ECLI:NL:RBROT:2011:BU9545
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Lokven-van der Meer
- A. Frima
- J. van Dort
- Rechtspraak.nl
Verdeling van pensioenrechten na echtscheiding op basis van het Boon/Van Loon-arrest
In deze zaak vorderde de vrouw een nadere verdeling van de pensioenrechten die tijdens het huwelijk waren opgebouwd. Partijen waren van 19 november 1971 tot 16 maart 1983 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. De echtscheiding werd uitgesproken op 17 januari 1983. De vrouw vorderde de verdeling van het partner- en ouderdomspensioen, met de man veroordelend om hieraan mee te werken en de verschuldigde bedragen te betalen. De man stelde dat de vordering was verjaard op grond van artikel 3:306 BW, maar de rechtbank oordeelde dat deze verjaringstermijn niet van toepassing was op een vordering tot verdeling. De rechtbank oordeelde dat de pensioenaanspraken van de man niet in de boedelverdeling waren betrokken en dat er een gemeenschap van deze aanspraken bestond. De vordering van de vrouw werd toegewezen, waarbij de man werd veroordeeld tot medewerking aan de verdeling en betaling van de verschuldigde bedragen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 7 december 2011.