ECLI:NL:RBROT:2011:BQ1524
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan pachter wegens overtreding van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Eiseres, pachter van een perceel, kreeg een bestuurlijke boete van € 500,00 opgelegd wegens overtreding van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). De rechtbank oordeelde dat een bestuurlijke boete alleen aan de overtreder zelf kan worden opgelegd, en dat de overtreder degene is die de overtreding pleegt of medepleegt. De rechtbank stelde vast dat verweerder ten onrechte had aangenomen dat eiseres als gebruiker in de zin van de Wgb kon worden aangemerkt, aangezien eiseres geen bemoeienis had met de teelt en de oogst van de zilveruien die door [Z] B.V. op het perceel werden verbouwd. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had onderbouwd waarom eiseres als overtreder moest worden aangemerkt en dat de verwijzing naar de definitie van 'gebruiken' in de Wgb niet opging in deze context. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herhiep het primaire besluit van 21 januari 2010. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,00 en diende het betaalde griffierecht van € 298,00 te worden vergoed. De uitspraak werd openbaar gedaan en er werd een termijn van zes weken gesteld voor het indienen van hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.