ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7564
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incidentele vordering tot zekerheidstelling proceskosten in civiele procedure tussen Systema en Feyenoord
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 2 maart 2011, betreft het een incidentele vordering tot zekerheidstelling van proceskosten door Feyenoord Rotterdam N.V. tegen Systema Assessoria Financeira Ltda, gevestigd in Brazilië. Feyenoord heeft gevorderd dat de rechtbank Systema gelast zekerheid te stellen voor de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 28.158,00. De rechtbank heeft de vordering toegewezen, maar heeft het bedrag voor de zekerheidstelling vastgesteld op € 25.578,00. Dit bedrag is gebaseerd op het liquidatietarief en vastrecht, waarbij de rechtbank heeft overwogen dat Systema op grond van artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verplicht is om zekerheid te stellen voor de proceskosten waartoe zij mogelijk veroordeeld kan worden.
Systema heeft zich gerefereerd aan de vordering tot zekerheidstelling en heeft voorgesteld om de zekerheid te stellen door het bedrag op de derdengeldrekening van haar advocaat te storten. Feyenoord heeft echter aangegeven geen vertrouwen meer te hebben in deze wijze van zekerheidstelling en heeft de rechtbank verzocht om te bepalen op welke wijze de zekerheid moet worden gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de door Systema voorgestelde wijze van zekerheidstelling niet voldeed aan de vereisten, en heeft daarom besloten dat Systema een bankgarantie moet afgeven van een gerenommeerde Nederlandse bank.
De rechtbank heeft bepaald dat de zekerheid binnen vier weken na de uitspraak moet worden gesteld, op straffe van niet-ontvankelijkheid van Systema in de hoofdzaak. De uitspraak over de kosten van het incident is gereserveerd tot de einduitspraak in de hoofdzaak. Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling, en de zaak is geregistreerd onder het zaaknummer 345029 / HA ZA 09-3691.