ECLI:NL:RBROT:2012:BW8081
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van vervoerder bij vertraagde aflevering van zeecontainers
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschappen B.V. Scheepvaart- en Handelsmaatschappij Marico en Marico Expeditie B.V. als eiseressen in conventie en de besloten vennootschap Saint-Gobain Cultilène B.V. als gedaagde in conventie. De zaak betreft de vertraagde aflevering van containers met steenwol die van Rotterdam naar Altamira in Mexico moesten worden vervoerd. De feiten zijn als volgt: in de periode van maart tot mei 2010 heeft Marico in opdracht van Cultilène vier zendingen van containers vervoerd. De vierde zending, die bestond uit vijf containers, zou aanvankelijk op 28 april 2010 vertrekken, maar vertrok pas op 1 mei 2010. De zeevervoerder CSAV besloot Kingston als tussenhaven over te slaan om tijd te winnen, maar verscheepte de containers later alsnog naar Kingston, waar op dat moment een noodtoestand was afgekondigd. Hierdoor arriveerden de containers pas op 20 juni 2010 in Altamira.
In conventie vorderden Marico c.s. betaling van € 18.198,89 voor hoofdsom, wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten van Cultilène. In reconventie vorderde Cultilène dat Marico c.s. aansprakelijk werden gesteld voor de schade die zij had geleden door de vertraging, begroot op € 25.875,07. De rechtbank oordeelde dat Marico als vervoerder aansprakelijk was voor de vertraging, omdat zij CSAV als ondervervoerder had ingeschakeld en op grond van artikel 6:76 BW aansprakelijk was voor de gedragingen van CSAV. Het beroep van Marico op overmacht werd verworpen, omdat de omstandigheden die de vertraging veroorzaakten niet als overmacht konden worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de Fenex-condities niet van toepassing waren op de overeenkomsten tussen partijen en dat de overeenkomsten strekten tot vervoer en niet tot expeditie. De rechtbank hield verdere beslissingen aan en stelde Cultilène in de gelegenheid om haar schade nader toe te lichten.