ECLI:NL:RBROT:2011:BR6500
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Aanbesteding en herbeoordeling van inschrijvingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 augustus 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Argonaut Advies B.V. en de Gemeente Lansingerland. De procedure betreft een aanbesteding voor de uitvoering van indicaties in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Gehandicaptenparkeerkaart (GPK). De Gemeente had op 31 maart 2011 een Europese openbare aanbesteding gestart, waarbij Argonaut Advies zich had ingeschreven. Na beoordeling van de inschrijvingen werd de inschrijving van Argonaut Advies niet als economisch meest voordelig aangemerkt, en werd de opdracht voorlopig gegund aan een andere inschrijver, aangeduid als [Bedrijf 1]. Argonaut Advies heeft hiertegen bezwaar gemaakt en vorderde in kort geding dat de Gemeente de voorlopige gunning aan [Bedrijf 1] zou intrekken en de opdracht aan haar zou gunnen.
De voorzieningenrechter heeft de beoordeling van de Gemeente van de inschrijving van Argonaut Advies kritisch bekeken. De rechter oordeelde dat de Gemeente op verschillende onderdelen van de beoordeling niet voldoende transparant en duidelijk had gehandeld. Dit betrof met name de onderdelen die betrekking hadden op de toegevoegde waarde van de inschrijving, de praktische haalbaarheid, en de variëteit in scholing van personeel. De voorzieningenrechter concludeerde dat de Gemeente gebreken had gemaakt in de motivering van de scores die aan Argonaut Advies waren toegekend, en dat dit een herbeoordeling van alle inschrijvingen rechtvaardigde.
De rechter heeft de Gemeente opgedragen om de voorlopige gunning aan [Bedrijf 1] in te trekken en een nieuwe beoordelingscommissie aan te wijzen die alle inschrijvingen opnieuw zou beoordelen. Tevens werd de Gemeente veroordeeld in de proceskosten van Argonaut Advies. Dit vonnis benadrukt het belang van transparantie en objectiviteit in aanbestedingsprocedures, en de verplichting van aanbestedende diensten om hun beslissingen goed te motiveren.