ECLI:NL:RBROT:2011:BR5446
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incidentele vordering tot betaling van proceskostenzekerheid door eiseres in de hoofdzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 augustus 2011 uitspraak gedaan in een incident betreffende de vordering van [gedaagde] tot betaling van proceskostenzekerheid door de eiseres, Naranja Ltd., een postbusvennootschap gevestigd op Guernsey. De vordering was gebaseerd op artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waarin wordt gesteld dat partijen zonder woonplaats in Nederland verplicht zijn zekerheid te stellen voor proceskosten. De eiseres verweerde zich door te stellen dat op grond van een verdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk, aangevuld door een aanvullend verdrag, Guernsey niet verplicht kan worden om zekerheid te stellen voor proceskosten in juridische procedures. De rechtbank heeft de vordering van [gedaagde] afgewezen, onder verwijzing naar de bepalingen in de genoemde verdragen die de verplichting tot zekerheidstelling uitsluiten voor partijen gevestigd in de verdragsluitende staten. De rechtbank heeft tevens besloten de beslissing over de kosten van het incident aan te houden tot de hoofdzaak is beslist. De uitspraak benadrukt de invloed van internationale verdragen op nationale procesrechtelijke verplichtingen en de bescherming van buitenlandse rechtspersonen in juridische procedures in Nederland.