ECLI:NL:RBROT:2012:BW0365
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Eiswijziging en geestelijke stoornis in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft eiser [eiser] een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder [gedaagde 1], [gedaagde 2], [gedaagde 3] en [gedaagde 4]. De zaak betreft een eiswijziging die door de rechtbank in strijd met de eisen van een goede procesorde werd bevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat voor vernietiging van een rechtshandeling op grond van artikel 3:34 BW niet alleen een geestelijke stoornis op het moment van de rechtshandeling vereist is, maar ook dat de wil tot het verrichten van die rechtshandeling ontbroken moet zijn. Eiser heeft zijn vorderingen met betrekking tot een pre-auction agreement ingetrokken, wat door de rechtbank werd gezien als een eisvermindering die mogelijk was zolang er geen eindvonnis was gewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiswijziging onredelijke vertraging van het geding zou veroorzaken en heeft deze ambtshalve buiten beschouwing gelaten.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de door gedaagden aangevoerde geestelijke stoornis van [gedaagde 1] niet voldoende was onderbouwd om de pre-auction agreement te vernietigen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat [gedaagde 1] ten tijde van de overeenkomst niet in staat was om een redelijke waardering van zijn belangen te maken. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser toegewezen, waarbij gedaagden hoofdelijk zijn veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 173.000,--, vermeerderd met contractuele rente, met inachtneming van de bij de notaris gedeponeerde waarborgsom. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 14 maart 2012.