ECLI:NL:RBROT:2012:4892
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Damsteegt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding op basis van onrechtmatig besluit in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2012 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding. Eiser, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Hamers, had een schadevergoeding aangevraagd naar aanleiding van een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat op 22 december 2011 was genomen. Dit primaire besluit wees het verzoek om schadevergoeding van 1 augustus 2011 af. Eiser stelde dat hij schade had geleden door een eerdere beslissing van 2 maart 2000, waarin zijn arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op 80 tot 100% en hem een uitkering was toegekend. Hij betoogde dat hij niet op de hoogte was gesteld van deze beslissing en dat er sprake was van samenspanning door medewerkers van verweerder.
De rechtbank oordeelde dat voor het toekennen van schadevergoeding een onrechtmatig besluit vereist is. De rechtbank concludeerde dat de vordering van eiser niet voor toewijzing vatbaar was, omdat er geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan ten grondslag lag. De rechtbank stelde vast dat het niet op de juiste wijze bekendmaken van een besluit niet automatisch leidt tot onrechtmatig handelen van het bestuursorgaan. Eiser had in maart 2002 alsnog kennis kunnen nemen van het besluit en had de mogelijkheid om bezwaar te maken. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat eiser een separaat bezwaarschrift had ingediend en dat het besluit van 2 maart 2000 in rechte onaantastbaar was geworden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en wees zij de verzoeken om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. T. Damsteegt, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M.P. Meijer, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.