ECLI:NL:RBROT:2012:BV6794
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een boete wegens radiouitzending zonder vergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 februari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een radiostation, en de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (Agentschap Telecom). Eiser had bezwaar gemaakt tegen besluiten van verweerder die betrekking hadden op het opleggen van dwangsommen wegens het zonder vergunning uitzenden van radio. Eiser stelde dat hij in het verleden door een medewerker van verweerder was geïnformeerd dat hij, met evenementenvergunningen, tussen evenementen door mocht uitzenden zonder een aparte vergunning. Eiser voerde aan dat verweerder op de hoogte was van zijn uitzendingen en dat deze gedoogd werden, wat hem in staat stelde te investeren in zijn radiostation en adverteerders aan te trekken.
De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiser ongegrond was. Eiser was niet in beroep gegaan tegen een eerder besluit van verweerder, waardoor dit besluit rechtens onaantastbaar was geworden. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De rechtbank benadrukte dat de stellingen van eiser over gedogen en de vermeende toezeggingen van verweerder niet ter discussie stonden, omdat de beoordeling zich beperkte tot de vraag of er zonder vergunning uitzendingen hadden plaatsgevonden en of eiser dwangsommen had verbeurd. De rechtbank oordeelde dat de hoogte van de verbeurde dwangsommen was vastgesteld in een eerder, onaantastbaar besluit en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het invorderen van deze dwangsommen als onevenredig konden aanmerken.