ECLI:NL:RBROT:2011:BV7067
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en buitengerechtelijke incasso in huurovereenkomst
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 20 december 2011, heeft eiseres, een stichting, gedaagden aangesproken voor huurachterstand op basis van een huurovereenkomst. De comparitie van partijen vond plaats op 8 november 2011, waarbij de gemachtigde van eiseres aanwezig was, maar gedaagden niet verschenen. Eiseres vorderde een bedrag van € 392,91 aan huurachterstand, € 178,50 aan buitengerechtelijke kosten en € 14,55 aan verschenen rente. Gedaagden voerden aan dat zij door ziekte van gedaagde sub 1 in financiële problemen waren geraakt en dat er een betalingsregeling was getroffen, maar dat deze niet was nagekomen.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagden in gebreke waren gebleven met de tijdige betaling van de huur, maar dat de hoogte van de huurachterstand niet betwist was. De gevorderde rente werd toegewezen, maar de kantonrechter weigerde de buitengerechtelijke kosten toe te wijzen. Dit werd onderbouwd met de overweging dat eiseres niet een serieus incassotraject had gevolgd, gezien de omstandigheden van gedaagden en de verhouding tussen de vordering en de kosten. De kantonrechter benadrukte dat van een verhuurder verwacht mag worden dat deze rekening houdt met de feitelijke mogelijkheden van de huurder om betalingsachterstanden in te lopen.
De beslissing van de kantonrechter was dat gedaagden hoofdelijk werden veroordeeld tot betaling van € 407,46 aan achterstallige huur, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.