. tegen elkaar ingestelde vorderingen. In conventie heeft de voorzieningenrechter bepaald dat Europe Houseboats gerechtigd is tot het verkrijgen van afschriften van bepaalde in het vonnis omschreven bij Riscon Arnhem B.V. in bewaring gegeven bescheiden. In reconventie heeft de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van het vonnis in kort geding van 20 januari 2011 geschorst, totdat in de bodemprocedure is beslist of de distributieovereenkomst tussen Europe Houseboats en Europe Houseboats ná 20 januari 2011 heeft voortgeduurd.
2.28. Europe Houseboats is bij het gerechtshof te 's-Gravenhage in (spoed-)appel gekomen van voornoemd vonnis. Het hof heeft bij arrest van 6 december 2011 het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam voor zover aan hoger beroep onderworpen vernietigd, en opnieuw rechtdoende in conventie bepaald dat Europe Houseboats gerechtigd is tot het verkrijgen van afschriften van bepaalde in het arrest nader omschreven bij Riscon Arnhem B.V. in bewaring gegeven bescheiden. In reconventie heeft het hof de vordering van De Hooghe Staete c.s. alsnog afgewezen.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Europe Houseboats vordert na vermeerderingen van eis:
1. De Hooghe Staete c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende, de ander bevrijd zal zijn, te veroordelen tot betaling van:
- in hoofdsom US$ 5.394.053,40 te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de dag der dagvaarding;
- in hoofdsom EUR 2.000.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de dag der dagvaarding;
2. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hoofdelijk, des dat de een betalende, de ander bevrijd zal zijn, te veroordelen tot betaling van het verschil, te berekenen met ingang van de dag der dagvaarding, tussen de wettelijke handelsrente en de gewone wettelijke rente over in hoofdsom US$ 5.394.053,40 en EUR 2.000.000,--;
3. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hoofdelijk, des dat de een betalende de ander bevrijd zal zijn, te veroordelen tot betaling van de kosten van de te dezen door Europe Houseboats ten laste van hen gelegde beslagen;
4. te verklaren voor recht, dat de subdistributieovereenkomst na 20 januari 2011 heeft voortgeduurd;
5. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer primair ieder voor zich, subsidiair hoofdelijk, te veroordelen om ter zake verbeurde dwangsommen te voldoen een bedrag van € 250.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 23 februari 2011, althans met ingang van dusdanige datum als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
6. De Hooghe Staete c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende, de ander bevrijd zal zijn, te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten ad EUR 131,--, te verhogen met een bedrag van EUR 68,00 indien De Hooghe Staete c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan de veroordeling voldoet en het te dezen te wijzen vonnis aan De Hooghe Staete c.s. wordt betekend;
7. De Hooghe Staete c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander bevrijd zal zijn, te veroordelen tot betaling van de kosten van het gelegde bewijsbeslag, met inbegrip van de kosten van de bewaarder.
3.2. De Hooghe Staete c.s. voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Europe Houseboats, met veroordeling - uitvoerbaar bij voorraad - van Europe Houseboats in de kosten van het geding.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4. De Hooghe Staete, De Koeweide Beheer en Comfortparc Wessem vorderen na vermeerdering van eis:
1. te verklaren voor recht dat de tussen Europe Houseboats en De Hooghe Staete (en De Koeweide Beheer) gesloten subdistributieovereenkomst is geëindigd op 2 juni 2010, althans (buitengerechtelijk) is ontbonden op 20 januari 2011, althans is geëindigd op 21 januari 2011 althans op 23 februari 2011, althans is ontbonden op 4 april 2011, subsidiair die subdistributieovereenkomst te ontbinden.
2. Europe Houseboats te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan De Hooghe Staete (en De Koeweide Beheer) te betalen ter zake schadevergoeding een bedrag van € 900.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2011 tot aan de dag van algehele voldoening.
3. Europe Houseboats te veroordelen om alle ten laste van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer gelegde beslagen op te heffen op straffe van een te verbeuren dwangsom van € 25.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan deze veroordeling voldoet.
4. te verklaren voor recht dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet in strijd hebben gehandeld met het verbod dat hen bij vonnis in kort geding van 20 januari 2011 werd opgelegd en voor zover zij dwangsommen hebben betaald, Europe Houseboats te veroordelen om bij wege van schadevergoeding aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer te betalen een bedrag dat overeenkomt met de door laatstgenoemden aan Europe Houseboats betaalde dwangsommen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling van die dwangsommen tot aan de dag van algehele voldoening.
5. Europe Houseboats te veroordelen in de kosten van het geding.
3.5. Europe Houseboats voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van De Hooghe Staete, De Koeweide Beheer en Comfortparc Wessem, met hoofdelijke veroordeling - uitvoerbaar bij voorraad - van De Hooghe Staete, De Koeweide Beheer en Comfortparc Wessem in de kosten van het geding.
3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Gelet op de samenhang tussen de vorderingen en de gevoerde verweren in conventie en in reconventie zullen deze hierna gezamenlijk worden behandeld.
4.2. Tegen de vermeerderingen van de eis in conventie en in reconventie is geen bezwaar gemaakt. De rechtbank acht die vermeerderingen ook niet in strijd met de eisen van een goede procesorde. Derhalve zal in conventie en in reconventie recht worden gedaan op de vermeerderde eis, zoals deze respectievelijk onder 3.1 en 3.4 hiervoor is weergegeven.
4.3. Europe Houseboats grondt haar vorderingen - kort weergegeven - op de volgende stellingen. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer zijn hun verplichtingen uit de subdistributieovereenkomst niet nagekomen. De wanprestatie van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer bestaat er onder meer in dat zij de op zich genomen verplichting om zich te onthouden van het verrichten van concurrerende activiteiten hebben geschonden. Europe Houseboats lijdt door de wanprestatie van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer de schade waarvan zij in deze procedure vergoeding vordert.
Comfortparc Wessem is naast De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hoofdelijk aansprakelijk voor die schade omdat zij op onrechtmatige wijze meewerkt aan en profiteert van de wanprestatie van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer.
[gedaagde 4] en [gedaagde 5] zijn eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor die schade omdat zij als - indirect - bestuurders van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer het opzettelijk daarheen hebben geleid dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hun verplichtingen jegens Europe Houseboats niet nakomen en omdat zij Europe Houseboats opzettelijk schade toebrengen, zulks ten gunste van aan hen gelieerde ondernemingen.
De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hebben voorts voor een bedrag van € 250.000,00 aan dwangsommen verbeurd doordat zij in strijd hebben gehandeld met het bij vonnis in kort geding van 20 januari 2011 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam opgelegde verbod.
4.4. De Hooghe Staete c.s. grondt haar verweer in conventie en haar vorderingen in reconventie - kort weergegeven - op de volgende stellingen.
De tussen partijen gesloten subdistributieovereenkomst is geëindigd, primair op 2 juni 2010 als gevolg van opzegging door Europe Houseboats, subsidiair is die overeenkomst op 20 januari 2011 buitengerechtelijk ontbonden door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer, meer subsidiair is de subdistributieovereenkomst geëindigd op 21 januari 2011 als gevolg van de beëindiging per die datum van de distributieovereenkomst door Stardust, nog meer subsidiair per 23 februari 2011 op diezelfde grond. Uiterst subsidiair is de subdistributieovereenkomst op 4 april 2011 bij gelegenheid van het tweede kort geding tussen partijen buitengerechtelijk ontbonden.
Europe Houseboats gaf bij e-mail van 2 juni 2010 te kennen wanprestatie te zullen plegen. Dat gaf De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer het recht om hun verplichtingen uit de subdistributieovereenkomst op te schorten.
De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hebben niet in strijd met het kort geding vonnis van 20 januari 2011 gehandeld. Na beëindiging van de subdistributieovereenkomst waren De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet meer gebonden aan hun non-concurrentie¬verplichtingen uit die overeenkomst. Na 21 januari 2011, althans na 23 februari 2011, was De Hooghe Staete c.s. vrij om elders boten te laten ontwikkelen. De opdracht tot productie en verkoop daarvan geschiedde door De Koeweide Beheer en niet door De Hooghe Staete.
De vorderingen van Europe Houseboats dienen te worden afgewezen en derhalve dienen ook de beslagen te worden opgeheven.
Europe Houseboats is toerekenbaar tekort geschoten jegens De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer. Dit blijkt uit de gronden die Stardust voor beëindiging van de distributieovereenkomst heeft aangevoerd. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer lijden door de wanprestatie van Europe Houseboats schade. Zij dienen vanaf 6 februari 2011 elders boten te bestellen. De kosten daarvan liggen per boot € 54.879,00 hoger dan de kosten van de Stardust houseboats. Over de resterende periode van de overeenkomst tot 21 januari 2013 is redelijkerwijs een afname van 15 tot 20 boten te verwachten. Rekening houdend met valutaschommelingen kan de door Europe Houseboats aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer te vergoeden schade in redelijkheid worden vastgesteld op € 900.000,00.
4.5. De rechtbank zal eerst ingaan op de rechtsverhouding tussen partijen. Aansluitend zullen de vorderingen over en weer die strekken tot het verkrijgen van vergoeding van schade worden behandeld. Vervolgens zullen de vorderingen die strekken ter incasso van in de visie van Europe Houseboats door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer verbeurde dwangsommen worden behandeld.
4.6. De rechtsverhouding tussen enerzijds Europe Houseboats en anderzijds De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer werd beheerst door de subdistributieovereenkomst. Beoordeeld dient te worden welke rechten en verplichtingen voor partijen over en weer uit die overeenkomst voortvloeien.
4.7. Bij uitleg van een op schrift gestelde overeenkomst dient blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad niet alleen te worden gekeken naar de tekst daarvan, maar ook naar de bedoeling die partijen daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, mede gelet op elkaars gedragingen en verklaringen en hun redelijke verwachtingen daaromtrent. Bij de uitleg van de overeenkomst moeten de omstandigheden van het geval in acht worden genomen, waaronder de aard van de overeenkomst en de wijze van totstandkoming daarvan. Echter, de bewoordingen van de overeenkomst, gelezen in de context van het geheel, vormen - zeker tussen commerciële partijen die op basis van gelijkwaardigheid met elkaar hebben gecontracteerd - het eerste uitgangspunt bij de uitleg. De partij die meent dat een overeenkomst anders dient te worden uitgelegd dan uit de bewoordingen daarvan, gelezen in de context van het geheel, lijkt voort te vloeien, zal de feiten en omstandigheden dienen te stellen waaruit volgt dat die andere uitleg meer in de rede ligt. Een overeenkomst heeft voorts niet alleen de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de tekst daarvan, maar ook de rechtgevolgen die voortvloeien uit de wet, gewoonte of de redelijkheid en billijkheid.
4.8. De Hooghe Staete heeft met instemming van Europe Houseboats De Koeweide Beheer voor het project Wessem aangewezen als "derde contracts partner" bij de subdistributieovereenkomst. Uit de stellingen van partijen kan worden afgeleid dat De Koeweide Beheer die aanwijzing heeft geaccepteerd en dat uit de subdistributie¬overeenkomst voor wat betreft het project Wessen voor haar dezelfde rechten en verplichtingen voortvloeien als voor De Hooghe Staete.
4.9. In artikel 9.1 van de subdistributieovereenkomst hebben De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer de verplichting op zich genomen om vanaf de aanvang van het contract (1 oktober 2008) jaarlijks 10 Stardust houseboats van Europe Houseboats af te nemen. Vast staat dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer aanzienlijk minder houseboats hebben afgenomen. Over eventuele schending van die contractuele verplichting stelt Europe Houseboats echter dat zij het tot ver in 2010 niet als een probleem zag dat de overeengekomen aantallen niet werden gehaald. Tussen partijen is in confesso dat de afname stagneerde in verband met de ten tijde van het sluiten van de subdistributie¬overeenkomst reeds voorziene noodzaak om de houseboats aan te passen aan de eisen van de Nederlandse markt, hetgeen in de visie van beide partijen veel tijd en inspanning kostte. Partijen hebben dit destijds kennelijk als een feit geaccepteerd en elkaar dienaangaande over en weer niet verweten tekort te schieten in de nakoming van enige verplichting uit de overeenkomst.
4.10. In het vervolg van artikel 9.1 van de subdistributieovereenkomst is bepaald dat indien De Hooghe Staete op enig moment niet in staat zou zijn aan de overeengekomen afnameverplichting te voldoen, partijen nader in overleg zouden treden over aanpassing van de in de overeenkomst vastgelegde voorwaarden. Hoewel Europe Houseboats enerzijds en De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer anderzijds niet uitdrukkelijk met elkaar in overleg zijn getreden naar aanleiding van het feit dat er vanaf 1 oktober 2008 niet jaarlijks 10 houseboats bij Europe Houseboats waren afgenomen, kan uit de stellingen van Europe Houseboats worden opgemaakt dat zij er tot ver in 2010 stilzwijgend mee heeft ingestemd dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer minder houseboats afnamen dan bij het sluiten van de subdistributieovereenkomst was overeengekomen. Bij conclusie van repliek/antwoord onder 12 wijst Europe Houseboats er in dit verband op dat het voor De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet nodig was om een beroep te doen op artikel 9.1 van de subdistributieovereenkomst omdat Europe Houseboats zich in de aanloopfase altijd heel soepel heeft opgesteld.
4.11. De rechtbank begrijpt uit hetgeen partijen hierover hebben gesteld dat partijen niet met elkaar in overleg behoefden te treden over de afnameverplichting omdat Europe Houseboats er tot ver in 2010 stilzwijgend van had afgezien om De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer te houden aan de verplichting om jaarlijks 10 houseboats af te nemen. Dit is in lijn met de standpunten die Europe Houseboats in haar e-mail van 2 juni 2010 jegens De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer inneemt. In die e-mail noemt Europe Houseboats de gemaakte afspraak over de aantallen en wijst zij er op dat een gemiddelde van slechts 2,5 houseboats per jaar is gerealiseerd. Daar koppelt zij echter niet de eis aan dat het tekort aan afgenomen houseboats alsnog dient te worden afgenomen.
4.12. De rechtbank merkt op dat het tot medio 2010 ook niet in de rede zou hebben gelegen dat Europe Houseboats zich op het standpunt zou stellen dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer minimaal 10 houseboats per jaar dienden af te nemen. In de e-mail van 2 juni 2010 erkent Europe Houseboats immers impliciet dat de kwaliteit van de eerste vijf geleverde boten te wensen over liet. Onder die omstandigheden kon Europe Houseboats De Hooghe Staete c.s. en De Koeweide Beheer niet aanspreken op de afnameverplichting. Aan de afnameverplichting lag klaarblijkelijk de veronderstelling ten grondslag dat Europe Houseboats houseboats zou kunnen leveren van zodanige kwaliteit dat deze zonder problemen op de Nederlandse markt konden worden afgezet.
4.13. Nu Europe Houseboats bij aanvang van de subdistributieovereenkomst en gedurende een ruime periode nadien (nog) niet in staat was om houseboats te leveren die aan de eisen van de Nederlandse markt voldeden, kan zij op de tot ver in 2010 door haar tegenover De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer ingenomen houding niet zonder meer terugkomen door zich alsnog op het standpunt stellen dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2008 het in de overeenkomst genoemde aantal van 10 houseboats per jaar dienen af te nemen. Evenmin kan zij zich achteraf op het standpunt stellen dat er sprake was van wanprestatie van de zijde van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer door het enkele feit dat het overeengekomen aantal houseboats niet is afgenomen.
4.14. Nu modificatie van de Stardust houseboats kennelijk (nog) meer tijd en inspanning kostte dan partijen hadden voorzien, lag het in de rede, zoals partijen kennelijk hebben gedaan, om de aandacht eerst te richten op het oplossen van de problemen met de kwaliteit van de houseboats. Daarna zouden partijen wederom met elkaar in overleg kunnen treden over de vervolgens af te nemen aantallen. In de gegeven omstandigheden kwamen De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer door het niet afnemen van de in de overeenkomst genoemde aantallen niet zonder meer in verzuim te verkeren.
4.15. De Hooghe Staete voert in het kader van haar primaire verweer aan dat de subdistributieovereenkomst op 2 juni 2010 is geëindigd. Daartoe voert zij aan dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer de inhoud van de e-mail van 2 juni 2010 van Europe Houseboats aan De Hooghe Staete - zie onder 2.12 hiervoor - hebben opgevat als een eenzijdige beëindiging van de subdistributieovereenkomst. Dit primaire verweer van De Hooghe Staete c.s. faalt. Artikel 9.1 van de subdistributieovereenkomst voorziet er in dat partijen in overleg kunnen treden over aanpassing van de in de overeenkomst vastgelegde voorwaarden indien minder dan 10 houseboats per jaar worden afgenomen. Indien partijen niet tot overeenstemming zouden komen over aanpassing van de in de subdistributie¬overeenkomst vastgelegde voorwaarden, zou Europe Houseboats vervolgens gerechtigd zijn de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. Gelet op de inhoud van de e-mail van 2 juni 2010 van Europe Houseboats kon deze door De Hooghe Staete c.s. echter in redelijkheid niet worden opgevat in die zin dat Europe Houseboats beoogde de subdistributieovereenkomst te beëindigen. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hebben ook geen bijzondere feiten of omstandigheden gesteld die meebrengen dat zij die e-mail wel in die zin mochten opvatten.
4.16. Europe Houseboats deelt in haar e-mail van 2 juni 2010 mede dat zij heeft besloten om haar marge van 7% naar 12 % te verhogen en dat zij per direct de grens om het rayon van De Hooghe Staete wenst te laten vervallen, waarna partijen beide overal zouden kunnen verkopen. Hoewel het opnemen van dergelijke mededelingen in betreffende e-mail kan worden beschouwd als een weinig subtiele benadering door Europe Houseboats van haar contractuele wederpartijen, kan ook uit deze passage niet worden opgemaakt dat Europe Houseboats de subdistributieovereenkomst wenste te beëindigen. De inhoud van de e-mail en in het bijzonder de passage "Voor de rest kan de overeenkomst die we hebben gehandhaafd blijven", stelt buiten twijfel dat Europe Houseboats de subdistributie¬overeenkomst juist niet wenste te beëindigen, doch deze slechts wenste te wijzigen in de zin als door haar aangegeven.
4.17. Ook nadat een reactie van de zijde van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer op de e-mail van 2 juni 2010 uitbleef, is Europe Houseboats er niet toe overgegaan de subdistributieovereenkomst te beëindigen. Hierover kan geen misverstand bij De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hebben bestaan. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hebben in de toenmalige contacten met Europe Houseboats dan ook nimmer het standpunt ingenomen dat de subdistributieovereenkomst als gevolg van opzegging door Europe Houseboats reeds ten einde was gekomen.
4.18. De e-mail van 2 juni 2010 heeft de subdistributieovereenkomst derhalve niet doen eindigen. Eveneens onjuist echter is het standpunt van Europe Houseboats dat door haar e-mail van 2 juni 2010, en door het uitblijven van een afwijzende reactie van de zijde van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer daarop, de in artikel 7.1 van de subdistributie¬overeenkomt genoemde commissie van 7% is verhoogd naar 12%. Europe Houseboats was in het kader van de tussen partijen bestaande rechtsverhouding niet gerechtigd om eenzijdig te besluiten om haar commissie te verhogen en/of om eenzijdig te besluiten de grens om het rayon van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer op te heffen. De inhoud van de subdistributieovereenkomst bood daartoe geen ruimte. De enkele mededeling van Europe Houseboats dat zij haar commissie zou verhogen, had dan ook geen rechtsgevolg.
4.19. Het stond Europe Houseboats vrij om - bijvoorbeeld met haar e-mail van 2 juni 2010 - een voorstel/aanbod tot aanpassing van de subdistributieovereenkomst te doen aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer. Temeer nu de tekst van de subdistributieovereenkomst (artikel 9.1) haar daarvoor expliciet de mogelijkheid bood. In die zin dient de e-mail van 2 juni 2010 in de visie van de rechtbank dan ook te worden begrepen. Uit het uitblijven van een reactie op die e-mail mocht Europe Houseboats echter niet afleiden dat haar aanbod tot aanpassing van de subdistributieovereenkomst door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer was aanvaard. Indien een aanbod niet (binnen een redelijke termijn) wordt aanvaard, komt het immers te vervallen (artikel 6:221 lid 1 BW).
4.20. De rechtbank wijst erop dat Europe Houseboats in redelijkheid ook niet kon verwachten dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer het door haar gedane aanbod tot aanpassing van de subdistributieovereenkomst integraal zouden aanvaarden. Europe Houseboats was immers bekend met het feit dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer handhaving van de door hen bedongen exclusiviteit van groot belang achtten. Dat zij zouden instemmen met het opheffen van de grenzen rond hun rayon lag niet in de rede. Europe Houseboats deed derhalve een aanbod waarvan zij op voorhand kon begrijpen dat dit voor De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet aanvaardbaar zou zijn. Wellicht was het de bedoeling van Europe Houseboats om daarmee onderhandelingen te openen over de hoogte van de door haar bedongen commissie, maar daaraan heeft zij, nadat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet reageerden, geen vervolg gegeven.
4.21. In verband met hetgeen hiervoor is overwogen, is mede van belang dat gesteld noch gebleken is dat door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer handelingen zijn verricht die bij Europe Houseboats (alsnog) het vertrouwen konden wekken dat zij akkoord gingen met het door Europe Houseboats gedane aanbod tot aanpassing van de subdistributieovereenkomst. Het enkele feit dat De Hooghe Staete c.s. in november 2010 een voorstel hebben geformuleerd waarin zij refereren aan een marge van Europe Houseboats van 12% (productie 23 bij conclusie van repliek) is daarvoor onvoldoende, alleen al omdat partijen het over dat voorstel kennelijk niet eens zijn geworden. Voor zover daarover al enige twijfel bij Europe Houseboats had kunnen bestaan, had het bovendien op haar weg gelegen om eenvoudigweg bij haar contractspartners op een uitdrukkelijke reactie op haar e-mail van 2 juni 2010 aan te dringen. Dat heeft zij om haar moverende redenen nagelaten, zoals haar wederpartijen om hen moverende redenen hebben nagelaten om op de e-mail van 2 juni 2010 te reageren. Op dat moment meenden de partijen van beide zijden kennelijk er belang bij te hebben om de status quo (voorlopig) te handhaven. De rechtbank wijst er op dat partijen na de e-mail van 2 juni 2010 wel contact met elkaar hadden, in ieder geval over de lopende orders betreffende de boten 6 en 7 die uiteindelijk in september 2010 werden afgeleverd.
4.22. De e-mail van Europe Houseboats van 2 juni 2010 aan De Hooghe Staete en het uitblijven van een reactie daarop van de zijde van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer had derhalve niet tot gevolg dat zich een wijziging voordeed in de rechtsverhouding tussen partijen. Die rechtsverhouding werd daarvoor en daarna bepaald door de tussen partijen tot stand gekomen subdistributieovereenkomst, met dien verstande dat zich inmiddels ontwikkelingen hadden voorgedaan die meebrachten dat Europe Houseboats De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet langer zonder meer kon houden aan de contractuele afnameverplichting.
4.23. Bij wege van subsidiair verweer beroept De Hooghe Staete c.s. zich op de in haar visie bestaande bevoegdheid van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer om de verplichtingen als bedoeld in artikel 2.6 van de subdistributieovereenkomst (kort weergegeven: de verplichting om zich niet in te laten met een concurrerend product) op te schorten (artikel 6:52 BW). Zij voert daartoe het volgende aan. De inhoud van de e-mail van 2 juni 2010 van Europe Houseboats maakte voldoende duidelijk dat Europe Houseboats welbewust de subdistributieovereenkomst niet meer (correct) zou nakomen. Daardoor raakte Europe Houseboats op 2 juni 2010 in verzuim. Een ingebrekestelling was daartoe ingevolge artikel 6:83 sub b BW niet vereist.
4.24. De rechtbank is van oordeel dat uit de e-mail van 2 juni 2010 door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet zonder meer kon worden afgeleid dat Europe Houseboats de subdistributieovereenkomst niet meer (correct) zou nakomen. Uit die e-mail blijkt immers dat Europe Houseboats de subdistributieovereenkomst op bepaalde onderdelen wenste aan te passen en dat zij deze voor het overige wenste te handhaven. Dat Europe Houseboats vervolgens heeft gehandeld in strijd met de voor haar uit de distributieovereenkomst voortvloeiende verplichtingen, is gesteld noch gebleken.
4.25. Voor zover De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer destijds werkelijk vreesden dat Europe Houseboats haar verplichtingen niet meer (correct) zou nakomen, lag het op hun weg om op dat punt duidelijkheid te eisen van Europe Houseboats. De enkele verzending van de e-mail van 2 juni 2010 door Europe Houseboats bracht niet mee dat zonder ingebrekestelling verzuim aan de zijde van Europe Houseboats intrad. Om verzuim te doen intreden hadden De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer Europe Houseboats in gebreke moeten stellen. Nu zij daar destijds om hen moverende redenen van hebben afgezien, is geen verzuim ingetreden. De verzending door Europe Houseboats van de e-mail van 2 juni 2010 brengt in de gegeven omstandigheden niet mee dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer jegens Europe Houseboats gerechtigd waren tot (stilzwijgende) opschorting van de op hen rustende verbintenis om zich niet in te laten met een concurrerend product. Evenmin gaf dit hen het recht om de subdistributieovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden, hetgeen zij volgens hun stellingen uiteindelijk, mede om een andere reden, hebben gedaan bij gelegenheid van het kort geding tussen partijen op 20 januari 2011.
4.26. De Hooghe Staete c.s. heeft voorts aangevoerd dat Europe Houseboats De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vanaf 2 juni 2010 niet meer aan het concurrentiebeding kon houden. Dat standpunt is onvoldoende onderbouwd. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer zijn met Europe Houseboats overeen gekomen dat zij zich niet in zouden laten met een concurrerend product. Die verbintenis dienden zij na te komen, ook indien zij wellicht later hebben bedacht dat het niet wenselijk was om samen te werken met slechts één leverancier van houseboats. De verzending door Europe Houseboats van de e-mail van 2 juni 2010 vormt geen bijzondere omstandigheid die de conclusie zou kunnen rechtvaardigen dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer vanaf 2 juni 2010 niet langer gebonden waren aan de contractueel op zich genomen verbintenis om zich niet in te laten met een met de Stardust houseboat concurrerend product. De rechtbank merkt in dit verband op dat uiteraard een situatie denkbaar is waarin Europe Houseboats De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet langer aan die verplichting zou hebben kunnen houden. Bijvoorbeeld indien De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer jegens Europe Houseboats voldoende aannemelijk zouden hebben gemaakt dat de Stardust houseboats niet (tegen aanvaardbare kosten of binnen een aanvaardbare termijn) geschikt konden worden gemaakt voor de Nederlandse markt zodat zij wel gedwongen waren naar een alternatief te zoeken. Die situatie heeft zich echter niet voorgedaan. De brief van 22 december 2010 van Comfortparc Wessem ([gedaagde 4]) aan Stardust vermeldt dat vanaf het voorjaar van 2010 de door Stardust geproduceerde houseboats voldoen aan de verwachtingen van De Hooghe Staete c.s.
4.27. Dezelfde brief van 22 december 2010 van Comfortparc Wessem aan Stardust vermeldt dat De Hooghe Staete c.s. reeds eind 2009 had besloten niet afhankelijk te willen zijn van één leverancier van houseboats, maar te willen werken met meerdere leveranciers. Hoewel dat wellicht een niet onbegrijpelijke wens is, valt deze moeilijk te rijmen met de door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer jegens Europe Houseboats op zich genomen verplichting om zich niet in te laten met een concurrerend product. De Hooghe Staete c.s. stelt dat zij na 2 juni 2010 met andere leveranciers in contact is getreden over vergelijkbare boten. De door De Hooghe Staete c.s. bij conclusie van dupliek/repliek overgelegde productie 15, een verklaring van december 2011 van [D] (hierna: [D]), vermeldt dat [D] op 10 november 2010 van De Koeweide Beheer de eerste opdracht tot de bouw van "een Comfortship" heeft gekregen. De door De Hooghe Staete c.s. bij conclusie van antwoord/eis overgelegde productie 12 vermeldt dat "de [D] boot" dezelfde boot was als "de Stardust boot" met "een zelfde inrichting en afmetingen". Volgens de productie waren er verschillen doordat er twee verschillende fabrieken produceerden, maar was dat in de verkoop niet van belang. De Hooghe Staete hanteerde voor beide boten een zelfde verkoopprijs. De rechtbank begrijpt uit een en ander dat de boten in hoge mate vergelijkbaar waren. Kennelijk had De Hooghe Staete c.s. inmiddels door [D] een boot laten ontwikkelen naar het voor de Nederlandse markt aangepaste model van de Stardust houseboat.
4.28. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer in ieder geval vanaf de tweede helft van 2010 hebben gehandeld in strijd met de voor hen uit artikel 2.6 van de subdistributieovereenkomst voortvloeiende plicht om geen producten te ontwikkelen, produceren, distribueren of verkopen, die concurreren met de Stardust houseboats. Evident is dat gedurende de looptijd van de subdistributieovereenkomst met de [D] boot een product werd ontwikkeld, geproduceerd en verkocht dat concurreerde met de Stardust houseboats.
4.29. Bij conclusie van dupliek onder 56 voert De Hooghe Staete c.s. in reactie op stellingen van Europe Houseboats aan dat zij in de periode juni tot en met november 2010 geen 17 concurrerende boten heeft verkocht en dat zij in november en december "slechts" 5 boten heeft laten bouwen waarvan zij er 4 heeft verkocht. Wat er ook zij van deze stellingen, in ieder geval vloeit daaruit voort dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer in strijd handelden met de door hen jegens Europe Houseboats op zich genomen verbintenis om Stardust houseboats af te nemen en om zich niet in te laten met concurrerende producten.
4.30. De stelling van De Hooghe Staete c.s. dat het gezien de door haar te verrichten investeringen in de aanleg van het maritiem park alleszins begrijpelijk was dat zij aandacht besteedde aan een "plan B", voor het geval de Stardust houseboat niet zou voldoen (conclusie van dupliek/repliek onder 29), kan het handelen van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer in strijd met artikel 2.6 van de subdistributieovereenkomst niet rechtvaardigen. De Hooghe Staete c.s. voert immers zelf aan dat partijen van aanvang af wisten dat er nog een lang proces van ontwikkeling/modificatie nodig zou zijn om een voor de Europese markt geschikte houseboat te realiseren. Niettemin hebben De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer zich ten opzichte van Europe Houseboats onvoorwaardelijk verbonden om zich niet met concurrerende activiteiten in te laten. Daarmee hebben zij bij Europe Houseboats vertrouwen gewekt op basis waarvan - naar niet door hen is betwist - (ook) door Europe Houseboats is geïnvesteerd in de samenwerking en in de modificatie van de Stardust houseboat voor de Europese markt.
4.31. Indien De Hooghe Staete c.s. op enig moment geen vertrouwen meer had in de Stardust houseboat brachten de redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen partijen beheersten mee dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer daarover in overleg zouden treden met Europe Houseboats. In plaats daarvan zijn De Hooghe Staete c.s. er zonder overleg met Europe Houseboats toe overgegaan door een andere producent een concurrerende houseboat te laten ontwikkelen en bij die producent een substantieel aantal houseboats te bestellen, terwijl de Stardust houseboat inmiddels zodanig was gemodificeerd dat deze volgens de mededelingen van De Hooghe Staete c.s jegens Stardust vanaf het voorjaar van 2010 beantwoordde aan haar verwachtingen.
4.32. De Hooghe Staete c.s. voert bij conclusie van dupliek in conventie onder 26 aan dat [gedaagde 4] als getuige kan bevestigen dat hij [Y] op de hoogte heeft gesteld van contacten met een andere producent en dat [Y] daar geen problemen van maakte. De rechtbank acht het niet zinvol dergelijk getuigenbewijs aan De Hooghe Staete c.s. op te dragen. Het hebben van contacten met een andere producent stond De Hooghe Staete c.s. immers vrij. Daar kon Europe Houseboats ([Y]) zich niet tegen verzetten. Hetgeen waartoe De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer zich ingevolge artikel 2.6 van de subdistributieovereenkomst echter hadden verbonden was: "geen producten ontwikkelen, produceren, distribueren of verkopen, die concurreren met de Stardust houseboats". Dat zij Europe Houseboats hebben medegedeeld dat zij zich wel met dergelijke concurrerende activiteiten wilden gaan bezighouden en dat Europe Houseboats daarmee heeft ingestemd, is gesteld noch gebleken.
4.33. De Hooghe Staete c.s. wijst erop dat Stardust op 6 januari 2011 heeft laten weten de distributieovereenkomst met Europe Houseboats te beëindigen. Ook vanaf dat moment kon in de visie van De Hooghe Staete c.s. niet meer van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer worden verwacht dat zij hun verplichting om zich niet in te laten met concurrerende producten nog zouden respecteren. Deze stelling van De Hooghe Staete c.s. kan haar niet baten nu vast staat dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer reeds gedurende geruime tijd in strijd met hun uit artikel 2.6 van de subdistributieovereenkomst voortvloeiende plicht handelden. Voorts stond op 6 januari 2011 geenszins vast dat geen Stardust houseboats meer aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer geleverd zouden kunnen worden. De enkele eventuele verwachtingen van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer daarover rechtvaardigden niet dat zij zich reeds onttrokken aan hetgeen waartoe zij zich bij overeenkomst jegens Europe Houseboats hadden verbonden. Temeer niet daar waar zij het zelf, door buiten Europe Houseboats om in contact te treden met Stardust - in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen partijen beheersten - daarheen trachtten te leiden dat Stardust de distributieovereenkomst met Europe Houseboats zou beëindigen.
4.34. De Hooghe Staete c.s. verweert zich voorts met de stelling dat zij bij gelegenheid van het kort geding van 20 januari 2011 buitengerechtelijk de ontbinding van de subdistributieovereenkomst heeft ingeroepen op grond van haar visie dat Europe Houseboats haar verplichtingen niet meer zou kunnen nakomen. Ook dat verweer slaagt niet. Die buitengerechtelijke ontbinding heeft niet het beoogde rechtsgevolg gehad. In artikel 12.2 van de subdistributieovereenkomst is bepaald in welke gevallen partijen gerechtigd zouden zijn de overeenkomst onmiddellijk, zonder inachtneming van een opzegtermijn, op te zeggen. Op 20 januari 2011 stond niet vast dat Europe Houseboats haar verplichtingen ten opzichte van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet zou kunnen nakomen. Weliswaar vond er tussen Stardust en Europe Houseboats reeds correspondentie plaats over de opzegging van de distributieovereenkomst, maar die overeenkomst was nog niet ten einde gekomen. Evenmin stond vast dat de aangekondigde opzegging door Stardust het beoogde rechtsgevolg zou hebben. Nu zich vooralsnog geen van de in de subdistributie¬overeenkomst voorziene gronden voor onmiddellijke opzegging voordeed, had het inroepen van de buitengerechtelijke ontbinding op 20 januari 2011 geen rechtsgevolg.
4.35. Bij brief van 23 januari 2011 heeft Stardust de distributieovereenkomst met Europe Houseboats opgezegd. Daarbij diende zij volgens het door haar in de correspondentie met Europe Houseboats aangehaalde Annex VII van de distributieovereenkomst een opzegtermijn van één maand in acht te nemen. Europe Houseboats heeft uiteindelijk in die opzegging berust. De rechtbank gaat ervan uit dat de distributieovereenkomst na het verstrijken van de opzegtermijn van één maand per 23 februari 2011 ten einde is gekomen. Dat brengt mee dat ook de subdistributieovereenkomst op 23 februari 2011 ten einde is gekomen.
4.36. De Hooghe Staete c.s. heeft erop gewezen dat Stardust de distributieovereenkomst ingevolge artikel 20.1 met onmiddellijke ingang kon beëindigen en dat de opzegtermijn alleen gold in geval van het niet halen van de minimum target. De Hooghe Staete c.s. wijst er terecht op dat Stardust in haar brief van 23 januari 2010 opmerkt: "Furthermore, we also have learned of several other developments and actions by Europe Houseboats that give cause to this termination." Die passage in de opzeggingsbrief van 23 januari 2010 doet er evenwel niet aan af dat Stardust in haar opzeggingsbrieven steeds het niet halen van de minimum target door Europe Houseboats als grond voor opzegging heeft gehanteerd. De enkele niet geconcretiseerde opmerking van Stardust over andere ontwikkelingen en handelingen van Europe Houseboats kan niet worden aangemerkt als een beroep op: "a substantial breach by the other party of the obligations arising out of the contract, or in case of exceptional circumstances justifying the earlier termination", hetwelk ingevolge de tekst van de distributieovereenkomst opzegging zonder inachtneming van een opzegtermijn zou hebben kunnen rechtvaardigen. Voor zover het wel de bedoeling zou zijn geweest van Stardust om de distributieovereenkomst zonder inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn van één maand te beëindigen, is de rechtbank van oordeel dat De Hooghe Staete c.s. daar in zoverre geen rechten aan kan ontlenen, nu zij in dat geval die opzegging zonder inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn heeft uitgelokt.
4.37. De distributieovereenkomst en de subdistributieovereenkomst waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit rechtvaardigt de conclusie dat het einde van de distributie¬overeenkomst ook het einde van de subdistributieovereenkomst meebracht. De verbondenheid van beide overeenkomsten volgt uit diverse artikelen van de subdistributieovereenkomst, in onderling verband gelezen. In artikel 2 van de subdistributieovereenkomst worden exclusiviteitsrechten met betrekking tot de Stardust houseboats aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer verleend, welke rechten Europe Houseboats ontleende aan de distributieovereenkomst met Stardust. Europe Houseboats kon die exclusiviteitsrechten slechts verlenen zolang de distributieovereenkomst bestond. Artikel 12.1 van de subdistributieovereenkomst vermeldt dan ook dat de subdistributie¬overeenkomst is gesloten voor bepaalde tijd "tot 21 januari 2013 (de datum waarop de overeenkomst tussen Europe Houseboats en Stardust zal eindigen)". De verbondenheid van beide overeenkomsten blijkt voorts uit de artikelen 7.1, 8.1, 8.2, 8.3, 11.1, 11.2 en 14.2. De rechtbank verwijst verder naar de inhoud van die onder de vaststaande feiten weergegeven artikelen.
4.38. Weliswaar is niet ondenkbaar dat Europe Houseboats - zoals zij heeft gesteld - nog Stardust houseboats aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer zou kunnen leveren na beëindiging van de distributieovereenkomst, maar dat rechtvaardigt niet de conclusie dat ook het voortbestaan van de subdistributieovereenkomst na beëindiging van de distributieovereenkomst denkbaar is. De subdistributieovereenkomst omvatte immers meer aspecten dan louter het vormen van een basis voor door Europe Houseboats aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer te leveren individuele Stardust houseboats. Na beëindiging van de distributieovereenkomst kon Europe Houseboats niet langer alle rechten aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer verlenen die zij, zolang de distributieovereenkomst nog van kracht was, kon ontlenen aan de subdistributieovereenkomst, in het bijzonder de bedongen exclusiviteit binnen een bepaald rayon.
4.39. Uitgangspunt bij de verdere beoordeling is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen:
(a.) dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer gedurende de looptijd van de subdistributieovereenkomst wanprestatie hebben gepleegd door te handelen in strijd met de voor hen uit artikel 2.6 van de subdistributieovereenkomst voortvloeiende plicht om geen producten te ontwikkelen, produceren, distribueren of verkopen, die concurreren met de Stardust houseboat, en
(b.) dat de subdistributieovereenkomst op 23 februari 2011 is geëindigd.
4.40. Thans zal de rechtbank overgaan tot beoordeling van de over en weer ingestelde vorderingen tot schadevergoeding. De gevorderde verklaringen voor recht zullen (nog) niet worden behandeld, nu deze ondergeschikt zijn aan de vorderingen tot schadevergoeding en tot betaling van verbeurde boetes.
4.41. De Hooghe Staete c.s. heeft aan haar reconventionele vordering tot schadevergoeding het standpunt ten grondslag gelegd dat Europe Houseboats jegens De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer toerekenbaar tekort is geschoten. Zij verwijst ter onderbouwing van dit standpunt naar de gronden die Stardust voor beëindiging van de distributieovereenkomst heeft aangevoerd.
4.42. De door Stardust aangevoerde grond voor de opzegging betreft het te lage aantal houseboats dat vanuit het rayon van Europe Houseboats bij Stardust is besteld. De Hooghe Staete c.s. wijst er terecht op dat het primair de verantwoordelijkheid van Europe Houseboats was om binnen haar rayon voldoende orders voor Stardust houseboats te genereren. Dat Europe Houseboats daar niet in is geslaagd, is echter niet aan te merken als een toerekenbaar tekort schieten van Europe Houseboats in voor haar uit de subdistributieovereenkomst voortvloeiende verplichtingen jegens De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer. Weliswaar heeft het niet realiseren van die aantallen de opzegging van de distributieovereenkomst door Stardust mogelijk gemaakt, maar De Hooghe Staete c.s. is minst genomen medeverantwoordelijk voor de opzegging van de distributieovereenkomst door Stardust. Het zijn De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer geweest die in strijd met hun contractuele verplichtingen jegens Europe Houseboats een concurrerende boot hebben doen ontwikkelen en die in strijd met hun contractuele verplichtingen jegens Europe Houseboats boten hebben besteld bij een concurrent van Stardust.
4.43. Dat Europe Houseboats de met Stardust overeengekomen aantallen te verkopen houseboats evenmin zou hebben gehaald indien De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer geen wanprestatie jegens haar zouden hebben gepleegd, brengt niet mee dat de opzegging van de distributieovereenkomst door Stardust geacht kan worden los te staan van de door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer jegens Europe Houseboats gepleegde wanprestatie. Indien De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer meer houseboats via Europe Houseboats bij Stardust zouden hebben besteld in plaats van bij een concurrent en indien zij er bij Stardust niet sterk op zouden hebben aangedrongen om de relatie met Europe Houseboats te beëindigen, is niet aannemelijk dat Stardust de distributieovereenkomst zonder meer zou hebben opgezegd.
4.44. Gelet op de hiervoor weergegeven omstandigheden valt het feit van de opzegging van de distributieovereenkomst door Stardust en de gevolgen daarvan, te weten: het eindigen van de subdistributieovereenkomst, niet aan te merken als een tekortschieten van Europe Houseboats jegens De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer. De door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer tegen Europe Houseboats ingestelde vordering tot schadevergoeding zal derhalve worden afgewezen.
4.45. Europe Houseboats stelt ten aanzien van verschillende onderdelen van haar vordering verschillende feitelijke grondslagen. Het eerste onderdeel van haar vordering heeft betrekking op bouwcontracten 8 en 9. Europe Houseboats stelt dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer hun verplichtingen uit de reeds gesloten bouwcontracten 8 en 9 niet zijn nagekomen en dat Europe Houseboats daardoor een schade lijdt van USD 69.679,68. Europe Houseboats stelt dat de verkoopprijs voor de betreffende houseboats USD 290.332,00 per stuk bedroeg; in totaal derhalve USD 580.664,00. Zij maakt aanspraak op de haars inziens overeengekomen vergoeding van 12%.
4.46. De Hooghe Staete c.s. voert het verweer dat Europe Houseboats op 6 januari 2011 in crediteursverzuim geraakte omdat bleek dat Europe Houseboats niet kon afleveren. Dat verweer faalt.
4.47. De contracten ten aanzien van de houseboats 8 en 9 waren reeds in 2010 tot stand gekomen. Vervolgens is vertraging opgetreden omdat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer de vereiste letters of credit niet afgaven. De Hooghe Staete c.s. voert aan dat de letters of credit nog niet waren gesteld omdat de inmiddels afgenomen Stardust houseboats 6 en 7 weliswaar van betere kwaliteit waren dan de eerder afgenomen houseboats, maar nog wel kinderziekten vertoonden. Het lag op de weg van De Hooghe Staete c.s. om feiten en omstandigheden te stellen waaruit kon worden afgeleid dat de houseboats 6 en 7 nog zodanige (moeilijk herstelbare) gebreken vertoonden dat De Hooghe Staete c.s. reële vrees had dat houseboats 8 en 9 en volgende niet van voldoende kwaliteit zouden zijn. Dienaangaande heeft De Hooghe Staete c.s. onvoldoende gesteld. Aan bewijslevering ter zake van de kwaliteit van de boten 6 en 7, zoals door De Hooghe Staete c.s. aangeboden (conclusie van dupliek onder 15), komt de rechtbank dus niet toe. De rechtbank moet dan ook aannemen dat bij de beslissing van De Hooghe Staete c.s. om de letters of credit (nog) niet te stellen van doorslaggevende betekenis is geweest dat zij inmiddels - zonder Europe Houseboats daarover te infomeren - vergelijkbare houseboats door een andere producent had laten ontwikkelen en dat zij reeds een aantal - volgens haar stellingen vijf - houseboats bij die producent had besteld. Indien De Hooghe Staete c.s. niet voor dit alternatief zou hebben gekozen, is aannemelijk dat de gestelde "kinderziektes" van de Stardust houseboats 6 en 7 zouden zijn verholpen en dat De Hooghe Staete c.s. in haar behoefte aan houseboats zou hebben voorzien door meer Stardust houseboats te bestellen.
4.48. Bij e-mails en brieven van 29 december 2010 heeft Europe Houseboats De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer ter zake van de verplichting om de letters of credit te stellen in gebreke gesteld tegen 5 januari 2011. Er is, anders dan De Hooghe Staete c.s. kennelijk meent, geen reden om aan te nemen dat Stardust vanaf 6 januari 2011, indien de letters of credit met betrekking tot beide boten waren gesteld, niet meer bereid zou zijn geweest om de boten 8 en 9 te bouwen. De distributieovereenkomst was immers nog niet beëindigd. Ook uit de inhoud van de correspondentie tussen Stardust en Europe Houseboats kan niet worden afgeleid dat Stardust zou hebben geweigerd de boten te bouwen. Integendeel, in haar brief van 14 januari 2011 aan de advocaat van Europe Houseboats heeft Stardust bevestigd dat zij de distributieovereenkomst tot de beëindiging daarvan zal respecteren. Daaruit kan worden afgeleid dat zij de opdracht om nog twee houseboats te bouwen zou hebben aanvaard. Van crediteursverzuim aan de zijde van Europe Houseboats was derhalve geen sprake.
4.49. Met betrekking tot het percentage van de commissie waarop Europe Houseboats aanspraak had kunnen maken, voert De Hooghe Staete c.s. terecht aan dat in de subdistributieovereenkomst een commissie van 7% was overeengekomen. De rechtbank verwijst verder naar hetgeen is overwogen onder 4.18 tot en met 4.22.
4.50. Het vorenstaande brengt mee dat ter zake van deze post geen hoger bedrag toewijsbaar kan zijn dan USD 40.646,48. Dit is het bedrag van de in 4.49 genoemde commissie van 7% over de (in 4.45 genoemde en niet door De Hooghe Staete c.s. betwiste) leveringsprijs van Stardust. Uit de stellingen van Europe Houseboats wordt de rechtbank echter niet duidelijk hoe het bedrag van de door Europe Houseboats gemiste commissie zich verhoudt tot door Europe Houseboats geleden schade. Ter zake van de te leveren houseboats 8 en 9 dienden naar de rechtbank begrijpt ingevolge de subdistributieovereenkomst ook werkzaamheden door Europe Houseboats te worden verricht. De rechtbank verwijst naar artikel 4.2 van de subdistributieovereenkomst. Het komt de rechtbank voor dat van schade voor Europe Houseboats slechts sprake kan zijn voor zover het totaalbedrag aan te ontvangen commissie hoger was dan de met de levering van betreffende houseboats door Europe Houseboats nog te maken kosten. Europe Houseboats zal in de gelegenheid worden gesteld zich hierover uit te laten.
4.51. Europe Houseboats stelt voorts dat zij als gevolg van het niet-nakomen van de in de subdistributieovereenkomst opgenomen afnameverplichting over de minimale looptijd (van 1 oktober 2008 tot 21 januari 2013) van die overeenkomst een schade lijdt van USD 751.156,00. Europe Houseboats legt daaraan de redenering ten grondslag dat De Hooghe Staete jaarlijks tien Stardust houseboats had moeten afnemen. Voor de minimale looptijd van de distributieovereenkomst berekent Europe Houseboats het af te nemen totale aantal op 43. Van dat aantal zijn zeven houseboats daadwerkelijk afgenomen. Ter zake van houseboats 8 en 9 waarvoor reeds contracten waren gesloten, grondt Europe Houseboats haar aanspraken op de onder 4.45 tot en met 4.50 hiervoor behandelde stellingen. Derhalve resteren 34 exemplaren. De per boot gemiddeld gederfde winst bedraagt in de visie van Europe Houseboats USD 22.092,84, uitgaande van 7% commissie over een door haar gestelde gemiddelde totaalprijs per boot van USD 315.612,00. De schade is in de visie van Europe Houseboats echter niet beperkt tot de minimale looptijd van de subdistributieovereenkomst. Europe Houseboats stelt dat zij in totaal 250 Stardust houseboats aan of via De Hooghe Staete c.s. had kunnen verkopen indien De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer geen wanprestatie zouden hebben gepleegd door zich in te laten met concurrerende activiteiten en door te trachten Europe Houseboats als distributeur van Stardust buiten spel te zetten. Aanvullend berekent zij haar schade op basis van gemiste commissie over 250 houseboats, onder aftrek van de 43 hiervoor genoemde houseboats. Daarmee begroot zij deze schadepost op USD 4.573.217,80 (207 x USD 22.092,84= USD 4.573.217,88). Europe Houseboats stelt voorts dat zij, indien de wanprestatie van De Hooghe Staete c.s. en De Koeweide Beheer achterwege was gebleven, steeds minder tijd en aandacht zou hebben moeten besteden aan de normale voortzetting van de relatie tussen Europe Houseboats en De Hooghe Staete c.s. In die situatie had zij haars inziens kunnen investeren in het uitbouwen van een dealernetwerk voor heel Europa. Zij gaat er schattenderwijs van uit dat zij dankzij die activiteiten nog eens 20 houseboats zou hebben kunnen verkopen met een marge van gemiddeld € 100.000,00. Zij begroot haar schade uit dien hoofde op € 2.000.000,00. In juridische zin betreffen alle gestelde feitelijke grondslagen verschillende vormen van wanprestatie van de zijde van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer.
4.52. Bij begroting van de omvang van de door Europe Houseboats als gevolg van het tekortschieten van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer geleden schade zal rekening dienen te worden gehouden met de redelijke verwachting over toekomstige ontwikkelingen in de hypothetische situatie dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer geen wanprestatie zouden hebben gepleegd maar correct zouden zijn nagekomen.
4.53. De ter zake van die wanprestatie wellicht meest verstrekkende stelling van Europe Houseboats, dat het de ambitie van De Hooghe Staete was om - in plaats van Europe Houseboats - het distributeurschap van Stardust voor heel Europa te verwerven, valt moeilijk te rijmen met de stelling dat De Hooghe Staete een concurrerend product heeft doen ontwikkelen en op de markt heeft gebracht. Europe Houseboats heeft de stelling dat De Hooghe Staete het doel had om zelf het distributierecht van Stardust te verwerven voor geheel Europa, na gemotiveerde betwisting van die stelling door De Hooghe Staete c.s., ook niet voldoende gemotiveerd gehandhaafd. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken waaruit kan worden afgeleid dat De Hooghe Staete een dergelijke ambitie had.
4.54. Uit de brief van 22 december 2010 van Comfortparc Wessem ([gedaagde 4]) aan Stardust blijkt wel dat De Hooghe Staete c.s. het daarheen trachtte te leiden dat Stardust de distributieovereenkomst met Europe Houseboats zou opzeggen. Voorts blijkt uit die brief dat De Hooghe Staete c.s. in de toekomst eventueel zaken met Stardust wilde doen buiten Europe Houseboats om. De Hooghe Staete c.s. heeft voorts niet, althans niet gemotiveerd, betwist dat zij inderdaad een met de Stardust houseboat concurrerend product heeft laten ontwikkelen en op de markt heeft gezet. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij hierover heeft overwogen onder 4.27, 4.28, 4.29 en 4.30 hiervoor. Het (doen) verrichten van die concurrerende activiteiten vormt een ernstige toerekenbare tekortkoming van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer in de nakoming van voor hen uit de subdistributieovereenkomst voortvloeiende verbintenissen. Ook het buiten Europe Houseboats in contact treden met Stardust en het bij Stardust aandringen op beëindiging van de distributieovereenkomst met Europe Houseboats is in strijd met de redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen partijen beheerste, en levert in de contractuele relatie tussen Europe Houseboats enerzijds en De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer anderzijds een tekortkoming in de nakoming op. De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer zijn verplicht de schade die Europe Houseboats door hun wanprestatie lijdt te vergoeden.
4.55. Wat de stellingen van Europe Houseboats over de minimale looptijd van de subdistributieovereenkomst - welke relevant zijn voor de gestelde grondslag ter zake van de afnameverplichting - betreft, wijst De Hooghe Staete c.s. er terecht op dat de distributieovereenkomst met Europe Houseboats door Stardust kon worden, en is, opgezegd. Het voortbestaan van de subdistributieovereenkomst was mede afhankelijk van het voortbestaan van de distributieovereenkomst. Omdat de distributieovereenkomst als gevolg van opzegging door Stardust aan Europe Houseboats vroegtijdig ten einde kon komen, kon ook de subdistributieovereenkomst vroegtijdig ten einde komen. Dat was op 23 februari 2011 het geval. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij hierover onder 4.35, 4.36, 4.37 en 4.38 hiervoor heeft overwogen. De relevantie hiervan voor de vorderingen tot schadevergoeding is echter beperkt. Zoals hiervoor is overwogen is immers onwaarschijnlijk dat de distributieovereenkomst ook zou zijn opgezegd indien De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer geen wanprestatie zouden hebben gepleegd jegens Europe Houseboats. In dat geval zouden De Hooghe Staete c.s. en Europe Houseboats in de visie van de rechtbank voor of na aflevering van de Stardust houseboats 6 en 7 met elkaar in overleg zijn getreden over de door De Hooghe Staete c.s. te plaatsen vervolgorders (zie hierna onder 4.60). De Hooghe Staete c.s. had in dat geval immers geen orders voor inmiddels geheel aan haar behoeften aangepaste houseboats kunnen plaatsen bij een concurrent van Stardust, terwijl zij wel behoefte had aan houseboats. In dat geval zouden er via Europe Houseboats inmiddels meer orders zijn geplaatst bij Stardust en zou er een reëel uitzicht hebben bestaan op nog meer vervolgorders. Dan ligt een volledige opzegging van de distributieovereenkomst niet voor de hand. Daar komt bij dat in de hypothetische situatie zonder wanprestatie De Hooghe Staete c.s. er niet bij Stardust op zou hebben aangedrongen om de relatie met Europe Houseboats te beëindigen. In dit verband is mede van belang dat op het moment dat de problemen met de aanpassing van de houseboats aan de eisen van de Nederlandse markt waren opgelost, het voor Stardust eenvoudiger en daarmee goedkoper zou worden om meer exemplaren van het inmiddels uitontwikkelde model te bouwen.
4.56. Voor Stardust was De Hooghe Staete c.s. een zeer belangrijke potentiële afnemer van - mogelijk vele tientallen - in de toekomst nog af te nemen houseboats. Het lag niet in de rede dat Stardust de relatie met die potentiële afnemer in gevaar zou hebben willen brengen door de distributieovereenkomst met Europe Houseboats volledig op te zeggen. In dit verband is ook van belang dat Annex VII bij de distributieovereenkomst tussen Stardust en Europe Houseboats Stardust niet alleen de mogelijkheid bood van opzegging van de distributieovereenkomst, maar ook alternatieven daarvoor zoals: "to reduce the extent of the Territory".
4.57. Het ligt in de rede dat Stardust als alternatief voor opzegging van het distributiecontract een beperking van de omvang van het rayon van Europe Houseboats zou hebben overwogen indien Europe Houseboats erin zou zijn geslaagd slechts uit een bepaald deel van haar rayon, namelijk het rayon van de subdistributeur, orders voor houseboats te genereren. In dit verband is van belang dat Europe Houseboats gedurende de looptijd van de distributieovereenkomst met Stardust in Europa buiten het rayon van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer niet of nauwelijks activiteiten heeft ontplooid teneinde elders in Europa Stardust houseboats te verkopen, althans geen activiteiten die hebben geleid tot door Stardust aantrekkelijk geachte concrete orders.
4.58. Ook indien de wanprestatie van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer jegens Europe Houseboats achterwege zou zijn gebleven, lag het in de rede dat Stardust Europe Houseboats niet zou hebben willen handhaven als distributeur van Stardust voor heel Europa, dat wil zeggen niet voor die delen van haar rayon waarin Europe Houseboats nog geen succes had geboekt. De rechtbank is op grond van de hiervoor weergegeven overwegingen van oordeel dat het in de hypothetische situatie waarin de wanprestatie van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer achterwege zou zijn gebleven in redelijkheid niet was te verwachten dat Europe Houseboats er in zou zijn geslaagd om (ook) elders in Europa een substantieel aantal Stardust houseboats te verkopen met een te realiseren aanzienlijke winst per houseboat. Dat betekent dat het daarop betrekking hebbende deel van de vorderingen van Europe Houseboats een te speculatief karakter heeft en zal worden afgewezen.
4.59. Hetgeen hiervoor is overwogen, neemt niet weg dat voldoende aannemelijk is dat de opzegging van de distributieovereenkomst, op de datum en wijze waarop dit plaatsvond, in causaal verband staat met de wanprestatie van De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer. De Hooghe Staete c.s. voeren weliswaar aan dat Stardust meer redenen had om de distributieovereenkomst met Europe Houseboats te beëindigen, maar, zoals hiervoor overwogen, de rechtbank acht aannemelijk dat die redenen minder gewicht in de schaal zouden hebben gelegd indien er voor januari 2011 via Europe Houseboats aanzienlijk meer orders voor houseboats bij Stardust zouden zijn geplaatst en indien De Hooghe Staete c.s. er in december 2010 niet sterk bij Stardust op had aangedrongen om de relatie tussen Stardust en Europe Houseboats te beëindigen.
4.60. Met betrekking tot de door Europe Houseboats gestelde grondslag van de overeengekomen minimale afnameverplichting verwijst de rechtbank naar hetgeen zij onder 4.13 hiervoor heeft overwogen. Nadat Europe Houseboats tot eind 2010 heeft geaccepteerd dat aanzienlijk minder houseboats werden afgenomen dan het in de subdistributie¬overeenkomst genoemde aantal van 10 per jaar, kon zij daar nadien niet op terugkomen. Vanaf het moment dat Europe Houseboats/Stardust houseboats kon leveren die kwalitatief voldeden aan de voor de Nederlandse markt te stellen normen, lag het in de rede dat partijen weer met elkaar in overleg zouden treden over de af te nemen aantallen. Uitgangspunt is derhalve niet (zonder meer) de afnameverplichting van 10 houseboats per jaar.
4.61. Teneinde beter te kunnen bepalen in welke mate Europe Houseboats schade als gevolg van gemiste commissie heeft geleden, acht de rechtbank het van belang meer informatie te verkrijgen over de volgende onderwerpen:
- de aantallen houseboats/comfortships die in 2009, 2010, 2011 en 2012 zijn afgeleverd in het gebied waarvoor De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer in de subdistributieovereenkomst exclusiviteit hadden bedongen;
- de redelijke verwachting met betrekking tot (de ontwikkeling van) de markt voor houseboats/comfortships in dat gebied in toekomstige jaren;
- de capaciteit van Stardust voor wat betreft aantallen te bouwen houseboats in 2011, 2012 en latere jaren;
- de kosten die Europe Houseboats in het verleden heeft gemaakt met betrekking tot door De Hooghe Staete c.s. via haar aan te schaffen Stardust houseboats;
- de kosten die Europe Houseboats in dat kader in de toekomst naar redelijke verwachting had dienen te maken.
4.62. Van schade voor Europe Houseboats kan in de visie van de rechtbank slechts sprake zijn voor zover per saldo de (totale) commissie-inkomsten van Europe Houseboats hoger zouden zijn geweest dan de door haar te maken kosten ter verwerving van die inkomsten. De rechtbank brengt in dit verband in herinnering dat Europe Houseboats in haar e-mail van 2 juni 2010 kenbaar maakte dat zij het commissiepercentage wenste te verhogen omdat de commissie (nog) niet kostendekkend was.
4.63. Zo nodig kan de rechtbank ter zake van voornoemde aspecten advies van deskundigen inwinnen. Eerst zal de rechtbank partijen evenwel in de zin van artikel 22 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) bevelen om bepaalde stellingen toe te lichten en bepaalde, op de zaak betrekking hebbende bescheiden over te leggen. Daartoe zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen opdat partijen - Europe Houseboats als eerste - zich bij conclusie en antwoordconclusie na tussenvonnis kunnen uitlaten.
4.64. De rechtbank zal Europe Houseboats bevelen om bij conclusie na tussenvonnis gemotiveerd en gespecificeerd aan de rechtbank mede te delen:
- wat de capaciteit van Stardust was/is ter zake van in 2011, 2012, 2013, 2014 en volgende jaren af te leveren aantallen houseboats;
- welke kosten Europe Houseboats in 2009 en 2010 heeft gemaakt in verband met de uitvoering van haar verplichtingen uit de subdistributieovereenkomst, dit onder overlegging van alle daarop betrekking hebbende bewijsstukken;
- welke kosten Europe Houseboats in 2011 en volgende jaren verwachtte te moeten maken ter uitvoering van voornoemde verplichtingen;
- wat gemiddeld de kosten voor Europe Houseboats hebben bedragen per aan De Hooghe Staete c.s. afgeleverde Stardust houseboat;
- welke kosten Europe Houseboats in 2011 en volgende jaren naar redelijke verwachting gemiddeld per aan De Hooghe Staete c.s. af te leveren Stardust houseboat zou hebben moeten maken;
- haar visie op hetgeen de rechtbank onder 4.50 hiervoor heeft overwogen, alsmede - voor zover van toepassing - een gespecificeerde opgave van de kosten die zij nog zou hebben moeten maken ter zake van houseboats 8 en 9 indien De Hooghe Staete c.s. die houseboats zou hebben afgenomen.
4.65. De rechtbank zal De Hooghe Staete c.s. bevelen om bij antwoordconclusie na tussenvonnis gemotiveerd en gespecificeerd aan de rechtbank mede te delen:
- welk aantal houseboats in 2009, 2010, 2011 en 2012 is afgeleverd in het gebied waarvoor De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer in de subdistributieovereenkomst exclusiviteit hadden bedongen, gespecificeerd per jaar en per type transactie;
- wat de redelijke verwachting is ter zake van in (het restant van) 2012, 2013, 2014 en volgende jaren nog af te leveren aantal houseboats, gespecificeerd per jaar en per type transactie;
- wat de capaciteit van Stardust was/is ter zake van in 2011, 2012, 2013, 2014 en volgende jaren af te leveren aantallen houseboats.
4.66. De rechtbank zal voorts een comparitie van partijen gelasten teneinde inlichtingen van partijen te verkrijgen en om een regeling in der minne te beproeven. Deze comparitie zal plaatsvinden nadat voornoemde conclusies zijn genomen.
4.67. Thans resteert ter beoordeling de vordering ter zake van in de visie van Europe Houseboats door De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer verbeurde dwangsommen. Aan haar vordering om De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer primair ieder voor zich, subsidiair hoofdelijk, te veroordelen om ter zake verbeurde dwangsommen te voldoen een bedrag van € 250.000,00 legt Europe Houseboats ten grondslag dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer vijf inbreuken hebben gemaakt op het bij het kort geding vonnis van 20 januari 2011 aan hen opgelegde verbod. Dit betreft in de visie van Europe Houseboats drie inbreuken op het verbod op het produceren van concurrerende producten en twee inbreuken op het verbod op het verkopen van concurrerende producten.
4.68. Europe Houseboats stelt daartoe - kort weergegeven - het volgende. De Koeweide Beheer heeft [B] opdracht gegeven tot de bouw van vijf comfortships. Op 23 januari 2011 was [C], een onderaannemer van [B], bezig met de productie van één casco. De productie is nadien ongewijzigd voortgezet. Tevens werd op de werf van Linskens na 23 januari 2011 door onderaannemers van [D] gewoon voortgebouwd aan de afbouw van een ander comfortship. Na aflevering door [C] van een casco is zij met de productie van een volgend casco begonnen. Voorts heeft De Hooghe Staete c.s. op 23 februari 2011 aan de heer en mevrouw [E] twee van deze concurrerende producten verkocht. De Koeweide Beheer heeft het verbod vijfmaal rechtstreeks overtreden. De Hooghe Staete heeft als enig bestuurder en enig aandeelhouder van De Koeweide Beheer actief meegewerkt aan die overtredingen.
4.69. In het vonnis in kort geding van 20 januari 2011 is het De Hooghe Staete en/of De Koeweide Beheer verboden om producten te ontwikkelen, te produceren, te distribueren of te verkopen, die concurreren met de in de tussen Europe Houseboats en De Hooghe Staete gesloten distributieovereenkomst genoemde houseboats, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000 voor iedere keer dat zij niet aan de hoofdveroordeling zouden voldoen. Het vonnis in kort geding werd op 23 januari 2011 aan De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer betekend. Hoewel het vonnis in kort geding geen termijn stelt, vloeit uit de subdistributieovereenkomst voort dat de daarin opgenomen non-concurrentiebepaling, welke aanleiding was voor het in kort geding opgelegde verbod, is bedoeld van kracht te zijn gedurende de looptijd van de subdistributieovereenkomst. De subdistributie¬overeenkomst is op 23 februari 2011 ten einde gekomen. Na 23 februari 2011 waren De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer dan ook niet meer gebonden aan de uit de subdistributieovereenkomst voortvloeiende verplichting om geen producten te ontwikkelen, produceren, distribueren of verkopen, die concurreren met de Stardust houseboats. Dat brengt mee dat Europe Houseboats zich ook niet langer kon beroepen op het bij het kort geding vonnis van 20 januari 2011 geformuleerde verbod. De Hooghe Staete en/of De Koeweide Beheer zijn derhalve slechts dwangsommen verschuldigd voor het aantal keren dat zij in de periode van 23 januari 2011 tot en met 23 februari 2011 het verbod hebben overtreden.
4.70. De Hooghe Staete c.s. voert aan dat De Koeweide Beheer en De Hooghe Staete na betekening van het vonnis en tot en met 23 februari 2011 geen nieuwe boten hebben ontwikkeld of verkocht of gedistribueerd danwel opdracht hebben gegeven tot productie. Daarbij voeren zij aan dat De Koeweide Beheer uitsluitend met [D] contracteerde en niet met andere (onder)aannemers. [D] bepaalde welke werkzaamheden zij wilde uitbesteden aan onderaannemers.
4.71. De Hooghe Staete c.s. miskent dat het door de voorzieningenrechter geformuleerde verbod niet was beperkt tot nieuwe boten. Ook het continueren van de productie van boten die reeds eerder waren besteld, viel onder het verbod. De Hooghe Staete c.s. beroept zich op een verklaring van [D] dat zij tot medio maart 2011 één boot in haar werkplaats had staan en dat zij in januari en februari geen werkzaamheden aan boten heeft verricht. Daarmee heeft De Hooghe Staete c.s. echter niet weersproken de stelling van Europe Houseboats dat dergelijke werkzaamheden wel zijn verricht door onderaannemers van [D].
4.72. De rechtbank stelt vast dat sprake is van twee overtredingen van het verbod om een concurrerend product te produceren. Eén overtreding betreft het feit dat door onderaannemer [C] in de periode van 23 januari 2011 tot en met 23 februari 2011 is voortgebouwd aan een casco. Een tweede betreft het feit dat in de relevante periode door (andere) onderaannemers van [D] is voortgebouwd aan een comfortship dat op 23 januari 2011 op de werf van [D] in aanbouw was.
4.73. Het (doen) produceren van comfortships door De Koeweide Beheer kan gelet op de verhoudingen binnen de groep tevens worden aangemerkt als een (doen) produceren door De Hooghe Staete. Beide rechtspersonen waren in staat om in lijn met het bij het vonnis in kort geding opgelegde verbod de productie van de comfortships te doen staken. In dit verband hecht de rechtbank ook betekenis aan het feit dat De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer in de subdistributieovereenkomst garanderen dat aan haar of aan haar directie c.q. aandeelhouders gelieerde natuurlijke en/of rechtspersonen de contractuele non-concurrentieverplichtingen eveneens zullen respecteren. Derhalve verbeuren De Hooghe Staete en De Koeweide Beheer ter zake van deze overtredingen hoofdelijk de opgelegde dwangsom van
€ 50.000,00 per overtreding.
4.74. Europe Houseboats stelt dat [C] na aflevering van het casco dat op 23 januari 2011 bij haar in aanbouw was met de productie van een nieuw casco is begonnen. De e-mail van 7 februari 2012 van [C] waarop Europe Houseboats zich beroept, vermeldt hierover dat [C] in de periode november 2010 tot augustus 2011 in opdracht van [B] zonder onderbreking casco's heeft gebouwd voor comfortships en dat [C] ook in de periode januari/februari 2011 gewoon is blijven doorbouwen aan een casco. Hieruit is niet af te leiden dat [C] in de relevante periode een casco heeft afgeleverd en met een productie van een volgend casco is begonnen. Nu Europe Houseboats stelt dat zij heeft vast kunnen stellen dat [C] met de productie van een volgend casco is begonnen, ligt het op haar weg om die stelling te concretiseren, bijvoorbeeld door tevens te stellen wanneer [C] met de productie van dat volgende casco is begonnen en hoe zij dat heeft vastgesteld. Europe Houseboats zal in de gelegenheid worden gesteld bij conclusie na tussenvonnis haar stellingen hierover te concretiseren en desgewenst een concreet en gespecificeerd bewijsaanbod te doen.
4.75. De Hooghe Staete c.s. betwist niet dat op 23 februari 2011 aan de heer en mevrouw [E] twee comfortships zijn verkocht. Zij voert echter aan dat ter zake van die transacties op 11 januari 2011 reeds twee voorovereenkomsten waren gesloten voor de verkoop van twee boten, comfortship type Starline 1761. Dit zijn in de visie van De Hooghe Staete c.s. boten die werden geproduceerd door [B] en niet door Stardust. Zij biedt daarvan bewijs door getuigen aan (antwoordakte van 23 april 2012 onder 7). Mede gelet op de inhoud van producties 61 en 62 bij conclusie van dupliek in reconventie, tevens houdende akte vermeerdering van eis in conventie, komt het de rechtbank voor dat de Starline 1761 een type van Stardust was. Bij antwoordconclusie na tussenvonnis zal De Hooghe Staete c.s. zich nader kunnen uitlaten over haar stelling dat de Starline 1761 een door [B] en niet door Stardust geproduceerde boot was, alsmede hoe die stelling zich verhoudt tot voornoemde producties. Dan kan zij tevens haar bewijsaanbod op dit punt nader toelichten. Vervolgens kan dit punt ter comparitie van partijen nader worden besproken, bij welke gelegenheid Europe Houseboats kan reageren.
4.76. In afwachting van de nadere conclusiewisseling en de comparitie van partijen zal de rechtbank iedere verdere beslissing aanhouden, waaronder beslissingen over de gestelde buitencontractuele aansprakelijkheid van Comfortparc Wessem, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] en over de gevorderde verklaringen voor recht.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verwijst de zaak naar de rol van woensdag 5 december 2012 voor een conclusie na tussenvonnis aan de zijde van (eerst) Europe Houseboats teneinde zich uit te laten als onder 4.50, 4.64 en 4.65 en 4.74 hiervoor vermeld, waarna De Hooghe Staete c.s. kan reageren bij antwoordconclusie en zich voorts kan uitlaten als onder 4.75 hiervoor vermeld,
5.2. beveelt voorts een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting op de terechtzitting van de rechter-commissaris mr. C. Bouwman in het Gerechtsgebouw te Rotterdam aan het Wilhelminaplein 100-125 op dinsdag 19 februari 2013 van 13.00 tot 15.00 uur,
5.3. bepaalt dat [gedaagde 4] en [gedaagde 5] dan in persoon aanwezig moet zijn en dat Europe Houseboats, De Hooghe Staete, De Koeweide Beheer en Comfortparc Wessem dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is hen te vertegenwoordigen,
5.4. bepaalt dat de partij die op genoemd tijdstip niet kan verschijnen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank - ter attentie van de sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam - om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in februari, maart en april 2013,
5.5. bepaalt dat nadere stukken waarop partijen zich in deze procedure wensen te beroepen uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting aan de rechtbank - ter attentie van de sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam - en de wederpartij moeten zijn toegestuurd,
5.6. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman, mr. Th. Veling en mr. F. Damsteegt-Molier en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2012.
[1729, 1980, 2148]