ECLI:NL:RBROT:2011:BR3556
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- L.A.C. van Nifterick
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters-commissarissen in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 29 juli 2011 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker, die betrokken was bij een strafzaak. Het verzoek was gericht tegen de rechters-commissarissen die hem als getuige hadden gehoord in verband met een rechtshulpverzoek betreffende medeverdachten. Verzoeker stelde dat de rechters-commissarissen partijdig waren, omdat hij op 20 juni 2011 in zijn eigen strafzaak moest verschijnen, wat hem door hen was aangezegd tijdens zijn getuigenverhoor. De rechtbank oordeelde echter dat deze aanzegging geen zwaarwegende objectief gerechtvaardigde aanwijzingen voor partijdigheid opleverde. De rechtbank benadrukte dat een aanzegging in het kader van een getuigenverhoor niet kan worden gelijkgesteld aan een dagvaarding of oproep van het Openbaar Ministerie. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor een subjectieve onpartijdigheid van de rechters-commissarissen. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard.