ECLI:NL:RBROT:2012:BW0875
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietigbaarheid van bedingen in algemene voorwaarden en de toepassing van artikel 6:235 lid 3 BW
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2012, gaat het om de vernietigbaarheid van bedingen in de algemene voorwaarden van Hillfresh International B.V. door GR Holland International B.V. en GR Food Services International B.V. De rechtbank behandelt de vraag of de algemene voorwaarden van Hillfresh aan de gedaagden ter hand zijn gesteld, en of deze voorwaarden vernietigbaar zijn op basis van de artikelen 6:233 en 6:234 van het Burgerlijk Wetboek. Hillfresh, een groothandel in groenten en fruit, heeft op 14 juni 2010 een bestelling ontvangen van GR Food Services voor een partij fruit ter waarde van € 46.752,36. GR Holland stelt dat zij niet betrokken is bij deze transactie en dat er geen rechtsgevolgen voor haar zijn. De rechtbank oordeelt dat Hillfresh niet voldoende heeft aangetoond dat haar algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld aan GR International c.s., waardoor deze voorwaarden in beginsel vernietigbaar zijn.
De rechtbank onderzoekt vervolgens het beroep van Hillfresh op artikel 6:235 lid 3 BW, dat stelt dat een partij geen beroep kan doen op vernietiging van voorwaarden die zij zelf ook gebruikt. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van dezelfde of nagenoeg dezelfde algemene voorwaarden, omdat de voorwaarden van beide partijen op verschillende manieren zijn uitgewerkt. Hierdoor kan GR International c.s. wel een beroep doen op de vernietigingsgronden van artikel 6:233 BW. De rechtbank verklaart zich onbevoegd om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen en verwijst de zaak naar de rechtbank te Haarlem, waarbij Hillfresh wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident.