ECLI:NL:RBROT:2011:BR5615

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/960000-10
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Sikkel
  • mrs. Koekebakker
  • mrs. Schols
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk hacken en uitwisselen auteursrechtelijk beschermde werken

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 augustus 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het hacken en uitwisselen van auteursrechtelijk beschermde werken via een internetforum. Het onderzoek op de terechtzitting vond plaats op 9 en 10 augustus 2011. De verdachte werd beschuldigd van deelname aan een organisatie die tussen 1 januari 2005 en 15 oktober 2008 actief was in het plegen van misdrijven, waaronder inbreuk op de Auteurswet en het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, onder de alias '[gebruikersnaam]', actief deelnam aan het forum '[forum]', dat fungeerde als een FXP-board voor het delen van auteursrechtelijk beschermd materiaal. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet alleen lid was van deze organisatie, maar ook een actieve rol speelde in het hacken van computersystemen en het delen van illegale bestanden. De rechtbank achtte de deelname aan de organisatie bewezen en legde een gevangenisstraf van drie maanden op, die voorwaardelijk werd opgelegd, met een proeftijd van één jaar. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting, wat leidde tot een strafvermindering van 25%. De verdachte had geen eerdere veroordelingen en er was geen financieel gewin beoogd met de strafbare feiten. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de auteursrechthebbenden, maar vond ook dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte een rol speelden in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector strafrecht
Parketnummer: [parketnummer]
Datum uitspraak: 24 augustus 2011
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres: [adres],
raadsvrouw mr. S. Dogan, advocaat te Utrecht.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 9 en 10 augustus 2011.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage A aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Patist heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met een proeftijd van twee jaar.
BEWEZENVERKLARING
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op tijdstippen in de periode van 01 januari 2005 tot en met 15 oktober 2008 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie die werd gevormd door hem, verdachte, en anderen die deel uitmaakten van (internet)forum [forum],
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in de Auteurswet en het Wetboek van Strafrecht, te weten :
- het opzettelijk (en) wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk te weten computers en/of servers en/of gebruikmaken van een anders verwerkingscapaciteit van een geautomatiseerd werk door in de opslagruimte van een geautomatiseerd werk (illegale) computerbestanden en/of muziek en/of films te plaatsen die met gebruikmaking van de bandbreedte door een of meer anderen konden worden overgenomen zoals bedoeld in artikel 138a en 139d van het Wetboek van Strafrecht, en
- het opzettelijk inbreuk maken op een anders auteursrecht zoals bedoeld in artikel 31 van de Auteurswet.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
Identiteit [gebruikersnaam]
Namens de verdachte is aangevoerd dat hij niet onder de naam [gebruikersnaam] of onder een andere (in het dossier voorkomende) naam heeft deel genomen aan het internetforum [forum] en dat hij zich derhalve niet heeft schuldig gemaakt aan het hem tenlastegelegde feit. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft de raadsvrouw van verdachte erop gewezen dat weliswaar uit de stukken volgt dat er e-mails afkomstig van [gebruikersnaam] zijn aangetroffen op de computer van [medeverdachte1] en dat deze e-mails zijn verzonden vanaf een computer die gebruik maakte van het aan de verdachte afgegeven ip-adres [ip-adres], maar dat nergens uit volgt dat de verdachte deze e-mails heeft verzonden. De verdachte was immers niet de enige persoon die op het adres waar de computer zich bevond woonde en de in het mailadres van de afzender gebruikte term “[term]” wordt blijkens het uitgevoerde digitale onderzoek niet gekoppeld aan de verdachte maar aan zijn broer, [naam broer1]. Derhalve kan er niet van worden uitgegaan dat de verdachte als de persoon met de bijnaam [gebruikersnaam] gebruik heeft gemaakt van het e-mailadres [e-mailadres]en dat hij de genoemde e-mails aan [medeverdachte1] heeft gestuurd, aldus de raadsvrouw van de verdachte.
De rechtbank is evenals de officier van justitie van oordeel dat op basis van het dossier en hetgeen ter terechtzitting is besproken, kan worden vastgesteld dat de verdachte degene is die onder de naam [gebruikersnaam] heeft deelgenomen aan het (internet)forum [forum]. De rechtbank neemt hierbij onder meer het volgende in aanmerking.
Uit het “proces-verbaal van onderzoek naar identiteit “[gebruikersnaam]” volgt dat er op de computer van medeverdachte [medeverdachte1] vier e-mails zijn aangetroffen, gedateerd 12 januari 2007, 9 maart 2007, 18 maart 2007 en 9 augustus 2007, die afkomstig zijn van het ip-adres [ip-adres], van de persoon met de bijnaam [gebruikersnaam] en van het email-adres: [e-mailadres]. Blijkens het “proces-verbaal aanvullend onderzoek en vordering 126na ip-adres [ip-adres]” is genoemd ip-adres afgegeven aan de verdachte op het adres [adres2] en had hij dit ip-adres vanaf september 2006 tot in ieder geval 9 september 2008 in gebruik.
[naam broer1] is volgens GBA-informatie sinds 2001 niet meer woonachtig op genoemd adres [adres2], zodat het niet voor de hand ligt dat hij vanaf de computer van de verdachte e-mails heeft verstuurd.
Uit het “proces-verbaal van bevindingen onderzoek desktop computer [naam broer2]” en de daaraan ten grondslag liggende processen-verbaal blijkt het volgende. Op 21 mei 2007 wordt door [naam broer2], eveneens een broer van de verdachte, een e-mail verzonden aan [voornaam verdachte] en het e-mailadres [e-mailadres]. Op 9 juli 2008 wordt ook een e-mailbericht door [naam broer2] aan [e-mailadres] gezonden en wordt de geadresseerde aangesproken met “Hallo [voornaam verdachte]”. Op 4 april 2008 heeft [gebruikersnaam] van het e-mailadres [e-mailadres] een e-mail gezonden aan [naam broer2]. Uit deze e-mails kan worden afgeleid dat de verdachte evenals de persoon met de bijnaam [gebruikersnaam] gebruik maakt van het e-mailadres [e-mailadres]. Dat [gebruikersnaam] en de verdachte een en dezelfde persoon zijn, volgt vervolgens (eveneens) uit bijlage 2.4 bij het “proces-verbaal van bevindingen strafbare feiten [verdachte]”. In de periode van 21 januari 2007 tot en met 16 maart 2007 vindt er een e-mailwisseling plaats tussen [gebruikersnaam] vanaf het e-mailadres [e-mailadres], [medeverdachte2] en [naam broer1] vanaf het e-mailadres [e-mailadres2]. Uit de weergave van deze e-mailwisseling blijkt dat de persoon met de bijnaam [gebruikersnaam] en het hiervoor genoemde e-mailadres door [medeverdachte2] en [naam broer1] wordt aangeduid met [voornaam verdachte] en dat [gebruikersnaam] onder zijn berichten als afzender “[voornaam verdachte]” vermeldt. Bovendien volgt hieruit dat [naam broer1] gebruik maakt van een ander e-mailadres dan het e-mailadres [e-mailadres], ondanks het feit dat de [term] blijkens het uitgevoerde digitale onderzoek naar een oude “homepage” voor abonnees van de internetserviceprovider, naar [naam broer1] verwees.
Uit het “proces-verbaal van bevindingen onderzoek desktop computer [naam broer2]” en de daaraan ten grondslag liggende processen-verbaal volgt bovendien het volgende. Op 4 april 2008 is er een e-mail verzonden door de persoon met de bijnaam [gebruikersnaam] en e-mailadres [e-mailadres] aan [naam broer2]. In de informatie uit de haeder van het e-mailbericht is zichtbaar dat de e-mail is verzonden vanaf het ip-adres [ip-adres2], toebehorend aan [bedrijf] in [stad]. De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij al een aantal jaren bij [bedrijf] werkzaam is. Daarnaar gevraagd, kon hij zich evenwel niet herinneren vanaf wanneer hij daar werkzaam was en verklaarde hij dat in zijn contract te moeten nakijken. De verdachte heeft naar aanleiding van verdere vragen hierover op enig moment nog wel verklaard ongeveer 5 jaar werkzaam te zijn bij [bedrijf], om vervolgens te verklaren dat hij in 2009 daar was begonnen met werken. Ook heeft hij verklaard dat hij in 2006 was begonnen met werken na zijn studie en toen eerst twee jaar elders had gewerkt voordat hij bij [bedrijf] kwam. De verdachte wilde vervolgens desgevraagd echter niet bevestigen dat hij in dat geval in 2008 bij [bedrijf] was begonnen met werken. De wisselende verklaringen van de verdachte over dit gegeven, dat in de regel bij een werknemer als bekend mag worden verondersteld, sterkt de rechtbank in haar overtuiging dat de verdachte degene is die vanaf het ip-adres van [bedrijf] als de persoon met bijnaam [gebruikersnaam] en met het e-mailadres [e-mailadres]een e-mail heeft verstuurd.
Op basis van al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte gebruik maakt van de bijnaam [gebruikersnaam] en het e-mailadres [e-mailadres].
Dat de verdachte onder de naam [gebruikersnaam] en met genoemd e-mailadres de persoon is die een nadrukkelijke rol speelt als crewmember, hacker en coder op het [forum] volgt niet alleen uit de verklaringen van de medeverdachten [medeverdachte1], [medeverdachte2], [medeverdachte3] en [medeverdachte4] maar ook uit onder meer de volgende omstandigheden.
Bij twee van de door [gebruikersnaam] aan [medeverdachte1] gerichte e-mails waren bestanden als bijlage gevoegd. Uit de gemailde tekst bij deze bestanden bleek dat deze bestanden konden worden geopend door als pass (wachtwoord) de “boardnaam” te gebruiken. Gebleken is dat met deze “boardnaam” [forum] werd bedoeld. Op de desktop computer van de verdachte zijn beheerpagina’s (PHP Admin) van het [forum] aangetroffen. Daaruit blijkt dat de verdachte beheerrechten en -mogelijkheden had op de pagina's waarop het forum draaide. Nu [gebruikersnaam] lid was van de groep Administrators op het [forum], had hij uit dien hoofde beheerrechten met betrekking tot het forum. Dat blijkt voorts uit drie publicaties door [gebruikersnaam] op het forum op [website van forum], waarbij het ip-adres [ip-adres3] werd gebruikt.
Deelname aan een criminele organisatie
Aan de verdachte wordt verweten dat hij in de periode van januari 2005 tot en met 15 oktober 2008 heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
organisatie
In de rechtspraak wordt onder organisatie verstaan een samenwerkingsverband van twee of meer personen met een zekere duurzaamheid en structuur. Aan de duurzaamheid en structuur worden geen hoge eisen gesteld. Het samenwerkingsverband moet een gemeenschappelijk doel hebben en mensen moeten daarin actief zijn ter verwezenlijking van dat doel. Aanwijzingen voor het bestaan van een dergelijk samenwerkingsverband kunnen zijn: gemeenschappelijke regels, het voeren van overleg, gezamenlijke besluitvorming, een bepaalde hiërarchie of een bepaalde taakverdeling. Dit zijn echter geen constitutieve vereisten om van een samenwerkingsverband te kunnen spreken. Niet vereist is dat alle deelnemers elkaar kennen of met elkaar hebben samengewerkt of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is.
Op basis van het dossier en hetgeen ter terechtzitting is besproken wordt het volgende vastgesteld.
duurzaamheid
Alle verdachten maakten enige jaren deel uit van het (internet)forum [forum]. [medeverdachte1] heeft ter zitting verklaard dat hij vanaf 2006 bij [forum] is gekomen. [medeverdachte4] en [medeverdachte3] hebben verklaard sinds 2005 deel uit te maken van het [forum]. [medeverdachte2] heeft zich in oktober 2006 geïntroduceerd en is (actief) lid sinds begin 2007. [medeverdachte4] heeft over [gebruikersnaam] ([verdachte]) verklaard dat hij het [forum] heeft opgericht. Deze verklaringen van verdachten worden bevestigd door de bij het onderzoek van (de tijdelijke bestanden met betrekking tot) de website [website van forum] gevonden gegevens. Uit de op de computer van [medeverdachte2] aangetroffen bestanden met gegevens van het [forum] en uit de aangetroffen data op de onder de overige verdachten in beslag genomen computers kan worden afgeleid dat het [forum] van 2004 tot en met september 2008 heeft bestaan.
Hieruit volgt dat sprake is geweest van een duurzame samenwerking.
structuur
Het forum was niet voor iedereen toegankelijk. Als iemand op het forum wilde komen ging dit, op de startperiode na, slechts via introductie door een crewlid bij andere crewleden of op uitnodiging van een van de crewleden. Deze crewleden, veelal ook administrators, regelden de toegang en konden leden rechten geven en leden verwijderen. Ter illustratie dient het volgende.
Op 21 februari 2008 voerde [medeverdachte4] via [bestandsnaam1] (een chatprogramma met kanalen) een gesprek over het aantrekken van meer actieve leden en een actieve ‘php-er’. Op 28 mei 2007 voerde [medeverdachte4] via [bestandsnaam1] een gesprek over het aannemen van een nieuwe actieve pubber/racer bij het team [forum].
Op 20 juni 2006 heeft [medeverdachte4] een bericht op het forum geplaatst waaruit blijkt dat een lid verwijderd was, omdat hij drie maanden inactief was. Op 26 juni 2006 berichtte hij dat een nieuw lid een strenge proeftijd moet hebben, omdat zijn eerdere resultaten niet veelbelovend zijn.
De online toegang was geregeld door middel van ‘IP-filtering’, dat wil zeggen dat de leden alleen konden inloggen op het forum vanaf het tevoren aan de administrator opgegeven en gecontroleerde IP-adres, en op basis van gebruikersnaam en wachtwoord.
De crew/administrators communiceerden, naast het reguliere gedeelte, op een afgeschermd gedeelte van het forum. Verder werd met elkaar gecommuniceerd via een [bestandsnaam1]-kanaal op het F-net, waar voor de crewleden een apart kanaal was ingericht.
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat toegang tot en deelname aan het forum aan bepaalde regels gebonden was en dat er sprake was van gezamenlijke besluitvorming ten aanzien van het aantrekken en aannemen van nieuwe leden. Voorts kan hieruit worden afgeleid dat er een zeker toegangsbeleid werd gehanteerd en dat de inhoud van hetgeen op het forum aan de orde kwam voorbehouden moest blijven aan een in mindere of meerdere mate exclusieve groep personen.
De betrokkenen bij het forum hadden verschillende functies en oefenden de daaraan gekoppelde bevoegdheden uit. De leden waren onder te brengen in ‘crew’ en (gewone) ‘gebruikers’. [medeverdachte1], de verdachte, [medeverdachte2], [medeverdachte4] en [medeverdachte3] fungeerden als ‘crewlid/administrator’. Zij konden posts verwijderen en verplaatsen en zij konden leden verwijderen. Daarnaast was [medeverdachte1] hacker/scanner, de verdachte hacker/coder, [medeverdachte4] hacker/filler, [medeverdachte3] hacker/scanner en [medeverdachte2] technisch beheerder van het forum, die daarmee in essentie de structuur van het forum alsmede de (technische) werking daarvan bepaalde. Hieruit volgt dat er sprake was van een taakverdeling.
[medeverdachte1] heeft verklaard dat [forum] een soort FXP-board is met als doel films zo snel mogelijk te verspreiden. Het gaat er (ook) om wie als eerste een nieuwe release plaatst. Hiermee krijgt deze persoon de meeste punten. Met de oudere “[verzamelnaam]” (een verzamelnaam voor auteursrechtelijk beschermd werk dat illegaal wordt verspreid) en als post wordt verwijderd of afgekeurd kreeg men minder punten. Ook [medeverdachte3] en [medeverdachte4] verklaren over dit puntensysteem dat er op neer komt dat iemand punten kan verdienen met uploaden waardoor krediet wordt opgebouwd om te downloaden. [medeverdachte4] heeft in dit verband genoemd dat je als filler aan bepaalde quota moet voldoen. Dit puntensysteem was een op het forum geldende gemeenschappelijke regel.
Op grond van al het vorenstaande acht de rechtbank het [forum] een samenwerkingsverband van voldoende structuur en duurzaamheid om te kunnen spreken van een organisatie als bedoeld in artikel 140 Wetboek van Strafrecht (Sr).
oogmerk
Onder oogmerk wordt verstaan “naaste doel”. Beoordeeld moet worden of [forum] een organisatie is waarvan het naaste doel is het plegen van de in de tenlastelegging genoemde misdrijven, te weten – kort gezegd – hacken van en het anderen toegang verschaffen tot computers/servers van anderen (computervredebreuk en het gebruik maken van de verwerkingcapaciteit van het gehackte systeem) en inbreuk maken op een anders auteursrecht.
[medeverdachte1] heeft bekend dat hij de computersystemen van de [universiteit1] (Verenigde Staten) en van de [universiteit2] heeft gehackt. [medeverdachte4] heeft bekend dat hij de [universiteit3] (Duitsland) en die van de [universiteit4] (Oostenrijk) heeft gehackt. Beiden hebben bekend dat zij (daarna) de username/inloggegevens en wachtwoordgegevens van deze computersystemen in een link op het forum dan wel op een apart domein hebben geplaatst. Dat die gegevens elders werden geplaatst was de verdachten, zoals zij hebben verklaard, bekend.
[medeverdachte1] heeft verklaard dat het doel van [forum] was: het gebruik maken van de opslagcapaciteit en bandbreedte van de gehackte computersystemen om optimaal (lees:snel) te downloaden. Het ging er om films, muziek en software ([verzamelnaam]) zo snel mogelijk te verspreiden. Uit de verklaringen van de verdachten, die worden ondersteund door de op de in beslag genomen computers aangetroffen data, blijkt dat alle verdachten wisten dat de FTP-servers waarvan binnen [forum] gebruik werd gemaakt, gehackt waren en dat er illlegaal films, muziek en software werden geüpload en gedownload. Door het uploaden van bestanden die auteursrechtelijk beschermde werken bevatten, wordt inbreuk gemaakt op het auteursrecht van de rechthebbende. Indien dit uploaden zonder toestemming opzettelijk plaatsvindt, is sprake van het strafbare feit van artikel 31 Auteurswet. Wie wilde downloaden moest, zoals hiervoor uiteen is gezet, ook uploaden of een technische bijdrage leveren aan die mogelijkheid.
De conclusie moet zijn dat [forum] het oogmerk had op het hacken van computersystemen om gebruik te maken van de schijfruimte en bandbreedte zodat er snel auteursrechtelijk beschermde werken konden worden geüpload en gedownload.
deelneming
Van deelneming is sprake indien de persoon behoort tot de organisatie en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Deelneming bestaat dus in het leveren van een actieve bijdrage daaraan. Dit veronderstelt opzet, dat wil zeggen een bewuste gedraging. Niet vereist is dat die gedraging als zodanig strafbaar is.
Alle verdachten waren lid van het [forum] en behoorden dus tot die organisatie. De organisatie maakte het de leden van het forum mogelijk auteursrechtelijke beschermde werken ([verzamelnaam]) te up- en downloaden. De hacker kreeg tips met betrekking tot interessante domeinen en software om hacks mogelijk te maken dan wel inlognamen en wachtwoorden af te vangen, aangeleverd door medeverdachten. De hacker verschafte toegang tot snelle computersystemen, waarna hij de inloggegevens en wachtwoorden van de door hem gehackte computer/snelle ftp-server op het board zette zodat anderen (scanners) het domein konden verkennen en schijfruimte gereed konden maken voor het uploaden van (illegale) content.
De hacker of de scanner zette vervolgens een toegangscode (inclusief IP-adres en poortnummer) op het forum waardoor anderen (fillers en members) met gebruikmaking van de verwerkingscapaciteit en bandbreedte van de gehackte computersystemen snel films, software en muziek ([verzamelnaam]) konden uploaden en downloaden.
De verdachte heeft zich als administrator/hacker/coder intensief beziggehouden met onder andere het inbreken in computers, het gebruiken van gehackte snelle ftp-servers, het posten van informatie over gehackte computers op het forum en het maken van het kwaadaardig softwarebestand [bestandsnaam2].
De rechtbank acht derhalve ten aanzien van de verdachte deelnemingshandelingen bewezen.
STRAFBAARHEID FEIT
Het bewezen feit levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Het feit is strafbaar.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De verdachte is strafbaar.
STRAFMOTIVERING
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft onder de nickname “[gebruikersnaam]” deelgenomen aan (internet)forum [forum], dat omschreven kan worden als een zogeheten FXP-board, maar tevens als een criminele organisatie in de zin van het Wetboek van Strafrecht. Leden van dit forum hebben zich op vrij omvangrijke schaal en op een geraffineerde wijze over een periode van circa drie jaar bezig gehouden met het plegen van inbreuken op het auteursrecht van anderen door het verspreiden van [verzamelnaam] op het internet. Hierbij is door forumleden ingebroken in diverse beveiligde computernetwerken van anderen en zijn veelvuldig delen van die netwerken overgenomen door het installeren van illegale bestanden om wachtwoorden en gebruikersnamen af te vangen en om te kunnen up- en downloaden (FTP). Na de overname van het beheer van delen van het netwerk is gebruik gemaakt van de opslagruimte en de verwerkingscapaciteit van computers en servers ten behoeve van het illegaal uploaden en downloaden van auteursrechtelijk beschermd werk voor zichzelf en/of voor anderen.
De verdachte heeft in het geschetste kader (onder meer) als hacker ingebroken en als coder software aangepast of geschikt gemaakt om in computers in te breken. De verdachte heeft bij de oprichting van het forum een initiërende rol gehad.
De verdachte heeft hiermee het vertrouwen geschaad dat de maatschappij mag hebben in de veiligheid van digitale persoons- en bedrijfsgegevens. Het hacken van computernetwerken veroorzaakt veel schade bij de getroffen organisaties en brengt aanzienlijke kosten met zich mee in de vorm van het herstellen van de geïnfecteerde systemen en preventie tegen nieuwe inbraken. Het is slechts aan de inspanningen van politie en justitie te danken dat de verdachte niet is doorgegaan met zijn strafbare activiteiten.
Daarnaast heeft de verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op auteursrechten van anderen. Dit heeft tot inkomstenderving geleid bij degene die auteursrechten bezitten nu hun werk illegaal en op grote schaal is verspreid.
Dit zijn ernstige feiten waarop niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
Tegenover de hiervoor vermelde ernst van de feiten en de gevolgen daarvan, staat het volgende. De verdachte heeft geen geldelijk gewin beoogd en dat ook niet verkregen door deze strafbare feiten. De verdachte en zijn medeverdachten hebben geen privacygevoelige informatie ontvreemd of openbaar gemaakt en zij hebben geen computersystemen van particulieren gebruikt voor hun activiteiten.
Ook wordt in aanmerking genomen dat de verdachte blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 20 juni 2011 niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. In deze omstandigheden wordt aanleiding gezien de gevangenisstraf geheel voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank acht het onderscheid in strafmaat tussen de verdachte en een aantal van zijn medeverdachten, zoals door de officier van justitie in zijn eis aangebracht, begrijpelijk. Aan de verdachte wordt immers door de officier van justitie in het bijzonder verweten dat hij (mede)oprichter van [forum] zou zijn.
De rechtbank stelt daar echter het volgende tegenover. Het doel van (het lidmaatschap van) [forum] was, zoals hiervoor uiteengezet, hacken om [verzamelnaam] te verspreiden en binnen te halen. De aan de verdachte verweten initiërende rol heeft slechts in de beginfase een rol gespeeld. Daarna was er immers sprake van door meerdere personen binnen [forum] ontplooide activiteiten die de organisatie bestaansrecht gaf. Hiervoor is ook uiteengezet dat alle verdachten een specifieke rol hadden of een specifieke bijdrage leverden aan het totaal van activiteiten. Gelet hierop acht de rechtbank het niet passend om, ondanks de initiërende rol van de verdachte, aan hem een hogere straf op te leggen dan aan de andere verdachten.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM in ruime mate is overschreden. Deze termijnoverschrijding is op geen enkele wijze aan de verdachte toe te rekenen. Indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden, zou de officier van justitie een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden hebben gevorderd.
De officier van justitie acht de door hem gevorderde compensatie ruimhartig. Dit is meer dan de door de Hoge Raad in zijn standaardarrest van 17 juni 2008 (BD2578) gehanteerde vuistregels, te weten een matiging van de straf met tien procent, behorend bij een overschrijding van de redelijke termijn met meer dan zes maanden doch niet meer dan twaalf maanden.
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting een ruimere matiging bepleit dan de officier van justitie heeft voorgesteld gelet op de forse overschrijding van de redelijke termijn. Zij bepleit een strafvermindering van vier maanden. De voorwaardelijke gevangenisstraf dient in haar visie van zes maanden naar twee maanden teruggebracht te worden.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
In strafzaken kan op het aan de verdachte toegekende recht op berechting binnen een redelijke termijn inbreuk worden gemaakt door het tijdsverloop tussen het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de verdachte een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld en het moment dat in de betreffende zaak een eindvonnis wordt gewezen. De inverzekeringstelling van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de onderhavige zaak op 10 september 2008 in verzekering gesteld. Op deze datum is de redelijke termijn derhalve aangevangen.
Bij de berechting van een zaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn.
Tussen de datum van de inverzekeringstelling van de verdachte en de datum van het eindvonnis ligt een periode van bijna zesendertig maanden. Uitgaande van de termijn van twee jaar, zoals hiervoor is overwogen, zou er in de onderhavige zaak sprake zijn van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM van bijna twaalf maanden. Nu deze overschrijding niet is toe te rekenen aan de verdachte, dient dit gecompenseerd te worden door vermindering van de op te leggen straf. In het geval de redelijke termijn niet zou zijn overschreden, zou de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf hebben opgelegd voor de duur van vier maanden. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de op te leggen voorwaardelijke gevangenisstraf verlagen met één maand, overeenkomend met een reductie van vijfentwintig procent.
De rechtbank is van oordeel dat een matiging van de op te leggen (voorwaardelijke) gevangenisstraf met een maand, hetgeen betekent dat een reductie van vijfentwintig procent wordt toegepast, het nadeel dat de verdachte heeft ondervonden van de overschrijding van de redelijke termijn voldoende compenseert. Aan het verzoek van de raadsvrouw te komen tot een matiging van twee derde deel wordt dan ook geen gevolg gegeven.
Met betrekking tot de door de officier van justitie gevorderde proeftijd voor de duur van twee jaar overweegt de rechtbank dat de huidige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn opleiding en werkkring, de kans op herhaling aanzienlijk verminderen. Voorts heeft de verdachte volgens het voornoemde uittreksel geen strafbare feiten meer gepleegd sinds zijn aanhouding in verband met de thans aan de orde zijnde strafbare feiten. Gelet daarop zal de rechtbank de proeftijd beperken tot één jaar.
Alles afwegend wordt de na te noemen straf passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen: 14a, 14b, 14c, en 140 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het tenlastegelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van drie (3) maanden;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten;
stelt daarbij een proeftijd vast van één (1) jaar; de tenuit¬voerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Sikkel, voorzitter,
en mrs. Koekebakker en Schols, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Van Puffelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 augustus 2011.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage A bij het vonnis van 24 augustus 2011:
TEKST TENLASTELEGGING.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 15 oktober 2008
te Veendam, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie die werd gevormd door hem, verdachte,
en/of een of meer anderen die deel uitmaakten van (internet)forum [forum],
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in de Auteurswet en/of het Wetboek van Strafrecht, te weten (onder meer):
- het opzettelijk (en) wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk (te weten (een) computer(s) en/of (een) server(s)) en/of (vervolgens) gebruikmaken van een anders verwerkingscapaciteit van een geautomatiseerd werk
door in de opslagruimte van een geautomatiseerd werk (illegale) computerbestanden en/of muziek en/of films te plaatsen die met gebruikmaking van de bandbreedte door een of meer anderen konden worden overgenomen (zoals bedoeld in artikel 138a en 139d van het Wetboek van Strafrecht), en/of
- het opzettelijk inbreuk maken op een anders auteursrecht (zoals bedoeld in artikel 31 van de Auteurswet);
(artikel 140 Wetboek van Strafrecht)