ECLI:NL:RBROT:2012:6978
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de jaarrekeningen van een Costa Ricaanse rechtspersoon door de Autoriteit Financiële Markten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 november 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een rechtspersoon gevestigd in Costa Rica, die participaties in teakbomenplantages aanbiedt. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) had de rechtspersoon gelast om de jaarrekeningen van 2009 en 2010 op te stellen conform de International Financial Reporting Standards (IFRS) of op een gelijkwaardige wijze. De voorzieningenrechter oordeelde dat AFM zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat de jaarrekeningen niet aan de wettelijke eisen voldeden, met name omdat deze niet op gelijkwaardige wijze aan IFRS waren opgesteld. De voorzieningenrechter bevestigde dat het aan AFM is om te beoordelen of de jaarrekeningen adequate financiële informatie bieden aan de participanten. De voorzieningenrechter oordeelde echter ook dat AFM ten onrechte had gesteld dat de jaarrekeningen niet waren gecontroleerd door een daartoe bevoegde accountant, aangezien de accountant volgens het recht van Costa Rica bevoegd was. Dit leidde tot de conclusie dat de last onder dwangsom die AFM had opgelegd, gedeeltelijk onrechtmatig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening gedeeltelijk toegewezen, waarbij de last werd aangepast en AFM werd veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan de rechtspersoon.