ECLI:NL:RBROT:2011:BS1704
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van der Wees
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 augustus 2011 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De zaak betreft een minderjarige die onder toezicht is gesteld en waarvan de ouders, de vader en de moeder, betrokken zijn. De vader werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. R.H.P. Feiner, terwijl de moeder werd bijgestaan door mr. M.P.G. Rietbergen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de stichting, belast met de uitvoering van de ondertoezichtstelling, niet adequaat heeft gehandeld. Ondanks eerdere verzoeken en een duidelijke lijn in de beschikking van 8 juni 2011, heeft de stichting verzuimd om tijdig te rapporteren en een aangepast plan van aanpak te presenteren. Dit gebrek aan actie heeft geleid tot een onduidelijke situatie voor de minderjarige, waarbij de belangen van het kind niet zijn gediend. De kinderrechter heeft opgemerkt dat beide ouders bereid zijn om mee te werken aan een plaatsing van de minderjarige bij de grootmoeder vaderszijde, en dat er geen bezwaren zijn tegen deze plaatsing. De pre-screening die door de stichting is uitgevoerd, was positief. Gezien het uitblijven van informatie die zou kunnen wijzen op een andere uitkomst, heeft de kinderrechter geconcludeerd dat er onvoldoende grond is voor verdere verlenging van de machtiging tot plaatsing in een neutraal pleeggezin. Het verzoek tot verlenging is dan ook afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. M. van der Wees, kinderrechter, in aanwezigheid van de griffier, Gerde, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.