vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 14 september 2011
in de zaak met zaak- / rolnummer: 338482 / HA ZA 09-2529 (hoofdzaak)
1. de naamloze vennootschap
AXA SCHADE N.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. "NEDEXIMPO" NEDERLANDSE IMPORT- EN EXPORT MAATSCHAPPIJ,
gevestigd te Amstelveen,
eiseressen,
advocaat mr. R.P.M. van Leeuwen te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres inzake 10-283]
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283],
beide gevestigd te Vlaardingen,
gedaagden,
advocaat mr. J. Mulder te Hoogeveen,
in de zaak met zaak- / rolnummer: 347027 / HAZA 10-283 (vrijwaringszaak)
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres inzake 10-283]
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283],
beide gevestigd te Vlaardingen,
eiseressen in vrijwaring,
advocaat mr. J. Mulder te Hoogeveen,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1 inzake 10-283],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2 inzake 10-283].,
beide gevestigd te Meerkerk,
gedaagden in vrijwaring,
advocaat mr. A.D. Huisman te Rotterdam.
Eiseressen in de hoofdzaak zullen hierna Axa respectievelijk Nedeximpo en gezamenlijk Axa c.s. genoemd worden.
Gedaagden in de hoofdzaak/eiseressen in vrijwaring worden hierna als [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] respectievelijk [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] en gezamenlijk als [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] aangeduid.
Gedaagden in vrijwaring zullen hierna worden aangeduid als [gedaagde 1 inzake 10-283] respectievelijk [gedaagde 2 inzake 10-283] en gezamenlijk als [gedaagden inzake 10-283]
1. De procedure
in de hoofdzaak
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de hersteldagvaarding van 24 juni 2009 en de door Axa c.s. overgelegde producties,
- het vonnis in het vrijwaringsincident d.d. 30 december 2009 en de daaraan ten grondslag liggende incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring en conclusie tot referte,
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak, met producties,
- het tussenvonnis van 21 april 2010 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 14 september 2010,
- de akte houdende overlegging producties van Axa c.s.,
- de akte overlegging producties van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283],
- de antwoordakte van Axa c.s.,
- de antwoordakte van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283]
1.2. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 januari 2010 en de door [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] overgelegde producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 21 april 2010 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 14 september 2010,
- de akte overlegging producties aan de zijde van [gedaagden inzake 10-283],
- de antwoordakte overlegging producties.
in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De vaststaande feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen – voor zover van belang – het volgende vast:
2.1. Bij fax van 16 mei 2007, geadresseerd aan [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283], heeft Nedeximpo opdracht gegeven tot het vervoer over de weg van tien damwanden van Dortmund, Duitsland naar Zuid-Oost Beemster, Nederland, ter aflevering aldaar aan [bedrijf 1].
2.2. [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283], althans [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] althans [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] hebben/heeft bovengenoemd vervoer uitbesteed aan [gedaagde 1 inzake 10-283], althans [gedaagde 2 inzake 10-283]
2.3. Op 25 juni 2007 heeft [persoon 1], werkzaam als chauffeur bij [gedaagde 2 inzake 10-283] (hierna: [persoon 1]), de lading damwanden voor vervoer naar Zuid-Oost Beemster in ontvangst genomen. In verband met het vervoer is een Lieferschein afgegeven, welke door [persoon 1] is ondertekend.
3. Het geschil in de hoofdzaak
3.1. De gewijzigde vordering van Axa c.s. luidt – verkort weergegeven – dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] hoofdelijk, althans [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] althans [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] veroordeelt tot betaling, des dat de één betalende de ander zal zijn gekweten, aan Axa althans aan Nedeximpo tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 19.831,64, vermeerderd met rente en proceskosten.
3.2. Axa c.s leggen aan deze vordering – samengevat – het volgende ten grondslag. [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283], althans [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] althans [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] zijn/is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst tot het onder 2.1 genoemde vervoer, omdat de tien damwandplaten – volgens [bedrijf 1] – niet ter bestemming zijn afgeleverd. [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] zijn hoofdelijk, althans [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] en [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] zijn afzonderlijk aansprakelijk voor de door Nedeximpo dientengevolge geleden schade ten bedrage van € 17.771,04, zijnde de verkoopwaarde van de betreffende zending, en gemaakte expertisekosten ten bedrage van € 2.060,60.
Axa heeft krachtens een overeenkomst van verzekering de schade volledig vergoed, zodat zij van rechtswege is gesubrogeerd in de rechten van Nedeximpo. De vordering wordt niettemin ook ingesteld door Nedeximpo voor het geval zij ten aanzien van de ladingvordering (nog) geheel of gedeeltelijk actief is gelegitimeerd.
Over de hoofdsom wordt de rente overeenkomstig het percentage als bepaald in artikel 27 van het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (hierna: CMR) gevorderd.
3.3. Het verweer van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] strekt tot afwijzing, althans matiging van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Axa c.s. in de kosten van deze procedure, alsmede in de kosten van de vrijwaringszaak.
3.4. [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] hebben daartoe – verkort weergegeven – het volgende aangevoerd. De damwanden zijn op 26 juni 2007 door [gedaagde 2 inzake 10-283] bij [bedrijf 1] afgeleverd. [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] zijn derhalve niet toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst en niet aansprakelijk voor de door [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] gestelde schade.
De omvang, de redelijkheid en de verschuldigdheid van de gestelde expertisekosten worden voorts betwist. Voorts wordt de vorderingsgerechtigdheid ten aanzien van deze kosten betwist.
4. Het geschil in de vrijwaringszaak
4.1. De vordering van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] luidt – verkort weergegeven – dat de rechtbank [gedaagden inzake 10-283], althans [gedaagde 1 inzake 10-283] althans [gedaagde 2 inzake 10-283] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeelt tot betaling aan [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] van al datgene waartoe [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] in de hoofdzaak worden veroordeeld, met veroordeling van [gedaagden inzake 10-283] in de kosten van de hoofdzaak en de vrijwaringszaak.
4.2. [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] hebben daaraan – samengevat – het volgende ten grondslag gelegd.
[gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] heeft aan [gedaagde 1 inzake 10-283], althans [gedaagde 2 inzake 10-283] opdracht gegeven tot het onder 2.1 genoemde vervoer. [gedaagden inzake 10-283] is als vervoerder op grond van artikel 17 CMR aansprakelijk voor schade aan de goederen tussen het moment van ontvangst van de goederen tot het moment van aflevering. Indien [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] in de hoofdzaak wordt veroordeeld, dan is Verspui op grond van bovengenoemd artikel aansprakelijk jegens [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283]
[gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] heeft binnen de verjaringstermijn van artikel 32 CMR, namelijk op 14 april 2008, [gedaagden inzake 10-283] aansprakelijk gesteld. [gedaagden inzake 10-283] heeft de aansprakelijkheid niet afgewezen.
4.3. Het verweer van [gedaagden inzake 10-283] strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] in de proceskosten.
4.4. [gedaagden inzake 10-283] hebben daartoe – verkort weergegeven – het volgende aangevoerd.
Blijkens de laadopdracht van 25 juni 2007 heeft [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] aan [gedaagde 1 inzake 10-283] opdracht gegeven tot het vervoer van de betreffende damwanden. Mitsdien gaat de ingestelde vordering alleen deze partijen aan. De door Expeditiebedrijf aan [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] verzonden factuur voor dit vervoer is door laatstgenoemde voldaan.
De lading van tien damwanden is op 26 juni 2007 op het losadres in Zuid-Oost Beemster gelost en afgeleverd.
De vordering van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] is op grond van artikel 32 CMR verjaard, nu het transport plaatsvond in juni 2007 en [gedaagden inzake 10-283] is gedagvaard op 15 juni 2010. De door [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] gestelde brief van 14 april 2008 is verstuurd door [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283], aan wie geen vorderingsrecht toekomt. Van een schorsing van de verjaringstermijn is dan ook geen sprake.
De verschuldigdheid en de omvang van de gestelde schade wordt eveneens betwist.
5.1. Tussen partijen is allereerst in geschil wie als contractuele wederpartij van Nedeximpo bij de vervoerovereenkomst heeft te gelden: [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] of [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283]. De rechtbank overweegt daarover als volgt.
De transportopdracht van Nedeximpo, zoals genoemd onder 2.1, is (uitsluitend) gericht aan [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283]. Onvoldoende gesteld noch gebleken is dat de transportopdracht niet (enkel) aan [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] maar (ook) aan [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] is gegeven, dat [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] bij ontvangst van de transportopdracht aan Nedeximpo te kennen hebben gegeven dat [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] als vervoerder op zou treden of dat Nedeximpo bedoeld had (ook) een overeenkomst met [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] aan te gaan. Onder deze omstandigheden dient [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] als wederpartij van Nedeximpo onder de vervoerovereenkomst en dus als de vervoerder te worden beschouwd. De stelling dat de factuur voor het vervoer door [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] is verstuurd, maakt dat oordeel niet anders. Dat het in de transportsector gebruikelijk is dat het vervoer wordt uitgevoerd door de Transport B.V., zoals door [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] is aangevoerd, laat eveneens onverlet dat de transportopdracht is gegeven aan [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283]. De stelling dat op de laadopdracht aan [gedaagden inzake 10-283] zowel [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] als [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] staat vermeld, is voor het antwoord op vraag naar de contractspartijen bij de vervoerovereenkomst niet van belang.
5.2. Axa c.s. hebben gesteld dat naast [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] ook [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] aansprakelijk is voor de door Nedeximpo geleden schade. Zij hebben hiertoe aangevoerd dat [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] verwarring hebben gezaaid over de vraag wie als contractuele wederpartij van Nedeximpo optrad, omdat op briefpapier en op de laadopdracht aan Verspui zowel [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] als [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] staan vermeld. Axa c.s. stellen zich voorts op het standpunt dat zij [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] en [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] mogen beschouwen als één rechtspersoon en dat beide ondernemingen zijn gebonden aan de rechtshandelingen.
Het had op de weg van Axa c.s. gelegen om deze stellingen voldoende te onderbouwen. Uit hetgeen Axa c.s. hebben gesteld kan geen grond voor aansprakelijkheid van [gedaagde 1 inzake 09-2529 en eiseres 1 inzake 10-283] worden gedestilleerd. Deze stellingen leveren voorts onvoldoende feitelijke grondslag op om hen tot bewijslevering daarvan toe te laten.
5.3. Niet in geschil is dat de door Nedeximpo en [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] aangegane overeenkomst tot vervoer van goederen over de weg van Duitsland naar Nederland wordt beheerst door de CMR.
Aanvullend, voor zover de CMR niet alle relevante onderwerpen regelt, is het Nederlands recht van toepassing. Naar Nederlands internationaal privaatrecht dient immers de vraag welk recht op contractuele verbintenissen als de onderhavige van toepassing is te worden beantwoord aan de hand van het EEG-Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst van 19 juni 1980, Trb. 1980, 156 (EVO). Gesteld noch gebleken is dat partijen een rechtskeuze als bedoeld in artikel 3 EVO hebben gedaan, zodat het toepasselijk recht moet worden bepaald aan de hand van artikel 4 EVO. Nu beide partijen in Nederland zijn gevestigd en de plaats van de lossing eveneens in Nederland is gelegen, wordt de overeenkomst vermoed het nauwst verbonden te zijn met Nederland, tenzij uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de overeenkomst nauwer is verbonden met een ander land. Feiten of omstandigheden die erop duiden dat de overeenkomst nauwer is verbonden met een ander land dan Nederland, zijn gesteld noch gebleken. Derhalve zal de rechtbank het Nederlandse recht toepassen in aanvulling op de CMR.
5.4. Axa c.s. vordert betaling van een bedrag van € 19.831,64. Zij stelt daartoe in de dagvaarding dat Nedeximpo schade heeft geleden omdat [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] een lading van tien damwanden niet ter bestemming bij [bedrijf 1] heeft afgeleverd. Ter comparitie van partijen heeft Axa c.s. in aanvulling op deze stelling nog aangevoerd dat de koper van de damwanden, [bedrijf 1], heeft verklaard dat de damwanden niet zijn afgeleverd. Dit bleek volgens hen uit een interne controle. Volgens [bedrijf 1] onbreekt de vrachtbrief voor de lading in hun administratie. De vermissing van de damwanden viel niet direct op en is na drie maanden ontdekt, waarschijnlijk toen [bedrijf 1] de damwanden wilde inzetten bij een ander bouwproject, aldus Axa c.s.
Axa stelt voorts dat zij deze schade aan Nedeximpo heeft vergoed waardoor de vordering op [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] bij wijze van subrogatie op haar is overgegaan.
5.5. [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] heeft gemotiveerd betwist dat zij de lading niet ter bestemming heeft afgeleverd. Zij heeft ter onderbouwing daarvan kopieën van de tachograafschijven van [persoon 1] en [persoon 2] eveneens chauffeur bij [gedaagden inzake 10-283], expertiserapporten van Etas en TVM en verklaringen van [persoon 1] en [persoon 2] overgelegd. [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] heeft gesteld dat op basis van de registraties op de tachograafschijven uit de vrachtwagens van [persoon 1] en [persoon 2] kan worden geconcludeerd dat de aflevering van de damwanden op 26 juni 2007 omstreeks 12:30 uur plaatsvond. Uit de verklaring van [persoon 1] van 1 augustus 2008 blijkt onder meer dat hij op 25 juni 2007 de damwanden in Dortmund heeft geladen en dat hij op 26 juni 2007 omstreeks 07:00 uur arriveerde op het losadres in Zuid-Oost Beemster. [persoon 1] heeft toen ook verklaard dat de lading is gelost en dat hij de vrachtbrief bij het losadres heeft afgegeven, maar geen getekende vrachtbrief van [bedrijf 1] heeft teruggekregen. [persoon 2] heeft op 9 september 2009 onder meer verklaard dat hij samen met [persoon 1] aankwam bij het losadres, dat er later nog twee andere collega’s arriveerden en dat [persoon 1] vervolgens als eerste werd gelost. Hij verklaart verder: “Aangezien we destijds wel vaker bij [bedrijf 2] damwand kwamen lossen was de procedure en de gebruikelijke losplaats op het terrein van van het Hek ons bekend. Het viel ons derhalve op dat in dit geval [persoon 1] ergens anders op het terrein gelost moest worden. Deze werd bij uitzondering ergens achter op het terrein gelost door een shovel/dragline i.p.v. op de gebruikelijke plaats door de kraan. Dit is waarschijnlijk mede de reden waardoor het terug ontvangen van de afgetekende CMR er bij in geschoten is.” [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] stelt dat uit het door haar overgelegde rapport van Etas, productie 7 bij conclusie van antwoord, blijkt dat de schade-experts naar aanleiding van de tachograafschijven en de verklaringen van [persoon 1] en [persoon 2] bevestigen dat de inhoud van die verklaringen stroken met de registraties op de tachograafschijven. In het expertiserapport van TVM staat onder het kopje ‘schadeoorzaak’: “Volgens de twee onafhankelijk van elkaar afgelegde verklaringen, werd de geclaimde lading wel degelijk op het losadres afgeleverd. Ook de tachograaf schijven geven vooralsnog geen afwijkingen aan die er op wijzen dat tijdens de reis zich onregelmatigheden hebben voorgedaan.” [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] stelt zich op het standpunt dat de vermissing slechts een “papieren” vermissing betreft en zet haar vraagtekens bij het feit dat de vermissing pas drie maanden na het vervoer is ontdekt. [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] heeft voorts gemotiveerd betwist dat Axa daadwerkelijk vermogensschade heeft geleden.
5.6. Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] had het op de weg van Axa c.s. gelegen om haar stellingen ten aanzien van de gestelde vermissing van de damwanden nader te onderbouwen. Hoewel Axa c.s. daartoe voldoende in de gelegenheid is gesteld, heeft zij dat niet gedaan. Er zijn bijvoorbeeld geen stukken overgelegd waaruit de melding van [bedrijf 1] over de vermissing van de tien damwanden blijkt. Ook een aansprakelijkstelling van Nedeximpo door [bedrijf 1] voor de vermissing van de damwanden ontbreekt. Voorts ontbreekt een creditfactuur voor tien damwanden of correspondentie waaruit creditering van de factuur voor wat betreft deze damwanden blijkt. Ook een feitelijke onderbouwing hoe de vermissing precies is ontdekt ontbreekt. Kennelijk is redengevend voor het standpunt van Axa c.s. de omstandigheid dat er geen getekende vrachtbrief in de administratie van [bedrijf 1] is aangetroffen. Dit enkele gegeven is gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde 2 inzake 09-2529 en eiseres 2 inzake 10-283] onvoldoende redengevend.
Al met al roepen de stellingen van Axa te veel onbeantwoorde vragen op. Van Axa mocht worden verwacht dat zij haar stellingen gedetailleerder en gedocumenteerder had onderbouwd. Een (concreet) bewijsaanbod van haar stelling dat de damwanden niet zijn afgeleverd ontbreekt.
5.7. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen moet de conclusie zijn dat Axa c.s. niet heeft voldaan aan hun stelplicht. De vordering zal daarom worden afgewezen.
5.8. Axa c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, de kosten van het incident – die worden begroot op nihil – daaronder begrepen. De kosten van de procedure worden aan de zijde van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] bepaald op € 490,00 aan vast recht en op (3 punten x tarief € 579,00 =) € 1.737,00 aan salaris voor de advocaat.
5.9. [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] hebben gevorderd dat Axa c.s. eveneens worden veroordeeld in de kosten van de vrijwaringszaak. Deze vordering is niet weersproken en zal derhalve worden toegewezen.
De kosten waartoe [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] in de vrijwaringszaak zullen worden veroordeeld bedragen, zoals bepaald onder 5.11, aan de zijde van [gedaagden inzake 10-283] € 490,00 aan vast recht en € 1.158,00 aan salaris voor de advocaat. De proceskosten aan de zijde van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] in de vrijwaringszaak worden begroot op nihil aan vast recht en op € 1.447,50 aan salaris voor de advocaat.
5.10. Omdat de vordering in de hoofdzaak wordt afgewezen, kan van toewijzing van de vordering in de vrijwaring geen sprake zijn. Die vordering is immers ingesteld voor het geval [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] zou worden veroordeeld in de hoofdzaak. Aan bespreking van de geschilpunten komt de rechtbank dus niet toe.
5.11. [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] zullen worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagden inzake 10-283] bepaald op € 490,00 aan vast recht en op (2 punten x tarief € 579,00 =) € 1.158,00 aan salaris voor de advocaat.
6. De beslissing
De rechtbank,
6.1. wijst de vordering af,
6.2. veroordeelt Axa c.s. in de proceskosten, die van het incident daaronder begrepen, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] bepaald op € 490,00 aan vast recht en op € 1.737,00 aan salaris voor de advocaat,
6.3. veroordeelt Axa c.s. in de voor rekening van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] komende proceskosten in de vrijwaringszaak ten bedrage van € 1.447,50 aan de zijde van [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] en
€ 1.648,00 aan de zijde van [gedaagden inzake 10-283],
6.4. verklaart dit vonnis voor zover het de proceskostenveroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad,
6.5. wijst de vordering af,
6.6. veroordeelt [gedaagden inzake 09-2529 en eiseressen inzake 10-283] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagden inzake 10-283] bepaald op € 490,00 aan vast recht en op € 1.158,00 aan salaris voor de advocaat.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Scheffers en in het openbaar uitgesproken op
14 september 2011.(
1902/1278