ECLI:NL:RBROT:2011:BQ6192
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Zelm van Eldik
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij aanvaring tussen zeeschip en binnenschip op de Nieuwe Maas
In deze zaak gaat het om een aanvaring op 18 november 2008 tussen het zeeschip Helgafell en het binnenschip Nesselande op de Nieuwe Maas. De rechtbank Rotterdam heeft op 25 mei 2011 uitspraak gedaan in de civiele procedure, waarin de aansprakelijkheid voor de aanvaring aan de orde was. Eiseres EFM, de onderlinge waarborgmaatschappij, vorderde schadevergoeding van de gedaagde, de Helgafell Verwaltungs GmbH & Co KG, op basis van de stelling dat de Helgafell als enige schuld had aan de aanvaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvaring plaatsvond toen de Nesselande de rivier overstak, terwijl de Helgafell met een hoge snelheid naderde. De rechtbank heeft de verklaringen van beide partijen en de beschikbare bewijsstukken, waaronder marifooncommunicatie en radarbeelden, in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat de schipper van de Nesselande niet voldoende rekening had gehouden met de snelheid van de Helgafell en niet had voldaan aan de verplichtingen van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) om zich te vergewissen van een veilige oversteek. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de Helgafell niet goed uitkijk heeft gehouden, wat bijdroeg aan de aanvaring. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling, waarbij deskundigen zullen worden ingeschakeld om de technische aspecten van de aanvaring te onderzoeken.