ECLI:NL:RBROT:2011:BT6855
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding waardedaling motorjacht onder pleziervaartuigverzekering en toepassing Marine Insurance Act 1906
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam diende, ging het om een geschil tussen eiser, wonende te Winterswijk, en de naamloze vennootschap Amlin Corporate Insurance N.V., gevestigd te Amstelveen, over de vergoeding van schade aan een motorjacht. Eiser had een pleziervaartuigverzekering afgesloten via Aon Hudig, en na schade aan het schip op 24 juni 2008, vorderde hij vergoeding van zowel de reparatiekosten als de waardedaling van het schip. De schade was vastgesteld op EUR 37.159,96, maar Amlin had alleen de reparatiekosten vergoed, onder aftrek van het eigen risico.
Eiser stelde dat, ondanks de volledige reparatie, er een waardevermindering van het schip was opgetreden, die ook onder de verzekering vergoed diende te worden. Hij baseerde zijn vordering op de Engelse Marine Insurance Act 1906, specifiek artikel 69, dat de verplichtingen van de verzekeraar bij schade regelt. De rechtbank oordeelde dat, volgens artikel 69 MIA, eiser alleen recht had op vergoeding van de redelijke kosten van herstel en dat er geen recht op aanvullende vergoeding van waardedaling bestond, tenzij er sprake was van gedeeltelijke reparatie of geen reparatie.
De rechtbank concludeerde dat de vordering van eiser moest worden afgewezen, omdat de schade volledig was hersteld en de kosten daarvoor waren vergoed. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Amlin op EUR 1.818,- werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 5 oktober 2011 door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren.