2.6Beoordeling
Verweerder heeft de boete gebaseerd op de (vermeende) overtredingen van zowel de non-discrimininatie- als de transparantieverplichtingen als bedoeld in het Marktanalysebesluit. De transparantieverplichting brengt met zich dat KPN, als leverancier van gereguleerde wholesale-diensten, haar afnemers, die vaak ook concurrenten zijn van haar retail-afdeling, tijdig en volledig moet informeren over wijzigingen in het bestaande portfolio van wholesale-diensten. De transparantieverplichting houdt (onder meer) in dat KPN Wholesale bij de introductie van nieuwe wholesale-aanbiedingen jegens externe afnemers een redelijke aankondigingstermijn van tenminste twee maanden moet aanhouden.
Dat volgens verweerder de transparantieverplichting is overtreden, baseert hij op zijn conclusie dat KPN haar externe afnemers pas bij brief van 21 september 2010 van de volledige voorwaarden van de WLR-actietarieven voor nummerblokken in kennis heeft gesteld, terwijl de actie op 1 oktober 2010 zou ingaan. In de brief van 21 september 2010 zou KPN een bepaalde voorwaarde hebben opgenomen die niet bekend was gemaakt in de (e-mail)nieuwsbrief van 30 juli 2011 betreffende die actie.
KPN Wholesale heeft op 30 juli 2010 in haar reguliere tweewekelijkse e-mailnieuwsbrief een (tijdelijke) actie ten aanzien van WLR-actietarieven voor nummerblokken aangekondigd.
Voor zover relevant luidt deze aankondiging als volgt:
“op 1 oktober zal KPN de WLR tarieven aanpassen. (..) Het volledige overzicht vindt u in de Tariff Schedule (Annex 5 tarieven) van de WLR-overeenkomst op onze website. Daarnaast start er per 1 oktober 2010 een tijdelijke actie van nummerblokken. Bij afname van een nummerblok voor 36 maanden, ontvangt u 60% korting op het tarief voor dit nummerblok.
> Lees verder”
Indien vervolgens werd geklikt op de link lees verder, verscheen (onder meer) de volgende tekst op de website van KPN Wholesale:
“KPN introduceert per 1 oktober 2010 tevens een kortingsactie op het tarief voor nummerblokken. Indien een nummerblok voor 36 maanden wordt afgenomen krijgt u voor 36 maanden een korting van 60% op het maandtarief van deze nummerblokken. U kunt zelf aangeven voor welke nummerblokken u met deze actie mee wilt doen. De actie loopt in kwartaal 4 van 2010 (1 oktober 2010 tot en met 31 december 2010). In december 2010 zal de actie geëvalueerd worden en mogelijk zal er tot een verlenging worden overgegaan. Meer informatie over hoe deze actie wordt ingevuld volgt eind augustus 2010.
De tarieven heeft KPN opgenomen in de Tariff Schedule (Annex 5 Tarieven) behorend bij de WLR overeenkomst. KPN verwijst ter zake naar de Wholesale website (www.kpn-wholesale.com).”
Verweerder ziet als nieuwe voorwaarde de mededeling dat de korting vervalt (en met terugwerkende kracht de reguliere vergoeding in rekening wordt gebracht), indien de nummerblokken uiteindelijk korter dan 36 maanden worden afgenomen. Volgens verweerder is deze voorwaarde in het bijzonder relevant omdat hieruit blijkt dat indien tussentijds wordt opgezegd er geen boete verschuldigd is, maar slechts wordt teruggevallen op het reguliere tarief.
KPN betwist dat de omstandigheid dat de korting vervalt en met terugwerkende kracht de reguliere vergoeding in rekening wordt gebracht indien de nummerblokken uiteindelijk korter dan 36 maanden worden afgenomen, een nieuwe voorwaarde is (geïntroduceerd in de brief van 21 september 2010) en stelt zich op het standpunt dat dit een reeds bestaande voorwaarde was die al voortvloeide uit hetgeen KPN op 30 juli 2010 heeft bekend gemaakt als onderdeel van de aanbieding waarop klanten van KPN Wholesale vanaf 1 oktober 2010 aanspraak konden maken.
KPN heeft dit standpunt onderbouwd met een advies van prof. mr. R.P.J.L. Tjittes van 5 september 2011. In dit advies wordt aangegeven dat uit het geciteerde onderdeel van de e-mail volgt dat voor het overige de WLR-overeenkomst van toepassing is, die de (potentiële) klant kan vinden op de genoemde website. Daarop staat de “Raamovereenkomst voor de levering van de dienst Wholesale Line Rental” alsmede Annex 2 (Ordening en Levering). KPN-wholesale levert WLR alleen aan partijen die met haar de Raamovereenkomst WLR hebben gesloten. Dat is de contractuele uitwerking van de door verweerder gereguleerde dienst. Die Raamovereenkomst is de titel voor de tarieven die KPN Wholesale aan WLR-afnmers in rekening brengt. In artikel 3.4 van Annex 2 staat: “De verschillende faciliteiten en aanvullende diensten kunnen gescheiden aan en uit worden gezet op een WLR aansluiting”. De faciliteit nummerblok kan dus aan en uit worden gezet op een WLR-aansluiting. Voorts staat in artikel 3.4 van Annex 2: “Wanneer WLR faciliteiten en aanvullende diensten gescheiden van de aansluiting worden opgezegd, is een opzegtermijn van een maand op de faciliteit van toepassing.” Hieruit volgt dat de faciliteit nummerblok, ook indien gebruik wordt gemaakt van de actie nummerblok, kan worden opgezegd en wel op een termijn van een maand. De klant is dus niet verplicht een overeenkomst betreffende de faciliteit nummerblok aan te gaan voor (ten minste) 36 maanden.
Het civielrechtelijke gevolg van de opzegging van de faciliteit nummerblok, waarbij niet is voldaan aan de voorwaarden van de actie (afname van de faciliteit nummerblok voor 36 maanden), is dat de aanspraak op de in de actie aangeboden prijskorting komt te vervallen omdat niet aan de toepassingsvoorwaarde is voldaan. Immers, de voorwaarde waaronder het aanbod van prijskorting door KPN is gedaan zal niet meer worden vervuld. Als gevolg hiervan blijven de normale prijzen voor de dienstverlening van de faciliteit nummerblok van kracht op grond van artikel 12.1 Raamovereenkomst en Annex 5 daarbij, aldus prof. Tjittes.
Deze opvatting over de inhoud van het aanbod van KPN Wholesale in de (e-mail) nieuwsbrief van 30 juli 2010, stemt overeen met hetgeen is vermeld in de brief van KPN Wholesale van 21 september 2010 omtrent de gevolgen van de opzegging van de faciliteit nummerblok binnen 36 maanden. De vaststelling in de brief van KPN van 21 september 2010, dat de voorwaarde dat de korting vervalt (en met terugwerkende kracht de reguliere vergoeding in rekening wordt gebracht) indien de nummerblokken uiteindelijk korter dan 36 maanden worden afgenomen, is ook naar het oordeel van de voorzieningenrechter een gevolgtrekking die ook al op basis van de e-mail nieuwsbrief van 30 juli 2010 kon worden gemaakt. Ook op grond van hetgeen op 30 juni 2010 is bekendgemaakt, was in geval van opzegging van het nummerblok binnen de 36 maanden geen boete verschuldigd, maar gold in plaats van het actietarief het reguliere tarief over de gehele periode van afname. In de zinsnede “bij afname van een nummerblok voor 36 maanden, ontvangt u 60% korting” kan niet worden gelezen dat het nummerblok binnen die 36 maanden niet kan worden opgezegd, zonder het verschuldigd zijn van een boete. Die zinsnede betekent niet meer dan dat, indien de afname geen 36 maanden duurt, er geen aanspraak op die korting bestaat. Dit is in de brief van 21 september 2010 wellicht met wat meer woorden uitgelegd, zodat daarmee meer duidelijkheid werd geschapen, maar dat brengt niet mee dat deze consequenties op zichzelf ook al niet volgden uit de e-mailnieuwsbrief van 30 juli 2010. Dat KPN Wholesale bij de brief van 21 september 2010 de afnemers van WLR tevens een formulier heeft toegestuurd, waarbij zij bepaalde nummerblokken voor deze actie konden opgeven, en de brief (door middel van vragen en antwoorden) een toelichting op de actievoorwaarden bevat die reeds op 30 juli 2010 waren bekendgemaakt, waarbij tevens is aangegeven dat de actie niet zal worden verlengd, zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter evenmin omstandigheden die als nieuwe voorwaarde(n) voor de actie kunnen worden aangemerkt.
Het oordeel van verweerder, dat KPN de transparantieverplichting heeft geschonden door op 21 september 2010 nieuwe dan wel nadere voorwaarden te introduceren die van wezenlijk belang zijn voor de concurrentiekracht van WLR-afnemers, welke niet reeds golden op 30 juli 2010, en die dus niet twee maanden voor inwerkingtreding van de actie op 1 oktober 2010 bekend zijn gemaakt, is gelet op het vorenoverwogene naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet juist. Evenmin kan worden geoordeeld dat pas met de verduidelijking in de brief van 21 september 2010 aan de transparantieverplichting werd voldaan, nu aangenomen mag worden dat WLR-afnemers op de hoogte waren van de (algemene) voorwaarden, zoals vastgelegd in de Raamovereenkomst en Annexen.
De door verweerder aangenomen overtreding van de transparantieverplichting, die een wezenlijk onderdeel van het bestreden besluit vormt, doorstaat de voorlopige rechtmatigheidstoets derhalve niet. Verweerder heeft er voor gekozen om ten aanzien van de aangenomen overtredingen van zowel de transparantie- als de non-discriminatieverplichting één boete op te leggen. Daarbij heeft verweerder de overtreding van de transparantieverplichting als een zware overtreding gekwalificeerd. Het thans publiceren van het bestreden besluit brengt met zich dat een - naar voorlopig oordeel - ten onrechte vastgestelde overtreding, die in het besluit als een zware overtreding wordt gekwalificeerd, openbaar zou worden gemaakt. Daardoor zou KPN onevenredig worden benadeeld. Gelet ook op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 10 november 2010, LJN BO3468, dient publicatie dan ook achterwege te blijven. Of het buiten beschouwing laten van de overtreding van de transparantieverplichting van wezenlijke invloed is op de (hoogte van) de boete, en of verweerders andere standpunt, dat KPN de non-discriminatieverplichting heeft overtreden, al dan niet stand kan houden, doet daar verder niet aan af. Het verzoek wordt derhalve toegewezen.
De voorzieningenrechter ziet daarnaast aanleiding met toepassing van artikel 8:82, vierde lid, van de Awb te bepalen dat het door KPN betaalde griffierecht van € 310,- door verweerder wordt vergoed en verweerder te veroordelen in de kosten die KPN in verband met de behandeling van het verzoek tot aan deze uitspraak redelijkerwijs heeft moeten maken. De voorzieningenrechter bepaalt de proceskosten op € 1.748,- aan kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.