ECLI:NL:RBROT:2012:BY0792
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- M.F.L.M. van der Grinten
- W.P. Sprenger
- R.F. de Knoop
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van de stichting [naam stichting]. Het verzoek tot wraking was ingediend door de gemachtigde van verzoekster op 24 september 2012, terwijl de gewraakte gedragingen van de rechter zich hadden voorgedaan tijdens een zitting op 5 september 2012. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet tijdig was ingediend, zoals vereist door artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De wrakingskamer overwoog dat verzoekster op de zitting van 5 september 2012 aanwezig was en kennis had genomen van de uitlatingen en gedragingen van de rechter. De termijn voor het indienen van een wrakingsverzoek is ruimschoots overschreden, wat betekent dat verzoekster niet-ontvankelijk werd verklaard in haar verzoek. Verzoekster had aangevoerd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat het verzoek moest worden opgesteld door een kantoorgenoot in afwezigheid van de gemachtigde. De wrakingskamer oordeelde echter dat, ondanks deze omstandigheden, van verzoekster verwacht mocht worden dat zij het verzoek binnen enkele dagen na de zitting zou indienen. De beslissing van de rechtbank werd genomen in aanwezigheid van de griffier J.A. Faaij en de gemachtigde van de gerekwestreerden, mr. P.H.A. de Boer.