ECLI:NL:RBROT:2011:BU9658
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorschot deskundigenbericht en gevolgen van niet-betaling door eiser in civiele procedure
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft eiser H.O.D.N. [bedrijf 1] een vordering ingesteld tegen gedaagden, bestaande uit drie partijen, met betrekking tot een aanneemsom van € 10.712. De zaak betreft de oplevering van werk dat volgens eiser op of rond 16 maart 2007 gereed zou zijn geweest. Echter, de rechtbank heeft in een tussenvonnis van 29 september 2010 bepaald dat een deskundige zou worden ingeschakeld om de situatie te beoordelen, maar dit deskundigenonderzoek heeft niet plaatsgevonden omdat eiser zijn deel van het voorschot van € 3.036 niet heeft betaald. Gedaagden hebben hun deel van het voorschot wel voldaan.
De rechtbank oordeelt dat het risico van het niet voldoen aan de betalingsverplichting voor rekening van eiser komt, ongeacht of dit te wijten is aan betalingsonwil of betalingsonmacht. Dit heeft geleid tot de conclusie dat eiser niet in staat is geweest om zijn stelling te bewijzen dat het werk in maart 2007 gereed was voor oplevering, aangezien hij geen ander bewijs heeft aangeboden na het uitblijven van het deskundigenonderzoek.
In reconventie hebben gedaagden vorderingen ingesteld op basis van toerekenbare tekortkomingen door eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast in dit geval bij gedaagden ligt. De rechtbank heeft besloten dat er een comparitie van partijen moet plaatsvinden om de situatie verder te bespreken en om te trachten tot een minnelijke regeling te komen. De verdere beslissing is aangehouden, en partijen zijn opgedragen om hun advocaten mee te nemen naar de zitting.