ECLI:NL:RBROT:2012:BY0506
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- W.P. Sprenger
- R.F. de Knoop
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van de rechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2012 een verzoek om verschoning van de rechter toegewezen. De rechter, mr. R.M.H.G. Ritzen, had op 13 september 2012 een schriftelijk verzoek tot verschoning ingediend, omdat haar partner (zijdelings) betrokken was bij een van de procespartijen. De verschoningskamer heeft het griffiedossier van de procedure bestudeerd en de betrokken partijen uitgenodigd voor de zitting. Tijdens de zitting op 12 oktober 2012 zijn de rechter en de advocaten van de procespartijen verschenen. De rechter heeft uiteengezet dat zij aanvankelijk geen aanwijzingen had dat haar onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen, maar na inhoudelijke bestudering van de zaak bleek dat haar partner advies had gegeven aan een nieuwe investeerder van de gedaagde partij. Dit leidde tot de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid objectief in het geding zou kunnen komen.
De rechtbank heeft vervolgens de omstandigheden beoordeeld en geconcludeerd dat de door de rechter aangevoerde omstandigheid een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. De rechtbank benadrukte dat verschoning een middel is ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. De beslissing om het verzoek om verschoning toe te wijzen, werd genomen in het belang van de waarborging van een eerlijke rechtsgang. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.