ECLI:NL:RBROT:2011:BY0329
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Opheffing voorlopige voorziening inzake publicatie boetebesluit OPTA
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 april 2011 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft de publicatie van een boetebesluit door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA). Op 27 september 2010 had de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening getroffen die de publicatie van het besluit van 12 augustus 2010 schorste. Dit besluit kondigde de publicatie aan van een boete die aan de verzoekster, de Nederlandse Energiemaatschappij B.V., was opgelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de mededeling over opschorting van het beleid van OPTA omtrent publicatie van boetebesluiten tijdelijk was en dat deze mededeling niet langer van toepassing was na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 november 2010. Deze uitspraak maakte duidelijk dat publicatie van het boetebesluit alleen kon worden tegengehouden door een succesvol verzoek om voorlopige voorziening. Aangezien er geen dergelijk verzoek was ingediend, besloot de voorzieningenrechter om de getroffen voorziening op te heffen, met ingang van 3 mei 2011. De voorzieningenrechter verklaarde het verzoek van de Nederlandse Energiemaatschappij niet-ontvankelijk, omdat de schorsing van de publicatie niet meer van toepassing was. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verzoekers om tijdig een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen indien zij publicatie van een besluit willen tegenhouden.