ECLI:NL:RBROT:2011:BR7069
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale rechtszaak over aansprakelijkheid en samenhangende vorderingen tussen PaMa en LRN
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen de vennootschap naar vreemd recht PAMA PAPIERMASCHINEN GMBH (hierna: PaMa) en de besloten vennootschap LLOYD’S REGISTER NEDERLAND B.V. (hierna: LRN). De procedure betreft een vordering van PaMa tegen LRN in verband met een ontploffing van een papiermachine, waarvoor PaMa wijzigingen had aangebracht onder toezicht van LRN. De ontploffing vond plaats in september 2005, nadat PaMa de werkzaamheden had afgerond en de machine weer in gebruik was genomen. FM Insurance Company Limited, als verzekeraar van Mayr-Meinhof Eerbeek B.V. (MME), heeft PaMa aansprakelijk gesteld voor de schade en een procedure aangespannen bij het Handelsgericht in Wenen.
LRN heeft in deze procedure verzocht om aanhouding op basis van artikel 28 van de EEX-Verordening, omdat de vorderingen in de hoofdzaak samenhangen met de procedure in Wenen. LRN stelt dat de aansprakelijkheid van PaMa nog niet is vastgesteld en dat de vordering van PaMa in de onderhavige procedure geen grond heeft zolang de aansprakelijkheid niet is vastgesteld. PaMa betwist echter dat er sprake is van samenhangende vorderingen en stelt dat het risico van onverenigbare beslissingen gering is, omdat de rechtsverhoudingen tussen de partijen verschillen.
De rechtbank heeft overwogen dat er inderdaad sprake is van samenhangende vorderingen, maar dat het in dit geval niet noodzakelijk is om de behandeling van de hoofdzaak aan te houden. De rechtbank heeft het verzoek van LRN tot aanhouding afgewezen en LRN veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van PaMa. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor het nemen van een conclusie van antwoord door LRN. De uitspraak is gedaan op 17 augustus 2011.