ECLI:NL:RBROT:2011:BU5119

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
388346 / KG ZA 11-897
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsprocedure en geschiktheidseisen voor referentieprojecten in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, betreft het een kort geding dat is aangespannen door Schmit Parkeersystemen B.V. tegen de gemeente Spijkenisse en Vialis B.V. De aanleiding voor het geschil is een aanbestedingsprocedure voor de levering van parkeerautomaten. Schmit vordert dat de gemeente de opdracht niet aan Vialis gunt, omdat zij van mening is dat Vialis niet voldoet aan de geschiktheidseisen die in het bestek zijn opgenomen. Schmit stelt dat Vialis geen eigen referentieprojecten heeft ingediend, wat volgens de aanbestedingsstukken wel vereist was. De gemeente heeft echter verklaard dat Vialis een getekende verklaring van ATB heeft ingediend, waaruit blijkt dat Vialis kan beschikken over de middelen van ATB voor de uitvoering van de opdracht.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het spoedeisend belang van Schmit voortvloeit uit de aard van de vorderingen. De rechter stelt vast dat Schmit te laat is met haar bezwaren tegen de wijze van beoordelen van de referentieprojecten. De gemeente heeft in het bestek duidelijk gemaakt dat inschrijvers eventuele onduidelijkheden tijdig moeten melden. Schmit heeft dit nagelaten en kan daarom niet meer terugkomen op haar bezwaren.

De rechter concludeert dat Vialis zich terecht heeft beroepen op de referentieprojecten van ATB, en dat de gemeente in haar beoordelingsvrijheid niet onterecht punten heeft toegekend aan Vialis. De vorderingen van Schmit worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van zowel de gemeente als Vialis. Het vonnis is uitgesproken op 15 november 2011 door mr. A.F.L. Geerdes.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 388346 / KG ZA 11-897
Vonnis in kort geding van 15 november 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHMIT PARKEERSYSTEMEN B.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
eiseres,
advocaat mr. P.A. ten Hoopen,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE SPIJKENISSE,
zetelend te Spijkenisse,
gedaagde,
advocaat mr. L.J. Terpstra,
in welk geschil als gevoegde partij aan de zijde van gedaagde optreedt,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIALIS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
advocaat mr. J.W. Fanoy,
Partijen zullen hierna Schmit, de gemeente en Vialis genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 13 oktober 2011, met producties
- de mondelinge behandeling d.d. 31 oktober 2011
- de pleitnotities van mr. Ten Hoopen
- de producties en pleitnotities van mr. Terpstra
- de incidentele conclusie tot voeging, tevens houdende conclusie van eis in de hoofdzaak en de pleitnotities van mr. Fanoy.
1.2. Vialis heeft verzocht zich te mogen voegen aan de zijde van de gemeente, waartegen Schmit ter zitting bezwaar heeft gemaakt. De voorzieningenrechter heeft daarop het verzoek tot voeging toegestaan, aangezien Vialis een rechtstreeks en in rechte genoegzaam erkenbaar belang heeft om zich in het geding tussen Schmit en de gemeente als partij aan de zijde van de gemeente te voegen. Dit kort geding betreft immers een aanbestedingsprocedure en Vialis is de partij is aan wie de gemeente voornemens is de opdracht te gunnen. Bovendien is niet gebleken dat het verzoek tot voeging aan de vereiste spoed en de goede procesorde in dit kort geding in de weg staat.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van de inhoud van de door partijen overgelegde producties, kan in dit kort geding van de volgende feiten worden uitgegaan.
2.1. Op 22 juni 2011 heeft de gemeente een Europese openbare aanbesteding aangekondigd voor een raamovereenkomst voor de levering van parkeerautomaten.
2.2. Het bestek met kenmerk ‘EU/CZINK 10-11-262’ luidt voor zover thans van belang:
“(…)
Hoofdstuk I. Definities
(…)
EMVI
Economisch meest voordelige inschrijving.
Inschrijver
Een ondernemer, die een natuurlijk -of rechtspersoon is- al dan niet in combinatie met een andere natuurlijk -of rechtspersoon- en die een inschrijving bij de aanbestedende dienst heeft ingediend.
(…)
Hoofdstuk II. Voorwerp van de aanbesteding
(…) In verband met de invoering van een nieuw type pin-pas en het bereiken van de functionele en technische levensduur, zullen in 2011 de circa 50 parkeerautomaten in Spijkenisse vervangen moeten worden.
De aanbesteding betreft de aankoop, levering, installatie en het onderhoud van parkeerautomaten voor de gemeente Spijkenisse. Een en ander conform de eisen en wensen van de aanbestedende dienst, die in dit bestek zijn omschreven. Het bijgevoegde Programma van Eisen geeft de beschrijving van de vereiste en gewenste functionaliteit van de parkeerautomaten weer.
(…)
Aan de eisen in het Programma van Eisen dient door de inschrijver voldaan te worden. Het niet voldoen aan de eisen leidt tot uitsluiting (…).
Hoofdstuk III. Aanbestedingskader
(…)
III.2. Openbare aanbesteding
Voor de aanbesteding van de levering van parkeerautomaten wordt de openbare aanbestedingsprocedure, die in het Bao is neergelegd, gevolgd.
(…)
III.8. Tegenstrijdigheden
(…) Indien een geïnteresseerde marktpartij (…) tegenstrijdigheden of onvolkomenheden in het bestek vaststelt, dan maakt hij zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk veertien dagen vóór het uiterlijke inlevertijdstip van zijn offerte (…), deze aan de aanbestedende dienst kenbaar (…).Ook eventuele bezwaren tegen (delen van) aanbestedingsdocumenten (bijvoorbeeld met betrekking tot de criteria, termijnen en werkwijze) dient de marktpartij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk veertien dagen vóór de sluitingsdatum van het indienen van de inschrijving, kenbaar te maken. Als naderhand blijkt dat er onvolkomenheden of tegenstrijdigheden in het bestek zitten en deze niet door een marktpartij zijn gemeld, dan kan dit aan de aanbestedende dienst niet worden tegengeworpen.
III.9. Inlichtingen
De aanbestedende dienst verstrekt op verzoek van de marktpartijen nadere inlichtingen over het bestek uiterlijk zes dagen vóór het uiterlijke inlevertijdstip van de offerten (…), mits de verzoeken van de marktpartijen tijdig vóór dat tijdstip zijn gedaan (…).
De aanbestedende dienst beantwoordt deze vragen bij wijze van Nota(‘s) van Inlichtingen (…). De Nota(‘s) van Inlichtingen maakt/maken van de overige aanbestedingsdocumenten één geheel uit (…).
(…)
III.20. Proof of concept
De aanbestedende dienst zal van de inschrijvers een proefopstelling voor een duurproef van 1 dag eisen (…).
Deze duurproef heeft tot doel om vast te stellen of de parkeerautomaten voldoen aan de eisen en wensen, die het Programma van Eisen daaraan stelt (…).
(…) Indien de aanbestedende dienst concludeert, dat de door de inschrijver aangeboden parkeerautomaat niet aansluit op de eisen van het Programma van Eisen (…), dan wordt de offerte van die inschrijver alsnog afgewezen.
Indien de parkeerautomaat niet (geheel) voldoet aan de wensen uit het PvE, zoals aangeboden in de offerte van inschrijver zal dit leiden tot een lagere score op het betreffende gunningscriterium.
Hoofdstuk IV. Beoordelingsmethodiek
De inschrijvers en hun offertes worden beoordeeld aan de hand van de in dit Hoofdstuk beschreven beoordelingsmethodiek. De inschrijvers (worden) beoordeeld op basis van de selectiecriteria, de offertes worden beoordeeld op basis van de nadere criteria van het gunningscriterium EMVI.
IV.1 Selectie
De inschrijvers, die niet op grond van één van de drie in de onderstaande selectiematrix vermelde ‘Knock Out’(K.O.)criteria zijn uitgesloten en waarvan de ingediende offertes qua conformiteit, volledigheid, parafering en ondertekening aan de in het bestek gestelde eisen en wensen voldoen, worden voorts op verdere geschiktheid beoordeeld op basis van de onderstaande selectiematrix.
(…)
Offertes van inschrijvers, die naar het oordeel van de aanbestedende dienst niet geschikt zijn om te beantwoorden aan de eisen en wensen van de aanbestedende dienst, zoals in het bestek omschreven worden bij de verdere beoordeling niet betrokken.
De volgende selectiecriteria, die in de paragrafen IV.1.1. tot en met IV.1.7. nader worden toegelicht, worden gehanteerd en volgens de onderstaande selectiematrix beoordeeld.
Selectiematrix
Onderdelen Score
Selectiecriterium 1 volledig ingevuld en ondertekende Eigen Verklaring K.O.
Selectiecriterium 2 toepasselijkheid van de paragrafen IV.1.1. en/of IV.1.3 K.O.
Selectiecriterium 3 Omzeteis K.O.
Selectiecriterium 4 referentieproject 1 25
referentieproject 2 25
referentieproject 3 25
Selectiecriterium 5 certificaat/beschrijving van kwaliteitssysteem 25
Totaal 100
(…)
Behoudens de Knock Out criteria (K.O.), wordt per selectiecriterium punten gegeven. De inschrijvers dienen over het totaal van deze selectiecriteria een minimale totaalscore te behalen van 60 punten. Inschrijvers die een lagere totaalscore behalen worden in de ogen van de aanbestedende dienst als niet beschikt beschouwd en van de verdere deelname aan de aanbesteding uitgesloten.
(…)
Geschiktheidseisen
(…)
Technische bekwaamheid of beroepsbekwaamheid
IV.1.6. Naast het bepaalde in paragraaf IV.1.5. dient de inschrijver op verzoek van de aanbestedende dienst zijn technische bekwaamheid aan te tonen door middel van een lijst van drie referentieprojecten van levering van de, in zijn offerte aangeboden, parkeerautomaten met vermelding van het bij ieder referentieproject behorende bedrag, de datum en de publiek- of privaatrechtelijke instanties. De referentieprojecten mogen niet ouder zijn dan drie jaar en dienen voorzien te zijn van certificaten, die hetzij de desbetreffende aanbestedende diensten hetzij de desbetreffende particuliere afnemers hebben afgegeven of meeondertekend.
(…)
IV.2. Gunning
Als gunningcriterium geldt de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI) ), in welk geval de offertes worden beoordeeld op basis van de volgende nadere criteria.
Gunningsmatrix
Nadere criteria Punten
Criterium 1: Total Cost of Ownership (TCO) gedurende 10 jaar (…)
Criterium 2: Mate waarin aan de wensen uit het Programma van Eisen wordt voldaan (…)
(…) (…)
Criterium 3: Kwaliteit van de parkeerautomaten (…)
(…)
Criterium 4: Implementatieplan (…)
(…)
Totaal (…)
(…)”.
2.3. Naar aanleiding van vragen van de inschrijvers is een nota van inlichtingen verschenen. Deze nota van inlichtingen luidt voor zover thans van belang:
“(…)
Vraag Nr. 10 (…)
Aan de hand van de referentieprojecten dienen inschrijvers te demonstreren dat haar technische bekwaamheid van voldoende (bewezen) kwaliteit is om uw opdracht uit te kunnen voeren. Begrijpen wij goed dat de referenties dan ook betrekking moeten hebben op de integrale aard en omvang van onderhavige opdracht dus, levering, installatie en meerjarig onderhoud van circa 50 stuks parkeerautomaten t.b.v. vooraf betaald parkeren?
Antwoord
De referentieprojecten betreffen levering die betrekking hebben op het voorwerp van de aanbesteding, zoals genoemd in het hoofdstuk 2 van het bestek. Hoe meer de referentie hiermee vergelijkbaar is, des te meer punten de inschrijver hiervoor ontvangt. Komt de referentie hiermee niet overeen, dan ontvangt de inschrijver geen punten. Komt de referentie volledig overeen met het voorwerp van de aanbesteding, dan ontvangt de inschrijver het maximale aantal punten per referentie.
Vraag Nr. 11 (…)
Kan Inschrijver er vanuit gaan dat er met “certificaten” tevredenheidverklaringen van de opdrachtgevers bedoeld worden?
Antwoord
Dat is correct. Met “certificaten” worden bedoeld tevredenheidverklaringen van de opdrachtgevers van Inschrijver.
(…)”.
2.4. Op de onderhavige aanbesteding hebben Schmit, Vialis en Taxameter Centrale B.V. ingeschreven.
2.5. Bij brief van 28 september 2011 heeft de gemeente aan Schmit bericht dat zij voornemens is de opdracht te gunnen aan Vialis. Deze brief luidt voor zover thans van belang:
“(…) delen wij u mede dat uw offerte niet is beoordeeld als de economisch meest voordelige inschrijving van drie ontvangen inschrijvingen. Gemeente Spijkenisse heeft het voornemen om de opdracht te gunnen aan Vialis bv, wiens offerte is beoordeeld als de economisch meest voordelige inschrijving.
(…)
De offerte van inschrijver 2 (Taxameter Centrale B.V.; opm vzr) werd door de beoordelingscommissie afgewezen, omdat niet voldaan werd aan alle eisen uit het Programma van Eisen (…)”.
2.6. Een e-mail van de gemeente aan Schmit d.d. 5 oktober 2011 luidt voor zover thans van belang:
“(…)
Hierbij bevestigt de aanbestedende dienst dat de aangeboden parkeerautomaat van inschrijver Vialis het type 1256 van fabrikant ATB Automatentechnik Baumann betreft. Deze wordt door Vialis onder de naam Vipark op de Nederlandse markt gezet.
De referenties van Vialis betreffen leveringen van de ATB 1256 aan Budapest (Hongarije), Nurnberg (Duitsland) en Abu Dhabi (…)”.
3. Het geschil
3.1. Schmit vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:
1) de gemeente te verbieden de opdracht te gunnen aan Vialis, op verbeurte van een dwangsom van € 50.000,--,
2) de gemeente te gebieden om Vialis binnen drie dagen na betekening van dit vonnis alsnog uit te sluiten van de inschrijving, althans haar offerte alsnog af te wijzen op verbeurte van een dwangsom van € 20.000,-- voor iedere dag dat de gemeente daarmee in gebreke blijft,
3) de gemeente te gebieden de opdracht binnen drie dagen na betekening van dit vonnis aan Schmit te gunnen, althans te verbieden dat de opdracht aan een ander dan Schmit wordt gegund, zulks voor beide onderdelen op verbeurte van een dwangsom van € 20.000,-- voor iedere dag dat de gemeente daarmee in gebreke blijft,
4) de gemeente te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening en Vialis in de kosten van het incident.
3.2. Schmit stelt hiertoe -kort gezegd- dat de gemeente de ten behoeve van de technische bekwaamheid van de inschrijvers ingediende referentieprojecten niet aan de hand van het toekennen van meer of minder ‘punten’ had mogen beoordelen, nu de aard van de onderhavige (openbare) aanbestedingsprocedure zich daartegen verzet. Voor zover dat wel zou kunnen, is de beoordelingsmethode niet eenduidig en transparant.
Voorts stelt Schmit dat Vialis geen eigen referentieprojecten heeft opgegeven, terwijl dat op grond van de aanbestedingsstukken wel vereist was. De door Vialis ingediende referentieprojecten betreffen leveringen van de parkeerautomaat ATB 1256 van fabrikant ATB Automatentechniek Baumann (hierna: ATB), welke leveringen geheel buiten Vialis om zijn geschied en waarmee Vialis geen enkele bemoeienis heeft gehad. Vialis toont met die referentieprojecten derhalve haar eigen technische bekwaamheid niet aan.
Bovendien hebben de door Vialis ingediende referentieprojecten geen betrekking op de in haar offerte aangeboden parkeerautomaten. De parkeerautomaten bedoeld in de referentieprojecten waren bijvoorbeeld voorzien van een gewoon toetsenbord, terwijl de thans door Vialis aangeboden apparaten zijn voorzien van een touchscreen. Daarnaast zijn de in de referentieprojecten bedoelde parkeerautomaten geen van drie cashless en hebben geen van drie een voor de Nederlandse markt al geschikt gemaakte en door Currence gecertificeerde pinmodule.
Met betrekking tot de referentieprojecten kan Vialis dus geen punten hebben gescoord, zodat haar inschrijving uitgesloten had moeten worden.
Omdat Schmit in dat geval de enige geldige inschrijving heeft gedaan, is haar inschrijving de economisch meest voordelige en moet de opdracht aan Schmit gegund worden.
3.3. De gemeente en Vialis voeren gemotiveerd verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang vloeit reeds uit de aard van de vorderingen van Schmit voort. De gemeente en Vialis hebben het spoedeisend belang bovendien niet betwist.
4.2. Het meest verstrekkende verweer is het verweer van de gemeente en Vialis dat Schmit te laat is met haar bezwaren tegen de wijze van beoordelen van de ten behoeve van de in het bestek genoemde ‘selectiecriteria’ ingediende referentieprojecten.
4.2.1. Naar vaste jurisprudentie mag van een inschrijver een zekere proactieve houding verwacht worden en mag van hem verwacht worden dat hij tegen onduidelijkheden of onvolkomenheden in aanbestedingsstukken opkomt in een stadium waarin deze nog ongedaan kunnen worden gemaakt (HvJ EG 12 februari 2004, zaaknr. C-230/02 Grossman). Daarnaast mag verwacht worden dat de inschrijver behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettend is (HvJ EG 29 april 2004, zaaknr. C-496/66 Succhi di Frutta). In dit verband heeft de gemeente in hoofdstuk III.8 en III.9 van het bestek (zie 2.2) de inschrijvers de mogelijkheid geboden eventuele tegenstrijdigheden of onvolkomenheden te melden en (aanvullende) vragen te stellen. Hierbij is uitdrukkelijk vermeld dat het niet of het niet tijdig melden van het voorgaande, niet aan de gemeente kan worden tegengeworpen.
4.2.2. Met betrekking tot de in te dienen referentieprojecten is in paragraaf IV.1 vermeld dat per referentieproject 25 punten gescoord kon worden. Voorts is vermeld dat de inschrijvers ten aanzien van de ‘selectiecriteria’ -waaronder de referentieprojecten- een minimale totaalscore dienden te behalen van 60 punten. In antwoord op vraag 10 heeft de gemeente in de Nota van Inlichtingen verduidelijkt dat hoe meer de referentie vergelijkbaar is met het voorwerp van de aanbesteding, des te meer punten de inschrijver hiervoor ontvangt. Het had op de weg van Schmit gelegen om tijdig, doch in ieder geval vóór inschrijving eventuele onduidelijkheden of onvolkomen met betrekking tot de wijze van beoordelen van de referentieprojecten te melden of (nadere) vragen te stellen. Schmit heeft dat evenwel niet gedaan. Eerst in het kader van dit kort geding stelt Schmit dat de gemeente de ten behoeve van de technische bekwaamheid van de inschrijvers ingediende referentieprojecten niet aan de hand van het toekennen van meer of minder ‘punten’ had mogen beoordelen en dat, voor zover dat wel zou kunnen, de beoordelingsmethode niet transparant is.
4.2.3. Tegen de achtergrond van het voorgaande is Schmit naar het oordeel van de voorzieningenrechter te laat met haar bezwaren tegen de wijze van beoordelen van de referentieprojecten, zodat de stellingen van Schmit in dat verband worden verworpen.
4.3. Voorts is tussen partijen in geschil of de gemeente Vialis punten had mogen toekennen voor de bij de inschrijving van Vialis ingediende referentieprojecten van ATB.
Schmit stelt dat uit paragraaf IV.1.6 van het bestek en het antwoord op vraag 11 in de Nota van Inlichtingen volgt dat enkel een beroep kan worden gedaan op referentieprojecten van de inschrijver zelf, zodat Vialis zich niet op de referentieprojecten van ATB kan beroepen.
4.3.1. Op grond van vaste jurisprudentie en op grond van -het op de onderhavige aanbesteding van toepassing zijnde- art. 49 lid 3 Bao mag een inschrijver als Vialis zich, teneinde te voldoen aan de gestelde geschiktheidseisen (zie 2.2; paragraaf IV.6), beroepen op de ervaring van (een) derde(n), ongeacht de juridisch aard van haar banden met die derde(n). In dat geval dient de inschrijver aan de aanbestedende dienst aan te tonen dat hij werkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van die derde. Tegen die achtergrond mocht een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver ondanks het antwoord op vraag 11 in de Nota van Inlichtingen (zie 2.3) er niet zonder meer vanuit gaan dat de bij inschrijving in te dienen referentieprojecten enkel referentieprojecten van de inschrijver zelf mochten zijn. Een andersluidende opvatting zou niet goed verenigbaar zijn met het uitgangspunt dat het er, ook waar het referenties betreft, louter om gaat dat zeker gesteld wordt dat een inschrijver daadwerkelijk beschikt over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen en vaardigheden van derden die hij, zoals hem vrijstaat, voornemens is in te zetten bij de uitvoering.
4.3.2. Ter zitting heeft Vialis verklaard dat zij bij de gemeente een getekende verklaring van ATB heeft ingediend dat Vialis bij het uitvoeren van de onderhavige opdracht daadwerkelijk kan beschikken over de middelen van ATB en derhalve over de technische bekwaamheid van ATB. De gemeente heeft dat bevestigd en heeft verklaard dat die verklaring is gedateerd op 5 juli 2011 en dat die verklaring tijdig is ingediend. Voorts heeft de gemeente verklaard dat Vialis in haar eigen verklaring duidelijk heeft aangegeven dat zij ATB zou inschakelen voor de uitvoering van de onderhavige opdracht en dat ook ATB een eigen verklaring heeft ingediend, hetgeen Vialis heeft bevestigd. Vialis heeft tot slot verklaard dat zij met betrekking tot de door haar ingediende referentieprojecten van ATB tevredenheidsverklaringen betreffende die projecten bij de gemeente heeft ingediend, hetgeen de gemeente ook heeft bevestigd.
Tegen de achtergrond van het voorgaande en nu de voorzieningenrechter vooralsnog geen reden te twijfelen aan de juistheid van voornoemde verklaringen, mocht Vialis zich beroepen op de door haar bij de gemeente ingediende referentieprojecten van ATB.
4.4. Schmit stelt vervolgens dat de gemeente Vialis geen punten had mogen toekennen voor de door haar ingediende referentieprojecten, omdat de parkeerautomaten waarop die referentieprojecten betrekking hebben, niet overeenstemmen met de in de offerte van Vialis aangeboden parkeerautomaten.
4.4.1. Blijkens paragraaf IV.1.6 van het bestek (zie 2.2) diende de inschrijver drie referentieprojecten in te dienen van levering van de in de offerte aangeboden parkeerautomaten. In antwoord op vraag 10 heeft de gemeente in de Nota van Inlichtingen verduidelijkt dat hoe meer de referentie vergelijkbaar is met het voorwerp van de aanbesteding (de aangeboden parkeerautomaat), des te meer punten de inschrijver hiervoor ontvangt. Een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver mocht er derhalve niet zonder meer vanuit gaan dat de in de referentieprojecten genoemde parkeerautomaten volledig dienden overeen te stemmen met de in de onderhavige aanbesteding aangeboden parkeerautomaten.
Het behoort in beginsel tot de beoordelingsvrijheid van de gemeente om te bepalen in hoeverre de in de referentieprojecten bedoelde parkeerautomaten overeenstemmen met de aangeboden parkeerautomaten en hoeveel punten zij de betreffende inschrijver daarvoor toekent.
Daar komt bij dat, zoals de gemeente en Vialis terecht stellen, de referentieprojecten slechts betrekking hebben op de technische bekwaamheid van de inschrijver (en/of de door hem ingeschakelde derde(n)) en niet op de aangeboden parkeerautomaat zelf. Of de aangeboden parkeerautomaat zelf (volledig) voldoet aan het Programma van Eisen, is door de gemeente beoordeeld in het kader van het gunningscriterium ‘economisch meest voordelige inschrijving’ en de daaronder vallende subgunningscriteria en tijdens de uitgevoerde Proof of concept (zie 2.2; paragraaf III.20). Gesteld noch gebleken is dat Schmit tegen die beoordeling bezwaar heeft (gemaakt).
4.4.2. Gelet op het voorgaande is voorshands onvoldoende aannemelijk dat de gemeente Vialis ten onrechte punten heeft toegekend voor de door haar ingediende referentieprojecten.
4.5. Het voorgaande brengt mee dat de vorderingen van Schmit dienen te worden afgewezen.
4.6. Schmit zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van zowel de gemeente als Vialis.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter,
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt Schmit in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de gemeente begroot op € 560,-- aan verschotten en op € 816,-- aan salaris voor de advocaat en aan de zijde van Vialis begroot op € 560,-- aan verschotten en op € 816,-- aan salaris voor de advocaat,
5.3. verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2011, in tegenwoordigheid van mr. L.A. Bosch, griffier. 2083/676