ECLI:NL:RBROT:2011:BT2474
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzekering en aansprakelijkheid bij dooischade aan transportgoederen onder CIF-leveringsvoorwaarden
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Rotterdam op 27 juli 2011, betreft het een geschil tussen Oriënt Office Export Import GmbH (hierna: Oriënt) en een aantal verzekeraars, gezamenlijk aangeduid als Assuradeuren. Oriënt had een overeenkomst van goederenverzekering afgesloten met de Assuradeuren, onder een zogenaamde Open Cover. De zaak ontstond naar aanleiding van schade aan diepgevroren rundvlees dat Oriënt had gekocht en dat tijdens transport naar Egypte dooischade had opgelopen. De schade werd geconstateerd bij aankomst in de haven van Alexandria, waar Faragalla, de koper, de beschadigde partijen niet accepteerde en niet betaalde.
Oriënt vorderde vergoeding van de schade onder de verzekering, maar de Assuradeuren betwistten dat Oriënt recht had op uitkering. De rechtbank oordeelde dat de CIF-verkoper, in dit geval Oriënt, niet het verzekerde risico van beschadiging tijdens het transport droeg, aangezien het risico op de koper overging bij inlading van de goederen. De rechtbank concludeerde dat Oriënt geen recht had op schadevergoeding onder de Open Cover, omdat de schade was ontstaan voordat het risico op haar was overgegaan.
De rechtbank wees de vorderingen van Oriënt af en veroordeelde haar in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de belangrijke juridische principes rondom transportgoederenverzekeringen en de implicaties van de CIF-leveringsvoorwaarden, waarbij het risico van verlies of schade aan de goederen overgaat op de koper bij inlading. De uitspraak biedt inzicht in de verantwoordelijkheden van partijen in internationale handelscontracten en de toepassing van verzekeringsrecht.