ECLI:NL:RBROT:2012:BV9965

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
395103 / KG ZA 12-76
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een vaststellingsovereenkomst en eis in reconventie

In deze zaak vorderen de eiseressen, bestaande uit ID&T PARTNERS B.V., DOUBLE YOUR NOTES B.V. en AMAZING HOLDING B.V., dat de gedaagden, ETNOLIFE HOLDING B.V. en OUTLAND VASTGOED B.V., worden veroordeeld tot nakoming van een vaststellingsovereenkomst. De eiseressen stellen dat er overeenstemming is bereikt over de essentiële punten van de overeenkomst, ondanks dat deze niet door alle partijen is ondertekend. De gedaagden betwisten de geldigheid van de overeenkomst en stellen dat er nog verschillen van inzicht bestaan over bepaalde kosten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eiseressen spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen en dat er voldoende aannemelijk is dat partijen op 20 december 2011 overeenstemming hebben bereikt over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst. De rechter wijst de eis in reconventie van de gedaagden af, omdat deze niet tijdig is ingediend volgens de vereisten van het procesreglement. De rechter oordeelt dat de gedaagden verplicht zijn om de gevraagde informatie over de omzet en verbruikslijsten te verstrekken en dat zij moeten dooronderhandelen over de resterende punten van de overeenkomst. De rechter wijst de vorderingen van de eiseressen gedeeltelijk toe en compenseert de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 395103 / KG ZA 12-76
Vonnis in kort geding van 8 maart 2012
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ID&T PARTNERS B.V.,
gevestigd te Amsterdam Zuidoost,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOUBLE YOUR NOTES B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AMAZING HOLDING B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
eiseressen,
advocaat mr. M. Leopold,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ETNOLIFE HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OUTLAND VASTGOED B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden,
advocaat mr. N.H. Margetson.
Eiseressen worden hierna aangeduid als "Verkopers". Gedaagden worden hierna aangeduid als "Etnolife" respectievelijk "Outland".
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1-12;
- faxbrief d.d. 20 februari 2012 met aanvullende producties 13-15 van mr. Leopold;
- faxbrief d.d. 20 februari 2012 met aanvullende productie 16 van mr. Leopold;
- de pleitnota van mr. Leopold;
- brief d.d. 16 februari 2012 met producties 1-290 van mr. Margetson;
- (fax)brief d.d. 18 februari 2012 met bijlagen van mr. Margetson;
- de pleitnota van mr. Margetson;
- de mondelinge behandeling d.d. 21 februari 2012.
Etnolife en Outland hebben ter zitting een (voorwaardelijke) eis in reconventie willen instellen. Verkopers hebben zich daartegen formeel verzet.
Artikel 7.2 van het Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel/familie schrijft voor dat een partij die een eis in reconventie wenst in te stellen, de eis respectievelijk de vordering en de gronden daarvan zo spoedig mogelijk, uiterlijk 24 uur vóór de terechtzitting, schriftelijk meedeelt aan de wederpartij, alsmede aan eventuele overige partijen en aan de voorzieningenrechter. Nu de eis in reconventie eerst ter zitting aan de orde is gekomen, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aan de vereisten voor het op juiste wijze instellen van een eis in reconventie voldaan. Hoewel op zichzelf juist is dat zulks niet per definitie tot niet-ontvankelijkheid leidt, geldt in de gegeven omstandigheden dat het toelaten van de eis in reconventie schending van het beginsel van hoor en wederhoor zou inhouden nu aannemelijk is dat Verkopers door de aankondiging van de eis in reconventie zijn verrast. Verkopers zijn daardoor onvoldoende in de gelegenheid gesteld om zich deugdelijk op de eis in reconventie voor te bereiden als gevolg waarvan zij bij toelating van de eis in reconventie in hun belangen zouden worden geschaad. De eis in reconventie wordt daarom niet toegestaan.
De feiten
Verkopers hebben met Etnolife en Outland een 'Overeenkomst van koop en verkoop aandelen' (hierna: "Koopovereenkomst") gedateerd 20 april 2011 gesloten. Etnolife wordt in de Koopovereenkomst aangeduid als "Koper" en Outland wordt aangeduid als "Outland" of "Vennootschap".
Op pagina 2 van de Koopovereenkomst staat onder meer vermeld:
"- Kopers betalen aan verkopers € 650.000 (zegge zeshonderd en vijftigduizend euro), te weten
€ 350.000 (zegge driehonderd en vijftigduizend euro) voor de aankoop van aandelen en € 300.000 (zegge driehonderd duizend euro) aflossing van geldlening aan verkopers."
Artikel 5.7 sub a van de Koopovereenkomst luidt:
"Aflossing van de hoofdsommen van de leningen voor het eerste jaar en de daarover verschuldigde renten zal plaatsvinden door betaling van minimaal € 150.000,00 (honderd vijftigduizend euro) voor 5 feesten georganiseerd door Double Your Notes B.V. en/of B2S Holding B.V. binnen 12 maanden na ondertekening van deze overeenkomst. Berekening van het te betalen bedrag is als volgt; 70% van de omzet van het feest, met een minimum van € 30.000,00 per feest.
Deze feesten zullen worden gehouden op 14 mei 2011, 3 september 2011, 22 oktober 2011, 24 december 2011 en 14 januari 2012. Na afloop van elk feest zal Koper 70% van de omzet, maar minimaal € 30.000,00 contant aan de schuldeisers van de Vennootschap betalen, desgewenst door storting op eerder vermelde derdenrekening."
Artikel 7.14 van de Koopovereenkomst luidt, voor zover van belang:
"(...) De feesten van Double YourNotes B.V. en B2S B.V. buiten de in artikel 6.13 genoemde feesten of de feesten georganiseerd door Revolt ([X]) krijgen een kick back fee bij meer dan 1.250 bezoekers. Deze fee beloopt 10% van de waarde van de ingenomen munten (bruto bar omzet) en 50% van de netto V.I.P. baromzet."
Een e-mailbericht d.d. 20 december 2011 (12:19 uur) van mr. Margetson aan mr. Leopold luidt, voor zover van belang:
"Amice,
Clienten zijn akkoord met de laatste tekst van de vaststellingsovereenkomst die je mij op 15 december jl. stuurde. Zou jij de tekst door jouw clienten kunnen laten ondertekenen, waarna mijn clienten kunnen tekeken.
Hartelijk dank
Gr
[Margetson]
(...)"
Een e-mailbericht d.d. 20 december 2011 (12:29 uur) van mr. Leopold aan mr. Margetson luidt, voor zover relevant:
"Amice,
Dank. Dat lijkt me op zich prima, maar hoe loopt het dan af met de door mij genoemde kosten en verschillen van inzicht daarover? Zijn mijn opmerkingen van vanmorgen dus ook allemaal akkoord voor uw clienten? Dat hoor ik graag even expliciet van u.
Ik neem aan dat we de laatste stand van zaken omtrent die kosten wel even vastleggen in artikel 4 zodat er geen misverstanden meer kunnen ontstaan. Bovendien is de termijn van 19 december ook al verstreken, die wil ik dan aanpassen tot 21/12 als we er nu uit zijn. (...)"
Een e-mailbericht d.d. 22 december 2011 (12:25 uur) van mr. Margetson aan (onder meer) mr. Leopold luidt, voor zover van belang:
"(...)
Gaarne ontvangen clienten deze week nog de door uw clienten getekende vaststellingsovereenkomst. Gaarne zien clienten dat dit geschil nu deze week afgewikkeld wordt. (...)"
Een e-mailbericht d.d. 22 december 2011 (18.40 uur) van mr. Margetson aan (onder meer ) mr. Leopold luidt, voor zover van belang:
"Voor de geode orde: De concept vaststellingsovereenkomst is nog niet getekend en wilsovereenstemming is nog niet bereikt.
Jouw cliënten geven een interpretatie aan de concept Vaststellingsovereenkomst die cliënten nooit bedoeld hebben.
In het licht van de huidige discussie en de interpretatie die jouw cliënten aan de Vaststellingsovereenkomst menen te kunnen geven heb ik cliënten geadviseerd om de Vaststellingsovereenkomst niet te ondertekenen totdat duidelijk is wat precies met "basistechniek" bedoeld wordt.
Het heeft er nl. kennelijk de schijn van dat jouw cliënten menen dat mijn cliënten de club volledig in dezelfde staat moeten laten die de club had in de tijd dat jouw cliënten nog eigenaren van de club waren. Dat is zeker niet de bedoeling van mijn cliënten en mijn cliënten zullen een vaststellingsovereenkomst waarin jouw cliënten kennelijk die verplichting lezen niet ondertekenen.
Kortom: voordat dit geschil opgelost wordt en de kennelijk bestaande misverstand bij jouw cliënten verholpen is en verwerkt is in de Vaststellingsovereenkomst is het advies van mij aan mijn cliënten om de Vaststellingsovereenkomst niet te tekenen.
Ik dien nader overleg met cliënten te plegen en nadere instructies te vragen en kom morgen bij je terug. Op dit moment vrees ik echter dat dit geschil nu dusdanige vormen heeft aangenomen dat we terug bij af zijn. Zoals gezegd, zal ik morgen op deze zaak terugkomen nadat ik instructies genomen heb."
Een e-mailbericht d.d. 22 december 2011 (18:56 uur) van mr. Margetson aan mr. Leopold luidt, voor zover van belang:
"(...)
Cliënten bevestigen dat op dit moment we volledig terug bij af zijn. Er zijn grote verschillen van inzicht tussen mijn cliënten en jouw cliënten en in deze situatie zal de Vaststellingsovereenkomst niet door mijn cliënten ondertekend worden. (...)"
Bij de vaststellingsovereenkomst (hierna: "de Vaststellingsovereenkomst") als hiervoor onder 2.5. door mr. Margetson bedoeld, zijn Verkopers enerzijds en Etnolife en Outland anderzijds als partijen betrokken.
Artikel 3.1 van de Vaststellingsovereenkomst luidt:
"Partijen komen hierbij overeen dat in aanvulling op de koopovereenkomst Verkopers voor ieder evenement dat zij vanaf heden gaan organiseren voor Kopers onder de Koopovereenkomst en art. 5.1. Vaststellingsovereenkomst een huurvergoeding verschuldigd zullen worden voor het gebruik van de gehele lokatie van Kopers, met de navolgende staffel:
€ 2.500 bij 0-500 bezoekers;
€ 2.000 bij 500-750 bezoekers;
€ 1.500 bij 750-1000 bezoekers;
€ 750 bij 1000-1500 bezoekers;
€ 0 bij 1500 bezoekers of meer."
Artikel 3.2 van de Vaststellingsovereenkomst luidt:
"De huurvergoeding als genoemd in het vorige lid is de enige vergoeding te voldoen door Verkopers aan Kopers voor het gebruik van de locatie van Kopers ("Locatie") en geldt tevens voor de periode benodigd voor op- en afbouw van het evenement. De eindtijd van ieder evenement zal steeds zijn 06.00 uur in de ochtend, tenzij anders overeengekomen. De op- en afbouw op de Locatie benodigd voor een evenement zal steeds in goed en redelijk overleg tussen Partijen geschieden. Buiten de kosten van het ter beschikking stellen van de Locatie, de op de Locatie aanwezige techniek en materialen om een evenement mogelijk te maken (de basistechniek: geluid, licht , video en dergelijke) en het inzetten van beveiliging- en horeca, toiletten, schoonmaak personeel en - benodigdheden - zullen alle andere, specifieke kosten verbonden aan de evenementen voor rekening van Verkopers zijn. Ter voorkoming van misverstanden kan bij extra kosten voor Verkopers worden gedacht aan (maar niet beperkt tot:) extra techniek, extra lasers, extra video en dergelijke. Partijen voeren in redelijkheid overleg bij twijfel over een bepaalde kostenpost."
Artikel 3.3 van de Vaststellingsovereenkomst luidt:
"De bezoekersaantallen zullen door Partijen steeds worden vastgesteld door de inzage c.q. het overleggen van de scanstanden van de gescande tickets aan de toegangsdeur van de locatie van Kopers, te vermeerderen met het aantal personen van de gastenlijst die daadwerkelijk het evenement hebben bezocht (en als zodanig staan "afgestreept" op de gastenlijst).. Op basis van deze bezoekersaantallen wordt derhalve op de voet van lid 3.1. het bedrag van de huur bepaald."
Artikel 4 "Betaling van kosten bij de overname" van de Vaststellingsovereenkomst luidt, voor zover van belang:
"Kopers zijn aan Verkopers nog een bedrag aan diverse kosten verschuldigd sinds de overname van Outland ter grootte van € 5.870,20. Kopers zullen hun onderzoek naar deze kosten uiterlijk om 1700 uur op 19 december 2011 afronden en aan Verkopers voldoen, tenzij Kopers onderbouwd en beargumenteerd alsnog voor die tijd tegen bepaalde kosten bezwaar maken. Indien dergelijke bezwaren worden gemaakt zullen Partijen in goed en redelijk overleg tot een oplossing komen ten aanzien van die kosten. (...)"
Artikel 5.1 van de Vaststellingsovereenkomst luidt:
"In afwijking van de Koopovereenkomst artikel 5.7 b, zullen Verkopers (althans partij B2S Holding B.V. en/of Double Your Notes B.V.) één (1) extra evenement organiseren in de periode tussen 1 mei 2012 en 1 mei 2013, waarvan de datum door Partijen in goed onderling overleg zal worden afgesproken. Voor dit evenement zullen Verkopers op de voet van artikel 3.1 van de Vaststellingsovereenkomst huur verschuldigd zijn, anderzijds zullen Verkopers voor dit evenement eveneens recht hebben op een vergoeding conform de kickback regeling van artikel 7.14 van de Koopovereenkomst."
Artikel 5.2 van de Vaststellingsovereenkomst luidt:
"In afwijking van artikel 5.7 van de Koopovereenkomst zullen Verkopers een aflossing aan Kopers steeds binnen drie dagen na een evenement per bank aan Kopers voldoen en niet in contanten."
Artikel 5.5 van de Vaststellingsovereenkomst luidt:
"Partijen komen hierbij in aanvulling op artikel 5.7 van de Koopovereenkomst overeen - dat de baromzet wordt vastgesteld aan de hand van de lijsten uit het computer gestuurde systeem van de firma [Y]. Kopers verstrekken Verkopers na ieder evenement een kopie van de omzetlijsten uit het [Y] systeem. Kopers zullen daarnaast aan Verkoper kopie overleggen van de verbruikslijsten van de bar en bestellijsten van dranken. Op basis van al deze informatie zullen Partijen binnen uiterlijk zeven dagen uitrekenen wat de baromzet is van een bepaald evenement is en het door Kopers aan Verkopers (eventueel) verschuldigde factureren. De kopieën als bovenbedoeld zullen na het evenement door Kopers aan Verkopers beschikbaar worden gesteld. Verkopers kunnen steeds op een evenement tezamen met Kopers de verkopen van dranken buiten het [Y] systeem tellen."
Verkopers hebben op grond van artikel 5.7 sub a van de Koopovereenkomst op 3 september 2011, 22 oktober 2011, 24 december 2011 en 14 januari 2012 feesten georganiseerd in discotheek/club 'Outland', thans 'Eclipse'. Op 24 maart 2012 zal een vijfde feest gehouden worden.
Het geschil
Verkopers vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:
primair
I. Etnolife en Outland, hoofdelijk en ieder voor zich, te veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van het te wijzen vonnis een verklaring af te geven dat zij de tussen partijen gesloten Vaststellingsovereenkomst - als vastgelegd tussen partijen in productie 5 respectievelijk 6 - volledig en onverkort na zullen komen;
II. Etnolife en Outland, hoofdelijk alsmede ieder voor zich, des de een betalend de ander bevrijdend, in navolging van het gevorderde onder I. meer in het bijzonder te gebieden om binnen zeven dagen na betekening van het te wijzen vonnis:
a) schriftelijk te verklaren dat de factuur € 9.000,00 ex BTW van 16 januari 2012 als gestuurd aan B2S B.V. (dochter van Amazing Holding B.V. eiseres sub III) wordt gecrediteerd alsmede dat er geen sprake is van een huursom van € 750,00 ex BTW voor het evenement van 22 oktober 2011, een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat Etnolife en Outland hiermee in gebreke blijven met een maximum van
€ 20.000,00;
b) aan Verkopers volledig (onverkort en zonder enige verrekening) te voldoen het resterende deel van de volledige aflossingen ten aanzien van de evenementen van 24 december 2011 en 14 januari 2012, ter groote van:
1) € 750,00 ex BTW, € 892,50 inclusief BTW voor onverschuldigde huursom (onterecht verrekend met aflossing 24 december 2011);
2) € 9.000,00 ex BTW, € 10.710,00 inclusief BTW voor onverschuldigde huursommen (onterecht verrekend met aflossing voor evenement 14 januari 2012);
tezamen € 11.602,50 inclusief BTW;
III. aan Verkopers ter beschikking te stellen de omzet respectievelijk verbruikslijsten van de bar en de bestellijsten van de dranken (flesjes en blikjes) als bedoeld in artikel 5.5 van de Vaststellingsovereenkomst, ten aanzien van het evenement van 24 december 2011 alsmede het evenement van 14 janauri 2012 zodat de omzet en daarmee de kickbackvergoedingen van die evenementen kan worden vastgesteld en gefactureerd, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per keer dat Etnolife en Outland hiermee in gebreke blijven met een maximum van € 20.000,00;
voorwaardelijk subsidiair
IV. Etnolife en Outland, hoofdelijk en ieder voor zich, te veroordelen om met Verkopers door te onderhandelen op de punten die volgens de voorzieningenrechter nog ter onderhandeling openstaan, binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis;
V. voorts te bepalen dat Etnolife en Outland, hoofdelijk en ieder voor zich, des de een betalend de ander bevrijdend, aan Verkopers een dwangsom zullen verbeuren van
€ 5.000,00 dan wel een som door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen voor ieder dag of dagdeel dat Etnolife en Outland in gebrek zullen blijven met de naleving van het gebod genoemd onder IV;
primair, subsidiar:
VI. Etnolife en Outland, hoofdelijk en ieder voor zich te veroordelen in de kosten van de procedure.
Etnolife en Outland voeren verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De beoordeling
Voldoende gebleken is dat Verkopers spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen. Verkopers hebben er recht op en belang bij dat duidelijkheid wordt gecreëerd omtrent de vraag of, en zo ja, in hoeverre partijen gebonden zijn aan de Vaststellingsovereenkomst. Partijen zullen immers de komende tijd nog met elkaar moeten samenwerken en naar het zich laat aanzien zal het ontbreken van duidelijkheid omtrent de gemaakte afspraken een vruchtvolle samenwerking in de weg zal staan. Daarnaast hebben Verkopers er belang bij dat indien moet worden aangenomen dat de Vaststellingsovereenkomst tussen partijen vigerend is, de verplichtingen uit die Vaststellingsovereenkomst door Etnolife en Outland worden nagekomen.
Verkopers zijn van oordeel dat Etnolife en Outland de bepalingen uit de Vaststellingsovereenkomst onverkort dienen na te komen, hetgeen door Etnolife en Outland gemotiveerd is betwist. Etnolife en Outland hebben aangevoerd dat partijen met betrekking tot de inhoud van de Vaststellingsovereenkomst geen (volledige) wilsovereenstemming hebben bereikt en dat partijen weer in onderhandeling zullen moeten treden. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
In dit vonnis wordt uitgegaan van de Vaststellingsovereenkomst als hiervoor onder 2.5. en 2.10. bedoeld, nu deze Vaststellingsovereenkomst de laatst aangepaste versie betreft.
Gebleken is dat inhoud van de Vaststellingsovereenkomst het resultaat is van intensief overleg en frequent e-mailverkeer tussen (de advocaten van) partijen. Uiteindelijk bericht mr. Margetson bij e-mailbericht van 20 december 2011 (12:19 uur) aan mr. Leopold dat zijn cliënten - Etnolife en Outland, die de mail CC ontvangen - akkoord zijn met de inhoud van de Vaststellingsovereenkomst en verzoekt hij mr. Leopold de Vaststellingsovereenkomst door zijn cliënten - Verkopers - te laten ondertekenen. In reactie daarop maakt mr. Leopold bij e-mailbericht van 20 december 2011 (12:29 uur) mr. Margetson - eveneens in CC aan betrokken partijen - erop attent dat nog verschil van inzicht bestaat omtrent een aantal kosten. Mr. Leopold stelt voor de laatste stand van zaken omtrent die kosten vast te leggen in artikel 4 (van de Vaststellingsovereenkomst). Mr. Margetson komt in de verdere e-mailwisseling niet op dit voorstel terug. Bij e-mailbericht van 22 december 2011 verzoekt hij daarentegen mr. Leopold nogmaals om de vaststellingsovereenkomst door zijn cliënten te laten tekenen zodat het geschil nog die week kan worden afgewikkeld. Voorshands wordt dan ook aangenomen dat het verschil van inzicht over de door mr. Leopold bedoelde kosten de wil van (de cliënten van) mr. Margetson tot het sluiten van de Vaststellingsovereenkomst kennelijk niet in de weg heeft gestaan.
Uit het overgelegde e-mailverkeer blijkt dat kort daarna tussen partijen discussie is ontstaan over de af- respectievelijk aanwezigheid van de in de Vaststellingsovereenkomst bedoelde "Basistechniek" (geluid, licht, video en dergelijke). Verkopers menen dat Etnolife en Outland niet aan de voorwaarde van de aanwezigheid van de Basistechniek voldoen, terwijl Etnolife en Outland van oordeel zijn dat het nog aanwezige licht en geluid voldoende adequaat is. Deze discussie heeft erin geresulteerd dat Etnolife en Outland vanwege het nieuwe verschil van inzicht niet langer tot ondertekening van de Vaststellingsovereenkomst hebben willen overgaan. Dit heeft thans tot gevolg dat een schriftelijke, door alle partijen ondertekende, Vaststellingsovereenkomst ontbreekt.
Vooropgesteld wordt dat voor het bestaan van een overeenkomst ondertekening van die overeenkomst geen constitutief vereiste is. Dit betekent dat, nu partijen de Vaststellingsovereenkomst uiteindelijk niet hebben getekend, dit niet behoeft mee te brengen dat partijen niet aan die overeenkomst gebonden zijn.
Op grond van het hiervoor onder 4.3. met betrekking tot de totstandkoming van de Vaststellingsovereenkomst overwogene, is voorshands voldoende aannemelijk geworden dat partijen op het moment van het versturen van de e-mail d.d. 20 december 2011 (12:19 uur) van mr. Margetson aan mr. Leopold overeenstemming hebben bereikt over in ieder geval het merendeel van de inhoud van de Vaststellingsovereenkomst. Op dat moment diende de Vaststellingsovereenkomst immers (in ieder geval in de visie van (de advocaat van) Etnolife en Outland) nog uitsluitend getekend te worden. Dat er - achteraf bezien - op dat moment nog verschil van inzicht bestond over een aantal kostenposten waarvoor nog nadere afspraken vastgelegd moesten worden in artikel 4 van de Vaststellingsovereenkomst, rechtvaardigt naar voorlopig oordeel niet de conclusie dat er op 20 december 2011 nog geen perfecte overeenkomst tot stand was gekomen. Een perfecte overeenkomst hoeft immers nog niet alle detailafspraken te omvatten; overeenstemming over de essentiële punten is voldoende. Gelet op de aard en algemene strekking van artikel 4 van de Vaststellingsovereenkomst betrof de aanvulling daarvan naar voorlopig oordeel nog slechts een detail. De beoogde aanvulling van artikel 4 doet dan ook niet af aan de gebondenheid ter zake van de rest van de Vaststellingsovereenkomst, te meer nu de tekst van het artikel niet uitsluit dat over de daarin bedoelde kosten partijen nog nadere overeenstemming dienden te bereiken.
Etnolife en Outland betwisten - subsidiair - dat Etnolife aan de Vaststellingsovereenkomst gebonden is. Zij voeren daartoe aan dat Etnolife, in de Koopovereenkomst aangeduid als 'Koper', met Verkopers is overeengekomen om in verband met de aandelenoverdracht een koopprijs van € 350.000,00 aan Verkopers te betalen en dat zij aan deze geldverplichting heeft voldaan. Volgens Etnolife en Outland kan Etnolife niet naast Outland worden aangesproken voor de door Outland - in de Koopovereenkomst aangeduid als 'Vennootschap' - aangegane geldlening ad € 300.000,00, zodat artikel 5.7 van de Koopovereenkomst (dat ziet op terugbetaling van dit bedrag) en de uitwerking daarvan in de Vaststellingsovereenkomst niet aan Etnolife kan worden tegengeworpen.
Dit verweer van Etnolife en Outland wordt verworpen. Daarbij wordt van belang geacht dat op pagina 2 van de Koopovereenkomst staat vermeld dat Kopers een bedrag van € 650.000, waarvan € 350.000,00 voor de aankoop van aandelen en € 300.000 in verband met aflossing geldlening, aan Verkopers dienen te voldoen. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen Etnolife en Outland. Daarnaast staat in artikel 5.7 sub a Koopovereenkomst vermeld dat Koper (Etnolife) 70% van de omzet, maar minimaal € 30.000,00 contant, aan de schuldeisers van de Vennootschap (Outland) zal betalen. Naar het zich thans laat aanzien kan de terugbetaling van de schuld van Outland ten opzichte van Verkopers dan ook tevens aan Etnolife worden tegengeworpen.
Gelet op het hiervoor onder 4.4. en 4.5. overwogene heeft binnen dit kort geding als uitgangspunt te gelden dat Verkopers enerzijds en Etnolife en Outland anderzijds aan de Vaststellingsovereenkomst zijn gebonden.
Artikel 3.1 van de Vaststellingsovereenkomst bevat een huurstaffel. Tussen partijen staat niet ter discussie dat deze huurstaffel in ieder geval geldt voor evenementen die na het sluiten van de Vaststellingsovereenkomst zijn/worden georganiseerd.
Verkopers hebben ter zitting gesteld dat, gelet op het aantal bezoekers van de door Verkopers georganiseerde feesten op 24 december 2011 en 14 januari 2012, op basis van de huurstaffel tweemaal € 750,00 in rekening had mogen worden gebracht. Etnolife en Outland hebben zulks niet, althans onvoldoende weersproken. Gebleken is dat Etnolife en Outland
voor voornoemde feesten tweemaal € 3.500,00 in rekening hebben gebracht (althans in mindering hebben gebracht op de aflossing aan Verkopers). Etnolife en Outland zijn gehouden het verschil, dat wil zeggen (2 x 3.500 - 2 x 750 =) € 5.500,00 aan Verkopers terug te betalen. De vordering onder II. b onder 2) zal daarom worden toegewezen op hierna te melden wijze.
Tussen partijen staat ter discussie of Verkopers ook huur verschuldigd zijn voor evenementen die voorafgaand aan het sluiten van de Vaststellingsovereenkomst zijn georganiseerd, waaronder het evenement van 22 oktober 2011.
Etnolife en Outland hebben aangevoerd dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de uitleg van artikel 3.1. Zij leggen hieraan ten grondslag dat Verkopers na ontvangst van een eindafrekening bij e-mail van 16 december 2011 van Soeniel Sewarain aan Ab Twigt geen bezwaar zouden hebben gemaakt tegen de daarin opgenomen huur voor het feest van 22 oktober 2011. Weliswaar blijkt uit de overgelegde correspondentie inderdaad niet dat Ab Twigt bezwaar heeft gemaakt, maar uit de stukken blijkt wel dat de huur van 22 oktober 2011 tussen de advocaten van partijen na voormelde e-mail van 16 december 2011 nog immer een punt van discussie is gebleven. Voorshands kan dan ook niet worden aangenomen dat partijen over de huur van 22 oktober 2011 overeenstemming hebben bereikt.
Verkopers betwisten juist onder verwijzing naar de tekst van artikel 3.1 van de Vaststellingsovereenkomst dat zij voor het feest van 22 oktober 2011 huur verschuldigd zijn. Naar het oordeel van Verkopers volgt uit artikel 3.1 dat partijen zijn overeengekomen dat Verkopers uitsluitend voor ieder evenement dat zij vanaf heden (dat wil zeggen vanaf datum Vaststellingsovereenkomst) organiseren een huurvergoeding aan Kopers verschuldigd zijn en dus niet voor evenementen die voorafgaand aan het sluiten van de Vaststellingsovereenkomst hebben plaatsgevonden.
Voorshands is niet uitgesloten dat de uitleg die Verkopers aan artikel 3.1 geven juist is, maar de tekst van artikel 3.1 kan naar voorlopig oordeel ook zo worden uitgelegd dat Verkopers 'vanaf heden' huur verschuldigd zullen zijn ter hoogte van de in de huurstaffel vermelde bedragen. Met andere woorden: dat voor eerder verschuldigd geworden huur de huurstaffel nog niet geldend is. Volgens Etnolife en Outland is het normaal dat huur in rekening wordt gebracht. Verkopers stellen echter dat het in de branche juist erg ongebruikelijk is. De vraag wat partijen zijn overeengekomen, moet worden beantwoord aan de hand van zowel de taalkundige uitleg van de overeenkomst, als aan de hand van de gerechtvaardigde bedoelingen en verwachtingen van partijen bij het aangaan van de overeenkomst. Nu de tekst van artikel 3.1 voor meervoudig uitleg vatbaar is, verschaft zij geen eenduidig antwoord op de vraag wat partijen hebben beoogd. Voor een uitleg van het artikel aan de hand van de partijbedoeling is nader feitenonderzoek noodzakelijk. Daarvoor leent dit kort geding zich niet.
Het voorgaande leidt ertoe dat vooralsnog niet kan worden vastgesteld of Etnolife en Outland voor het evenement dat op 22 oktober 2011 heeft plaatsgevonden ten onrechte huur in mindering hebben gebracht op de aflossing. Het onder II. b onder 1) gevorderde zal daarom worden afgewezen.
Artikel 5.5 van de Vaststellingsovereenkomst bepaalt dat Kopers na ieder evenement een kopie van de omzetlijsten uit het '[Y] systeem', alsmede de verbruikslijsten van de bar en bestellijsten van dranken aan Verkopers dienen te verstrekken. Ter zitting is gebleken dat Etnolife en Outland met betrekking tot de feesten op 24 december 2011 en 14 januari 2012 in ieder geval de barlijsten niet aan Verkopers heeft verstrekt. Etnolife en Outland zijn daartoe op grond van artikel 5.5 van de Vaststellingsovereenkomst alsnog gehouden. Dit deel van het onder III. gevorderde wordt derhalve toegewezen. De onder III. gevorderde dwangsom wordt beperkt en gemaximeerd.
Gebleken is dat tussen partijen verschil van inzicht bestaat over de uitleg die aan het in de Vaststellingsovereenkomst opgenomen begrip "basistechniek" moet worden gegeven. De voorzieningenrechter stelt vast dat van dit verschil van inzicht eerst is gebleken nadat partijen geacht worden overeenstemming te hebben bereikt met betrekking tot de Vaststellingsovereenkomst. Op grond van de jegens elkaar in acht te nemen redelijkheids- en billijkheidsnormen dienen partijen serieus te trachten hieromtrent alsnog overeenstemming te bereiken. Daartoe zijn nadere onderhandelingen geboden. De hierop gebaseerde vordering onder IV. zal daartoe als na te melden worden toegewezen. Daarnaast dient ook de verschuldigdheid van huur voor het op 22 oktober 2011 georganiseerde evenement aan bod te komen, alsmede de kosten als bedoeld onder artikel 4, een en ander als in het dictum vermeld.
Vooralsnog bestaat geen aanleiding om aan te moeten nemen dat Etnolife en Outland niet bereid zijn tot dooronderhandelen, te meer nu zij ter zitting hebben aangegeven daartoe wel bereid te zijn. Bovendien zijn Etnolife en Outland voor het voortzetten en slagen van de onderhandelingen mede afhankelijk van Verkopers. De voorzieningenrechter ziet om die reden op dit moment (nog) geen aanleiding om aan het gebod tot dooronderhandelen een dwangsom te verbinden.
Verkopers vorderen onder I. en II a. dat Etnolife en Outland een schriftelijke verklaring afgeven omtrent de nakoming van de Vaststellingsovereenkomst respectievelijk de niet verschuldigdheid van huur voor het evenement op 22 oktober 2011. De door Verkopers gewenste verklaringen van Etnolife en Outland komen feitelijk neer op een verklaring voor recht, hetgeen in kort geding is uitgesloten. Het onder I. en II a. gevorderde wordt derhalve reeds om die reden afgewezen. Dit laat onverlet hetgeen onder 4.4.-4.6. is overwogen met betrekking tot de gehoudenheid van Etnolife en Outland om de Vaststellingsovereenkomst na te komen.
Aangezien partijen over en weer in het (on-)gelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
De gevorderde uitvoerbaarverklaring op de minuut wordt afgewezen, nu daarvoor een wettelijke grondslag ontbreekt. Van dit vonnis wordt een grosse afgegeven.
De beslissing
De voorzieningenrechter,
veroordeelt Etnolife en Outland om aan Verkopers onverkort en zonder enige verrekening te voldoen een bedrag van € 5.500,00 (zegge: vijfduizend vijfhonderd euro) exclusief BTW;
veroordeelt Etnolife en Outland om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis aan Verkopers ter beschikking te stellen de omzet- respectievelijk verbruikslijsten van de bar en de bestellijsten van de dranken (flesjes en blikjes) als bedoeld in artikel 5.5 van de vaststellingsovereenkomst ten aanzien van de evenementen van 24 december 2011 en 14 januari 2012, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor ieder dag dat Etnolife en Outland in gebreke blijven aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum aan verbeurde dwangsommen van
€ 10.000,00 is bereikt;
veroordeelt Etnolife en Outland om met Verkopers door te onderhandelen over:
- de uitleg die aan het in de Vaststellingsovereenkomst opgenomen begrip "basistechniek" moet worden gegeven;
- het antwoord op de vraag of, en zo ja, hoeveel huur Verkopers verschuldigd zijn voor het op 22 oktober 2011 georganiseerde evenement;
- de onder artikel 4 van de Vaststellingsovereenkomst bedoelde kosten;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L. van Gulick, griffier.
Uitgesproken in het openbaar.
2021/676