vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 391609 / KG ZA 11-1050
Vonnis in kort geding van 7 december 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te Barendrecht,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. L. Amperse,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OLYMPIC FRUIT B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J. Verhoeven.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Olympic genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 2 december 2011
- de mondelinge behandeling d.d. 5 december 2011
- de producties en pleitnotities van mr. Amperse
- de eis in reconventie en producties van mr. Verhoeven
Ten slotte is vonnis bepaald.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van de inhoud van de door partijen overgelegde producties, kan in dit kort geding van de volgende feiten worden uitgegaan.
Op 18 maart 2009 is tussen Olympic enerzijds en Nagrapex Holding (pty) Ltd (hierna: Nagrapex), Nivex Holding (pty), Ltd (hierna: Nivex), Exotic International (Namibia) (Pty) Ltd (hierna: Exotic International) en International Grape Company (pty) Ltd (hierna: International Grape Company) een overeenkomst getiteld "Marketing and Sale Agreement" (hierna: de marketing and sale agreement) tot stand gekomen. Deze overeenkomst luidt voor zover thans van belang:
"(...)
THE UNDERSIGNED:
1. OLYMPIC FRUIT BV
(...) hereinafter referred to as "OF")
of the one part
(...)
and
2. NAGRAPEX HOLDING (PTY) LTD
(...) duly represented herein by Mr [X] (...) and hereinafter referred to as "Nagrapex"")
(...)
and
3. NIVEX HOLDING (PTY) LTD
(...) duly represented herein by Mr [X] (...) hereinafter referred to as "Nivex")
(...)
and
4. EXOTIC INTERNATIONAL (NAMIBIA) (PTY) LTD
(...) duly represented herein by Mr [Y] (...) hereinafter referred to as "Exotic")
(...)
and
5. INTERNATIONAL GRAPE COMPANY (PTY) LTD
(...) duly represented herein by Mr [X] (...) hereinafter referred to as "IGC")
(...)
of the other part
WHEREAS:
(...)
C. Nagrapex, Nivex, Exotic and IGC want to appoint OF exclusive marketing and sale right concerning their table grapes production. All parties wish to lay down in this marketing and sale agreement (hereinafter: the Agreement) the terms and conditions therefore.
HEREBY AGREE AS FOLLOWS:
Nagrapex, Nivex, Exotic and IGC hereby grant OF to be the sole and exclusive agent for the sale and marketing of all their table grapes of export quality world-wide (...).
(...)
Nagrapex, Nivex, Exotic and IGC will use their best endeavours to produce and deliver to OF 2,1 million cartons/boxes of 4,5 kg each of Table Grapes per year.
3. PERIOD
This agreement shall be entered into for the duration of the harvest season of November - December 2009 up to and including the harvest season November - December 2019.
(...)".
Op de begeleidende brief d.d. 6 juli 2009 aan Olympic bij de onder 2.1 genoemde overeenkomst is bovenaan vermeld "Navico, The Namibia Vinyards Corporation Group" met het adres P.O. Box 724, Aussenkehr Karas Region Namibia. Deze brief luidt voor zover thans van belang:
"(...)
I hereby confirm that we have awarded an exclusive marketing contract to supply table grapes to Olympic Fruit for 10 years commencing Nov/Dec 2009 (...).
Best Regards
(...)
[X]
Chairman
Representing: International Grape Company (Pty) Ltd, Exotic International (Pty) Ltd, Nivex Enterprises (Pty) Ltd, Namibian Grape Export (Pty) Ltd
(...)"
Op 1 september 2011 is tussen [eiseres] enerzijds en Namibian Grape Export Ltd (hierna: NGE) een overeenkomst getiteld "Trade Agreement" (hierna: de trade agreement) tot stand gekomen. Deze overeenkomst luidt voor zover thans van belang:
"This agreement is made and entered into this day 1st September 2011 by and between:
Namibian Grape Export (pty) Ltd/Navico,
Address: PO Box 724, Postal Code 9000. AussenkehrRepresented by Mr. [Y] (...)
hereinafter referred to as 'exporter'
[eiseres] (...)
Represented by Mr [Z] (...)
Hereinafter referred to as 'distributor'
1. PRODUCTS AND QUANTITIES
Exporter has control over and/or possession of the following fresh fruit produced in Namibia (hereinafter referred to as 'the product'):
Products
Exporter will guarantee on a seasonal basis at least 200.000 cartons of Grapes (...).
To be shipped for the season 2011, between week 45 and 51 (...).
2. DISTRIBUTION AND MARKETING
The exporter agrees to ship for the 2011 season to the distributor the products cited under article 1 for the distribution and marketing on free-consignment base in the European market under the conditions stated in this contract.
3. DISTRIBUTOR'S COMMISSION
The distributor will charge 8% of the gross sales price as commission for the distribution and marketing services of the products.
4. BILL OF LADING
The bill of lading shall be consigned to the order of the distributor, and handed over to distributor directly after shipment (...).
5. ADVANCE PAYMENTS
A pre-seasonal advance of Euros 1.000.000,-- will be paid before 15/10/2011 (...). This amount will be deducted from the sales accounts until the total amount of 1.000.000 euros have been discharged (...).
6. ACCOUNT OF SALES
(...)
Weekly (and where possible daily) the distributor will inform the results of the sales of boxes sold during that week in terms of prices per box sold. In addition, the distributor will inform weekly the inventory of products given in consignment in terms of boxes received, boxes in cold storage and boxes sold, identifying quality, variety and size of the product.
(...)
Within 30 days from the date of arrival of each shipment (vessel) the distributor shall give the exporter a true, complete and detailed account and report of all matters and things pertaining to the handling, distribution and sales of the products indicating and setting forth all sales and expenses incurred.
(...)
The final account/sale shall mention unit sales prices according to product, variety, quality and size of products shipped, the distributor's commission and expenses incurred on behalf of the exporter in order to effect the sales, highlighting among others, sea freight, insurance, import duties, harbour discharging and handling, inland transport, cold storage/handling, etc. etc.
(...)
The exporter specifically authorizes the distributor to pay on exporter's behalf all expenses necessary for the sale and distribution of the products.
(...)
12. SELLING PRICE
The distributor agrees to use his best efforts in obtaining the highest price ad best selling conditions, according with the market situation and the quality/condition of the products
(...)
16. NOTICES
Any notice or demand required or permitted by this agreement to be given or served to or upon either party to this contract shall be send (...) as follows:
To: Exotic fruit farms/Navico
Address:
Aussenkehr Farm
Namibia
(...)"
Conform de trade agreement heeft [eiseres] in oktober 2011 een voorschot van
€ 1.000.000,-- aan NGE betaald.
Bij uitspraak d.d. 11 november 2011 heeft de High Court of Namibia te Windhoek, Namibië in een zaak tussen Olympic enerzijds en Nagrapex, Nivex, Exotic International en International Grape Company anderzijds geoordeeld dat Nagrapex, Nivex, Exotic International en International Grape Company hun verplichtingen uit hoofde van de marketing and sale agreement d.d. 18 maart 2009 (en de daarop volgende addenda) jegens Olympic moeten nakomen.
Op 15 november 2011 is op www.agf.nl bericht dat de Namibische rechter heeft geoordeeld dat Olympic het exclusieve recht heeft op de verkoop en marketing van alle druiven van de Navico-groep uit Aussenkehr, Namibië.
Bij verzoekschrift d.d. 25 november 2011 heeft Olympic de voorzieningenrechter te Rotterdam verlof gevraagd tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van Nivex, Nagrapex, Exotic International en International Grape Company op onder meer 16 containers met druiven (containernummers: CRSU6028450, TRIU 8050612, TRIU8912954, TRIU8494176, CRSU 6128438, TRIU 8083940, CRSU 6135720, TRIU 8910381, MEDU 9127473, TRIU 8748120, MEDU 9099514, TRIU 8931091, TEMU 9009745, TRIU 8769437, SZLU 9051784, CRSU 6122580) die naar verwachting op 28 november 2011 vanuit Namibië aan boord van de 'MSC Methoni' in de haven van Rotterdam zouden arriveren. De voorzieningenrechter te Rotterdam heeft het verlof dezelfde dag nog verleend, met de bepaling dat het beslag alleen mag worden gelegd op van voornoemde verweersters afkomstige druiven.
De cognossementen met betrekking tot de onder 2.6 genoemde containers waren geconsigneerd aan [eiseres]. Op 30 november 2011 heeft [eiseres] voornoemde containers, afkomstig van NGE, in ontvangst genomen en opgeslagen op haar terrein in Barendrecht.
Olympic heeft van het onder 2.4 genoemde verlof gebruik gemaakt en heeft op 2 december 2011 op het terrein van [eiseres] te Barendrecht conservatoir beslag tot afgifte doen leggen op de onder 2.6 genoemde druiven in de containers met nummers: CRSU 6028450, TRIU8050612, TRIU8912954, CRSU 6128438, TRIU8083940, MEDU9127473, TRIU8748120, TEMU9009745, TRIU8769437.
Het geschil in conventie
[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad
primair:
Olympic te veroordelen tot opheffing van het onder 2.8 genoemde conservatoire beslag tot afgifte op de druiven,
subsidiair:
machtiging te verlenen om voornoemde druiven te verkopen, met de bepaling dat de opbrengst van deze verkoop wordt gestort op de bankrekening van [Q], dit totdat er een bindende uitspraak of schikking is,
primair en subsidiair:
Olympic te veroordelen in de proceskosten, zulks met bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis, en Olympic te veroordelen in de nakosten.
[eiseres] stelt hiertoe -kort gezegd- dat Olympic geen recht op afgifte van de druiven heeft. Zij stelt dat zij eigenaar van de druiven is geworden. Aan alle vereisten van art. 3:84 BW is voldaan. Zo zijn de druiven door NGE aan [eiseres] geleverd middels de overdracht van de cognossementen, waaronder de druiven zijn vervoerd. Voorts kan de trade agreement als de geldige aan de eigendomsoverdracht ten grondslag liggende titel worden aangemerkt. Deze trade agreement moet (onder meer) worden uitgelegd als een koopovereenkomst, waarmee is beoogd de eigendom van de druiven over te dragen aan [eiseres]. Ten slotte mag ervan uit worden gegaan dat NGE beschikkingsbevoegd was ten aanzien van de druiven.
[eiseres] stelt dat zij de druiven inmiddels heeft doorverkocht aan eindafnemers. Door het beslag van Olympic, kan [eiseres] thans niet voldoen aan haar leveringsverplichtingen jegens die eindafnemers.
Olympic voert gemotiveerd verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
Het geschil in reconventie
Olympic vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
[eiseres] te veroordelen om, binnen 24 uur na dit vonnis, de in het geding zijnde druiven aan Olympic af te geven, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,
subsidiair:
[eiseres] te veroordelen om, binnen 24 uur na dit vonnis, de in het geding zijnde druiven aan Olympic af te geven, met de bepaling dat de opbrengst van de verkoop van d[W]ng van [W], totdat er een bindende afspraak of schikking tussen partijen is, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom,
primair en subsidiair:
[eiseres] te veroordelen in de proceskosten.
Olympic stelt hiertoe -kort gezegd- dat zij een ouder recht op levering van de druiven heeft dan het recht van [eiseres] op levering van de druiven. Op grond van art. 3:298 BW gaat het recht op levering van Olympic voor. Door de druiven niet aan Olympic af te geven, profiteert [eiseres] van de wanprestatie van NGE. Hierdoor handelt [eiseres] onrechtmatig jegens Olympic. Olympic stelt dat [eiseres] de druiven niet te goeder trouw in ontvangst heeft genomen. Op 7 november 2011 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen de moedermaatschappij van [eiseres] en Olympic, waarin Olympic haar positie aan (de moedermaatschappij van) [eiseres] bekend heeft gemaakt. Ten tijde van de aflevering van de druiven moet [eiseres] dus van het standpunt van Olympic op de hoogte zijn geweest. De vordering tot afgifte moet worden gezien als schadevergoeding in natura, in plaats van (een voorschot op) schadevergoeding in geld.
[eiseres] voert gemotiveerd verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De beoordeling in conventie en in reconventie
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de bederfelijkheid van de litigieuze partij druiven dwingt tot het treffen van voorzieningen die ertoe kunnen leiden dat de druiven op zeer korte termijn kunnen worden uitgeleverd. Dat rechtvaardigt dat de voorzieningenrechter vergaande beslissingen neemt, hoewel hij zich realiseert dat later kan blijken dat de feiten waarvan in het hiernavolgende wordt uitgegaan toch anders blijken te liggen.
Tussen partijen staat vast dat op de relevante -in het geding zijnde- overeenkomsten Nederlands recht van toepassing is.
Op grond van het bepaalde in art. 705 lid 2 Rv kan de opheffing van een conservatoir beslag onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorschreven vormen zijn verzuimd, van het onnodige van het beslag blijkt, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld. Voorts dient het beslag te worden opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt. Daaromtrent zal moeten worden beslist aan de hand van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen, waarbij dient te worden beoordeeld of het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door deze naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag.
In het onderhavige geval gaat het (in conventie) om de vordering tot opheffing van een conservatoir beslag tot afgifte als bedoeld in art. 730 Rv. Een dergelijk beslag kan blijkens voornoemd artikel onder meer worden gelegd door een ieder die recht heeft op levering van een goed. De vraag is dus of Olympic recht op levering van de druiven heeft.
Tussen partijen staat vast dat de druiven zijn verscheept door/namens NGE. NGE wordt niet als partij genoemd in de marketing and sale agreement, waarop Olympic haar recht op levering baseert. De vraag is of -zoals Olympic stelt en [eiseres] betwist- NGE kan worden vereenzelvigd met de (vier) Namibische partijen met wie Olympic de marketing and sale agreement heeft gesloten, dan wel het handelen/nalaten van NGE aan die vennootschappen kan worden toegerekend. Hiertoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
Blijkens de trade agreement is deze overeenkomst gesloten met Namibian Grape Export (pty) Ltd (NGE; opm vzr)/Navico, vertegenwoordigd door dhr. [Y] en gevestigd te Aussenkehr, Namibië. Artikel 16 van die overeenkomst vermeldt dat berichten aan NGE dienen te worden gericht aan Exotic fruit farms/Navico, Aussenkehr Farm te Namibië. Voorts staat vast dat de facturen betreffende de druiven zijn verstuurd door Navico.
De marketing and sale agreement is gesloten met Nivex, Nagrapex, Exotic International en International Grape Company, waarvan in ieder geval Exotic International tijdens de totstandkoming van die overeenkomst ook werd vertegenwoordigd door dhr. [Y]. Blijkens de begeleidende brief bij de marketing and sale agreement (zie 2.2) werden in ieder geval Exotic International en International Grape Company eveneens vertegenwoordigd door Navico. Uit de door Olympic als productie 6, 7, 8 en 9 overgelegde e-mails volgt bovendien dat vanuit Namibië is geprobeerd de aan [eiseres] gerichte zendingen te heradresseren aan Olympic en dat dat niet gelukt is omdat men niet meer beschikte over de originele cognossementen.
Tegen die achtergrond lijkt het er op voorhand op dat NGE en de in de marketing and sale agreement genoemde Namibische vennootschappen met elkaar vereenzelvigd kunnen worden, althans dat NGE als agent van die vennootschappen gezien moet worden.
Voorts is het de vraag of -zoals [eiseres] stelt en Olympic betwist- met de levering van de cognossementen waaronder de druiven zijn vervoerd, de eigendom van de druiven is overgegaan op [eiseres].
Op grond van art. 3:84 lid 1 BW is daarvoor levering vereist krachtens een geldige titel, verricht door degene die bevoegd is over de druiven te beschikken.
Vaststaat dat de cognossementen waaronder de druiven zijn vervoerd [eiseres] als "consignee" vermelden en ook aan [eiseres] zijn geleverd. Op zich is daarmee aan de ingevolge art. 3:84 lid 1 BW vereiste leveringshandeling voldaan.
Met betrekking tot de vereiste geldige titel stelt [eiseres] -en betwist Olympic- dat de trade agreement (onder meer) als koopovereenkomst kan worden aangemerkt, waarmee is beoogd de eigendom van de druiven over te dragen aan [eiseres].
Blijkens art. 2 van de trade agreement (zie 2.3) zouden de druiven 'on free consignment base' worden verscheept naar [eiseres]. Uit art. 5 en 6 volgt voorts dat de uiteindelijke koopprijs zou worden vastgesteld aan de hand van de verkoopprijs van de druiven aan de eindafnemers. Op grond van art. 6 dient [eiseres] NGE regelmatig op de hoogte te stellen van de verkoopresultaten en de grootte van de voorraad en de verkoop van de in consignatie ontvangen druiven. Daarnaast bepaalt art. 12 dat [eiseres] haar uiterste best zal doen om een zo hoog mogelijk verkoopprijs en zo gunstig mogelijk condities te bedingen bij de verkoop van de druiven.
Tegen die achtergrond is voorshands onvoldoende aannemelijk dat de trade agreement als koopovereenkomst is te kwalificeren op grond waarvan de eigendom van de druiven na betaling van de koopprijs zou overgaan op [eiseres]. Het lijkt er eerder op dat de trade agreement een zogenaamde consignatieovereenkomst betreft, welk standpunt [eiseres] aanvankelijk in de dagvaarding ook heeft ingenomen. In het algemeen geldt als uitgangspunt bij een consignatieovereenkomst dat de 'verschaffende' partij (i.c. NGE) eigenaar blijft en dat een consignatieovereenkomst geen titel voor (eigendoms)overdracht is.
Het voorgaande in aanmerking genomen ontbreekt naar voorlopig oordeel een geldige titel voor eigendomsoverdracht van de druiven, zodat voorshands onvoldoende aannemelijk is dat de eigendom van de druiven reeds is overgegaan op [eiseres].
Nu de marketing and sale agreement van een eerdere datum is dan de trade agreement, is op zich voldoende aannemelijk dat -zoals Olympic stelt- Olympic een ouder recht op levering van de druiven heeft dan [eiseres]. Anders dan Olympic stelt, wordt de verhouding tussen [eiseres] en Olympic met betrekking tot de druiven echter niet langer beheerst door art. 3:298 BW. Vaststaat dat immers dat de druiven reeds feitelijk en door overdracht van de cognossement zijn geleverd aan [eiseres]. Art. 3:298 BW geldt alleen voor het geval de leveringshandeling nog niet heeft plaatsgevonden.
Olympic baseert haar recht op afgifte jegens [eiseres] voorts op de stelling dat [eiseres] ervan op de hoogte was dat Olympic een ouder recht op levering op de druiven had en dat zij, door de druiven/de cognossementen toch te accepteren, profiteert van de wanprestatie van de Namibische vennootschappen jegens Olympic en daarmee onrechtmatig jegens Olympic handelt. Olympic stelt dat de afgifte van de druiven moet worden gezien als schadevergoeding in natura.
Ter zitting heeft Olympic verklaart dat dhr. [A] van Olympic op 7 november 2011 telefonisch contact heeft gehad met dhr. [B] van the Greenery, de moedermaatschappij van [eiseres]. [A] heeft [B] toen op de hoogte gesteld van het standpunt van Olympic dat Olympic meent (een ouder) recht te hebben op levering van de druiven en heeft [B] toen voorgesteld een regeling te treffen. Olympic heeft voorts verklaard dat [B] later heeft teruggebeld en dat [B] heeft gezegd dat [eiseres] niet op het aanbod zou ingaan. Ter zitting heeft dhr. [C], de zoon van voornoemde heer [A] bevestigd dat hij tijdens die telefoongesprekken aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid van die mededelingen.
Daar komt bij dat op de kennelijk binnen de AGF-sector bekende en veelvuldig geraadpleegde website www.agf.nl (zie 2.6) op 15 november 2011 een bericht is verschenen dat de Namibische rechter heeft geoordeeld dat Olympic het exclusieve recht heeft op de verkoop en marketing van alle druiven van de Navico-groep uit Aussenkehr, Namibië.
Het voorgaande in aanmerking genomen en nu tussen partijen niet in geschil dat de druiven, op 14 november 2011 (derhalve na de telefoongesprekken op 7 november 2011) zijn verscheept en dat [eiseres] daarna pas feitelijk de macht over de druiven en de bijbehorende cognossementen heeft gekregen, moet het er voorshands voor worden gehouden dat [eiseres] reeds voor levering van de druiven/de cognossementen op de hoogte was, althans moet zijn geweest, van het vermeende -oudere- recht op levering van de druiven van Olympic. De enkele betwisting bij gebrek aan wetenschap door [eiseres] dat [eiseres] op de hoogte moet zijn geweest van voornoemd standpunt van Olympic, acht de voorzieningenrechter gelet op het voorgaande onvoldoende gemotiveerd, zodat dat verweer van [eiseres] wordt verworpen.
Nu er voorshands vanuit moet worden gegaan dat [eiseres] vóór levering van de druiven/de cognossementen op de hoogte was van het vermeende oudere recht op levering van de druiven van Olympic en er dus vanuit moet worden gegaan dat [eiseres] wist, althans moet hebben geweten, dat NGE, althans de partijen met wie NGE vereenzelvigd kunnen worden, haar verplichting tot levering jegens Olympic niet zou nakomen, is voorshands voldoende aannemelijk dat [eiseres] door de druiven en de cognossementen toch in ontvangst te nemen profiteert van die wanprestatie. Dat voor [eiseres] kenbaar was dat voor Olympic door de gang van zaken ernstige problemen zouden kunnen ontstaan, is een voor de hand liggende conclusie. Daarmee is voorshands voldoende aannemelijk dat -zoals Olympic stelt- [eiseres] onrechtmatig jegens Olympic handelt, zodat [eiseres] in beginsel schadeplichtig is jegens Olympic.
Op grond van art. 6:103 BW wordt schadevergoeding in beginsel voldaan in geld. Op vordering van de benadeelde kan echter schadevergoeding in een andere vorm dan betaling van een geldsom worden toegekend. De vraag is of een veroordeling tot afgifte van de druiven als schadevergoeding anders dan in geld in het onderhavige geval passend is. Hiertoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
[eiseres] heeft niet betwist dat Olympic inmiddels al overeenkomsten met diverse eindafnemers van de druiven heeft gesloten op grond waarvan zij -op korte termijn- gehouden is druiven te leveren. [eiseres] heeft niet betwist dat, indien Olympic de in het geding zijnde druiven niet kan doorleveren, zij opnieuw druiven zal moeten inkopen. De prijs voor die druiven zal veel hoger zijn, als gevolg waarvan Olympic nader schade zal lijden.
Gelet daarop en nu druiven bederfelijke waar betreffen, is afgifte van de druiven aan Olympic naar voorlopig oordeel passend als schadevergoeding anders dan in geld.
Het voorgaande brengt mee dat de vorderingen in conventie tot opheffing van het beslag en tot het verlenen van machtiging aan [eiseres] om te druiven te verkopen, dienen te worden afgewezen. De vordering in reconventie tot afgifte van de druiven acht de voorzieningenrechter toewijsbaar, met dien verstande dat -zoals subsidiair gevorderd- de opbrengst van de verkoop van de druiven dient te worden gestort op de bankrekening van [W] advocaten, totdat er een bindende uitspraak of schikking tussen partijen is. Voorshands kan immers niet uitgesloten worden dat na nader feitenonderzoek -waarvoor in de onderhavige procedure geen plaats is- in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat (de opbrengst van) de druiven toch aan [eiseres] toekomen. De mede gevorderde dwangsom wordt gemaximeerd.
[eiseres] zal zowel in conventie als in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
De beslissing
De voorzieningenrechter,
in conventie:
wijst de vorderingen af,
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Olympic begroot op € 560,-- aan verschotten en op € 816,-- aan salaris voor de advocaat,
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie:
veroordeelt [eiseres] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de in de beslag genomen druiven aan Olympic af te geven, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,-- per overtreding en € 25.000,-- voor iedere dag, een gedeelte van de dag daaronder begrepen, dat de overtreding voortduurt, met een maximum van in totaal
€ 1.500.000,--, en met de bepaling dat de opbrengst van de verkoop van die druiven wordt gestort rekeningnummer 56.91.52.100 ten name van [W] advocaten, totdat er een bindende uitspraak of schikking is in de onderhavige kwestie,
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Olympic begroot op € 408,-- aan salaris voor de advocaat,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2011, in tegenwoordigheid van mr. L.A. Bosch, griffier. 2083/676