Zaak-/rolnummer: 355479 / HA ZA 10-1727
Uitspraak: 7 september 2011
VONNIS in incident van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de vennootschap naar Engels recht
PROGRESSIVE EUROPE LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J. Kneppelhout,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AVIVA.NET ENGINEERS B.V.,
gevestigd te Leiden,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. J.L.R. Kenens.
Partijen blijven aangeduid als Progressive respectievelijk ANE.
1 Het verdere verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- incidenteel vonnis van deze rechtbank d.d. 2 februari 2011 met de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties;
- conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident, met producties;
- akte uitlating producties.
2 Het geschil in de hoofdzaak
2.1 Progressive vordert, verkort weergegeven, veroordeling van ANE tot betaling van een bedrag van € 17.273,09, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. Aan die vordering heeft Progressive ten grondslag gelegd de opvatting dat tussen haar en ANE een overeenkomst tot stand is gekomen en dat ANE gehouden is de overeengekomen tegenprestatie te voldoen.
2.2 ANE heeft nog niet voor antwoord geconcludeerd.
3 Het geschil in het bevoegdheidsincident
3.1 ANE vordert dat deze rechtbank zich onbevoegd verklaart van de vordering van Progressive kennis te nemen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat tussen partijen geen overeenkomst is tot stand gekomen en dus evenmin een forumkeuzebeding. Dat betekent dat de bevoegde rechter moet worden bepaald op grond van artikel 99 Rv, zodat niet deze rechtbank maar die te Den Haag bevoegd is.
3.2 Progressive heeft de incidentele vordering gemotiveerd bestreden.
4 De beoordeling in het bevoegdheidsincident
4.1 Bij de beoordeling van de stellingen van partijen gaat de rechtbank uit van de volgende feiten, die tussen partijen vast staan:
a. Progressive houdt zich bezig met de bemiddeling tussen werkzoekende ICT-specialisten en potentiële werkgevers. Zij stuurt daartoe op verzoek of op eigen initiatief cv's van dergelijke specialisten per e-mail toe aan bedrijven.
b. ANE behoort tot een groep van vennootschappen, waartoe onder meer ook behoren Aviva IT Holding B.V. (hierna: Holding) en Aviva Solutions B.V. (hierna: Solutions).
c. In januari 2007 heeft een sollicitatiegesprek plaatsgevonden tussen de ICT'er [X] en [Y], directeur van ANE. [X] heeft Progressive per mail geïnformeerd over het verloop van dit gesprek.
d. Vervolgens heeft [Z], consultant bij Progressive, telefonisch contact opgeno[Q], directeur van Solutions. Naar aanleiding daarvan heeft een sollicitatiegesprek plaatsgevonden tussen [Q] en [X], waarna laatstgenoemde bij Solutions in dienst is getreden.
4.2 Progressive baseert de bevoegdheid van de rechtbank op haar standpunt dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen waarvan deel uitmaakt een forumkeuzebeding dat deze rechtbank bevoegd verklaart. In de visie van Progressive is die overeenkomst tot stand gekomen doordat zij na voorafgaand overleg met [A], een medewerker van "één van de [...] Aviva-vennootschappen" (dagvaarding sub 8), de gegevens van [X] (en de voorwaarden van Progressive) per e-mail heeft verstuurd, waarna [A] Progressive heeft gevraagd een sollicitatiegesprek te arrangeren, met het onder 4c bedoelde gesprek tot gevolg. De e-mail is in de visie van Progressive het aanbod, het verzoek een gesprek te arrangeren de aanvaarding van dat aanbod. ANE heeft de door Progressive gestelde feiten betwist.
4.3 Het antwoord op de vraag of een overeenkomst is tot stand gekomen, is afhankelijk van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten afleiden. Aanbod en aanvaarding hoeven niet uitdrukkelijk plaats te vinden; zij kunnen in elke vorm geschieden en kunnen besloten liggen in een of meer gedragingen. Met inachtneming van dit beoordelingskader overweegt de rechtbank als volgt.
4.4 Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de door Progressive gestelde feiten niet leiden tot de conclusie dat tussen partijen een overeenkomst is tot stand gekomen, althans niet een overeenkomst met een geldig - schriftelijk (artikel 108 Rv) - forumkeuzebeding. Centraal in het betoog van Progressive staat de e-mail van 15 januari 2007, die in haar ogen immers het aanbod behelst (en waarvan de ontvangst door ANE is betwist). Die e-mail bevat echter niet meer dan een nieuwjaarsgroet, de opmerking "Here is the candidate based in Sassenheim" en het verzoek Progressive van "feedback" te voorzien. De e-mail bevat geen enkele opmerking op grond waarvan ANE, gesteld dat zij de e-mail heeft ontvangen, erop bedacht moest zijn dat dit bericht door Progressive als een aanbod werd gezien, laat staan dat enigerlei reactie van ANE door Progressive zou worden beschouwd als aanvaarding van dat aanbod. Opmerkingen van deze strekking in de e-mail zouden naar het oordeel van de rechtbank wel voor de hand hebben gelegen, juist omdat in de visie van Progressive aan de e-mail en een reactie van ANE (verstrekkende) rechtsgevolgen waren verbonden en juist Progressive belang had bij het intreden van die rechtsgevolgen. Het ontbreken van dergelijke opmerkingen maakt dat Progressive er niet zonder meer op heeft mogen vertrouwen dat ANE met haar door Progressive gestelde reactie (die is betwist) ook daadwerkelijk enigerlei aanbod heeft willen aanvaarden. Op dit punt had van Progressive dus meer transparantie mogen worden verwacht.
4.5 Bijzondere omstandigheden zouden dit uiteraard anders kunnen maken, maar van dergelijke omstandigheden is niet gebleken. Zo heeft Progressive weliswaar gesteld dat aan de e-mail van 15 januari 2007 contact met [A] is vooraf gegaan, maar gesteld noch gebleken is dat Progressive het tijdens dit voorafgaande contact heeft gehad over een tot stand te brengen overeenkomst. Progressive heeft evenmin gesteld dat hierover alsnog is gesproken bij gelegenheid van de (gestelde) reactie van [A] op de e-mail. Het enkele feit dat bij de gestelde e-mail een bijlage met "Terms and Conditions" is gevoegd, is in het licht van de overige omstandigheden (het ontbreken van enigerlei referte aan een overeenkomst in de e-mail zelf, het kennelijk onbesproken zijn gebleven van de door Progressive beoogde rechtsgevolgen, de omstandigheid dat juist Progressive belang had bij die rechtsgevolgen) van onvoldoende gewicht. In dit verband heeft de rechtbank zich rekenschap gegeven van de notie, die algemeen bekend mag worden verondersteld, dat bemiddelingsbureaus als Progressive in de regel niet belangeloos cv's van werkzoekenden aan anderen beschikbaar zullen stellen. Die notie impliceert echter nog niet dat Progressive er vanuit heeft mogen gaan dat ANE zich heeft willen binden aan enigerlei overeenkomst, althans aan de bij de (gestelde) e-mail gevoegde voorwaarden (met forumkeuzebeding).
4.6 Uit het voorgaande volgt dat (in dit bevoegdheidsincident) niet relevant is of de in 4.2 bedoelde feiten komen vast te staan. Ook als die feiten komen vast te staan, dan heeft Progressive er nog niet op mogen vertrouwen dat ANE zich aan de hiervoor genoemde "Terms and Conditions" heeft willen binden.
4.7 Voor de beoordeling in dit bevoegdheidsincident is niet relevant dat [X] uiteindelijk met de directeur van ANE en later met de directeur van Solutions heeft gesproken. Gesteld dat beide directeuren wisten dat [X] een band had met Progressive en/of dat [A] met Progressive over [X] contact had gehad, dan volgt daaruit nog niet dat Progressive erop mocht vertrouwen dat die directeuren (namens ANE) met de "Terms and Conditions" hebben willen instemmen. Waar Progressive dat vertrouwen niet mocht ontlenen aan het (gestelde) handelen van [A], valt niet in te zien dat zij dat vertrouwen - zonder alsnog open kaart te spelen, althans daaromtrent is niets gesteld - wel mocht ontlenen aan een gesprek van de directeur met [X]
4.8 Dit alles leidt ertoe dat instemming met ANE met de "Terms and Conditions" niet is komen vast te staan. Een geldig forumkeuzebeding is dus niet overeengekomen.
4.9 Op grond van artikel 99 Rv en gelet op de vestigingsplaats van ANE is de rechtbank Den Haag bevoegd. De zaak zal naar die rechtbank worden verwezen.
4.10 Progressive zal in de proceskosten worden veroordeeld.
5. De beslissing
De rechtbank,
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen;
veroordeelt Progressive in de kosten van het incident, aan de zijde van ANE tot op heden begroot op € 452,- aan salaris voor de advocaat;
verwijst de zaak, in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank 's-Gravenhage.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling.
Uitgesproken in het openbaar.
1980/1729