ECLI:NL:RBROT:2011:BZ2914
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Sikkel
- mr. Geerars
- mr. Koekebakker
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte vennootschap in zaak over illegale overbrenging van afvalstoffen naar China
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 12 mei 2011, stond een vennootschap terecht voor de beschuldiging van illegale overbrenging van afvalstoffen van Nederland naar China. De tenlastelegging betrof zowel een primair als een subsidiair feit, waarbij de officier van justitie een geldboete van 20.000 euro eiste. De rechtbank heeft het onderzoek op de terechtzitting op 28 april 2011 gehouden. De verdachte werd beschuldigd van het overbrengen van afvalstoffen zonder de vereiste vergunningen en certificaten, zoals het CCIC-certificaat, dat volgens de Chinese wetgeving noodzakelijk is voor de invoer van afvalstoffen.
De rechtbank overwoog dat China de invoer van bepaalde afvalstoffen niet expliciet had verboden, maar dat het nationale recht van China van toepassing was op de procedures voor invoer. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een verbod op de invoer van de afvalstoffen, zoals bedoeld in de relevante Europese verordening. Dit leidde tot de vrijspraak van de verdachte voor het primair ten laste gelegde feit.
Wat betreft het subsidiair ten laste gelegde feit, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat er sprake was van een mengsel van afvalstoffen waarvoor een voorafgaande kennisgeving en toestemming van de autoriteiten vereist was. De rechtbank sprak de verdachte ook vrij van dit subsidiaire feit, omdat de benodigde informatie ontbrak om de samenstelling van de afvalstoffen vast te stellen. De rechtbank verklaarde dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij de ten laste gelegde feiten had begaan, en sprak de verdachte vrij van beide beschuldigingen.