ECLI:NL:RBROT:2012:BY1446
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- M.F.L.M. van der Grinten
- W.P. Sprenger
- R.F. de Knoop
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in huurzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 26 oktober 2012 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker tegen de kantonrechter in een civielrechtelijke procedure. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter niet onpartijdig was, omdat hij verzoeker niet toestond om de voorgeschiedenis van de partijen ter zitting te bespreken en omdat de rechter de wederpartij de gelegenheid gaf om een stuk in het geding te brengen dat zou wijzen op een huurachterstand. Verzoeker stelde dat hij onvoldoende gelegenheid had gekregen om zich te verweren tegen de beschuldigingen van huurachterstand en dat de rechter hem had belemmerd in zijn verdediging.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden die door verzoeker zijn aangevoerd. De rechtbank concludeerde dat de rechter voldoende ruimte had geboden aan verzoeker om zijn standpunt te verduidelijken en dat de beslissing van de rechter om de voorgeschiedenis niet te bespreken in lijn was met eerdere mededelingen aan partijen. De rechtbank oordeelde dat de rechter niet onpartijdig was en dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter de procedure correct had gevolgd en dat verzoeker de kans had gekregen om zijn verweer te voeren.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen, waarbij werd benadrukt dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert. De beslissing is genomen in het belang van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht.