ECLI:NL:RBROT:2011:BQ0990

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
321316 / HA ZA 08-3155
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.N. van Zelm van Eldik
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvaring tussen vissersschepen op de Noordzee en de juridische implicaties van schuld en bewijsvoering

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een aanvaring tussen twee vissersschepen, de Ligrunn en de TX 19, op de Noordzee op 7 november 2007. Libas A.S., de eigenaar van de Ligrunn, heeft Vis BV, de eigenaar van de TX 19, aangeklaagd voor schadevergoeding als gevolg van de aanvaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvaring plaatsvond in internationale wateren, waar beide schepen zich bezighielden met verschillende vismethoden. Libas stelt dat de TX 19 schuld heeft aan de aanvaring omdat het schip onvoldoende uitkijk heeft gehouden en niet tijdig is uitgeweken voor de Ligrunn, die op dat moment haar netten aan het uitzetten was. Vis BV betwist deze claims en stelt dat de Ligrunn zelf verantwoordelijk is voor de aanvaring.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de aanvaring onderzocht, inclusief de verlichting die door beide schepen werd gevoerd en de manoeuvreerbaarheid van de schepen op het moment van de aanvaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat er verschillende verklaringen zijn van getuigen en opvarenden van beide schepen, die niet altijd consistent zijn. Dit heeft geleid tot onduidelijkheid over de exacte toedracht van de aanvaring en de verantwoordelijkheden van beide partijen.

De rechtbank heeft besloten dat Libas moet worden toegelaten tot bewijslevering om aan te tonen dat de aanvaring te wijten is aan de schuld van de TX 19. Dit houdt in dat Libas getuigen kan oproepen om haar claims te onderbouwen. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de schade aan de Ligrunn en de redelijkheid van de daaropvolgende acties van Libas in afwachting van de bewijslevering nog niet definitief kunnen worden beoordeeld. De zaak is dus nog niet volledig afgerond, en de rechtbank heeft partijen verzocht om binnen een bepaalde termijn hun getuigen te presenteren.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 321316 / HA ZA 08-3155
Uitspraak: 30 maart 2011
VONNIS van de enkelvoudige kamer
in de zaak van:
de vennootschap naar het recht van de plaats van vestiging
LIBAS A.S.,
gevestigd te Bergen, Noorwegen,
eiseres,
advocaat mr A.J. van Steenderen,
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ELISABETH CHRISTINA VIS B.V.,
gevestigd te Oudeschild, Texel,
gedaagde,
advocaat mr J.F. van der Stelt.
Partijen worden hierna aangeduid als "Libas" respectievelijk "Vis BV".
1. Het verloop van het geding
1.1
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken
- dagvaarding d.d. 12 december 2008 en de door Libas overgelegde producties;
- conclusie van antwoord, met productie;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 1 april 2009, waarbij een comparitie van partijen
is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 19 mei 2009;
- aanvulling proces-verbaal van deze comparitie van partijen;
- de ter gelegenheid van deze comparitie van partijen door Libas overgelegde
productie 11;
- akte houdende overlegging producties van Vis BV met vier producties;
- proces-verbaal van de voortzetting van de comparitie van partijen, gehouden op 2 februari
2010;
- conclusie van repliek, met producties;
- conclusie van dupliek, met producties;
- akte houdende uitlating producties van Libas.
1.2
Partijen hebben hun standpunten doen bepleiten door hun raadslieden, die zich daarbij bedienden van pleitnotities.
2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen in elk geval het volgende vast:
2.1
Libas is eigenaar van het Noorse zeevissersschip Ligrunn. Vis BV is eigenaar van het Nederlandse zeevissersschip Elisabeth Christina - TX 19.
2.2
Op de avond van 7 november 2007 bevonden beide schepen zich op de Noordzee, in internationale wateren ten noordwesten van de Doggersbank.
De Ligrunn hield zich bezig met ringnetvisserij (purse seine), de TX 19 met boomkorvisserij.
In de buurt van de twee voornoemde schepen bevonden zich ook de Nederlandse vissersschepen Anna Hendrika - KW 45 en Albert - UK 1.
Het was donker maar het zicht was goed (meer dan 5 mijl) en de zee was kalm.
3. De vordering
3.1
De vordering luidt, verkort weergegeven, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Vis BV te veroordelen aan Libas te betalen NOK 1.083.022, vermeerderd met rente en met een bedrag voor buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van Vis BV in de kosten van het geding.
3.2
Libas heeft aan de vordering - kort en zakelijk weergegeven - de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
(a) de TX 19 is tegen het ringnet aangevaren van de op dat moment stilliggende Ligrunn, waardoor dat net beschadigd raakte;
(b) de TX 19 heeft schuld aan deze aanvaring omdat men op dit schip onvoldoende uitkijk heeft gehouden en dit schip niet tijdig is uitgeweken voor de Ligrunn en haar ringnet, terwijl de op dat moment niet-manoeuvreerbare Ligrunn de voor ringnetvisserij verplichte verlichting voerde;
(c) als gevolg van de aanvaring heeft Libas een schade geleden van NOK 1.083.022; ook heeft zij buitengerechtelijke incassokosten moeten maken.
4. Het verweer
4.1
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Libas in de kosten van het geding, daaronder de nakosten begrepen.
4.2
Vis BV heeft daartoe - verkort weergegeven - het volgende aangevoerd:
(a) niet de TX 19 maar alleen de Ligrunn heeft schuld aan de aanvaring; in elk geval was sprake van medeschuld; voor zover de oorzaak van de aanvaring niet met zekerheid kan worden vastgesteld, blijft de schade voor rekening van Libas;
(b) de gestelde schade en het causale verband tussen aanvaring en schade worden betwist.
5. De beoordeling
5.1
Nadat door Libas bij dagvaarding was gesteld dat de TX 19 in aanvaring was gekomen met de netten van de Ligrunn (onder 2.6) en dat sprake was van een aanvaring in de zin van het Aanvaringsverdrag (onder 4.1), heeft Vis BV bij conclusie van antwoord erkend dat de
TX 19 met het net van de Ligrunn in aanraking is geweest (onder 5 en 6) en dat op de aanvaring het Brussels Aanvaringsverdrag 1910 van toepassing is (onder 8). Bij de twee gehouden comparities van partijen en bij conclusie van repliek heeft Vis BV niet aangevoerd dat geen sprake is geweest van een aanvaring van de TX 19 met het ringnet van de Ligrunn.
Pas bij pleidooi is namens Vis BV ontkend dat de TX 19 in aanvaring is gekomen met het net van de Ligrunn. Daartegen is toen namens Libas bezwaar gemaakt, omdat het feit van de aanvaring nimmer ter discussie was gesteld en het derhalve een nieuw verweer betrof.
De rechtbank deelt het standpunt van Libas dat het alsnog betwisten van de aanvaring in dit stadium van de procedure strijdig is met een goede procesorde. Derhalve zal als vaststaand worden aangenomen dat de TX 19 in aanvaring is gekomen met het ringnet van de Ligrunn.
5.2
Partijen zijn het erover eens dat het Brussels Aanvaringsverdrag 1910 van toepassing is en dat ter plaatse de voorschriften gelden van het Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972. Aanvullend zal de rechtbank Nederlands recht toepassen, als het recht van de plaats waar de onderhavige vordering wordt berecht, waarbij de rechtbank in aanmerking neemt dat het aangevaren ringnet met de Ligrunn was verbonden en als scheepstoebehoren tot dat schip kan worden gerekend (vgl. art. 7 IPR-wet 1993).
5.3
Er zijn schriftelijke verklaringen in het geding gebracht van opvarenden van de Ligrunn:
kapitein [persoon1], stuurman [persoon2], visser [persoon3] en hwtk [persoon4].
Verder zijn verklaringen overgelegd van in het kader van de RIK-regeling door partijen gehoorde getuigen: [getuige1] en [getuige2] van de KW 45, [getuige3] van de UK 1 en [getuige4] van de TX 19 (ten aanzien van de verklaring van Krijnen is namens Libas een voorbehoud gemaakt).
Voorts zijn door Libas overgelegd: een uitdraai van de elektronische kaart van de Ligrunn (prod. 4), een uitdraai van het Vessel Monitoring System van de AID (prod. 8), foto's van het GPS-radarsysteem van de Ligrunn (prod. 12) en een digitale overzichtskaart met posities en vaargegevens (prod. 13).
Door Vis BV zijn overgelegd: AID-gegevens van de TX 19, UK 1 en KW 45 met een zeekaart waarin deze gegevens zijn geprojecteerd (prods. 2 t/m 5), incident log van de Britse kustwacht (prod. 6) en de foto's van het GPS-radarsysteem van de Ligrunn (prod. 11).
5.4
Voor de beoordeling zijn onder meer de navolgende voorschriften van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee van belang.
-Een werktuigelijk voortbewogen schip dat varende is dient uit te wijken voor een schip bezig met de uitoefening van de visserij, dat wil zeggen een schip dat vist met vistuig dat de manoeuvreerbaarheid beperkt, waardoor dit schip niet in staat is voor een ander schip uit te wijken (Voorschrift 18 - Verantwoordelijkheden van schepen onderling en Voorschrift 3 onder d en g).
-Een schip bezig met de uitoefening van de visserij, niet zijnde de treilvisserij, dient - van zonsondergang tot zonsopkomst - te tonen: (i) twee rondom zichtbare lichten, het ene loodrecht onder het andere, het bovenste rood en het onderste wit, (ii) wanneer het vistuig meer dan 150 meter, horizontaal gerekend, in zee uitstaat, in de richting van het vistuig een rondom zichtbaar wit licht, (iii) wanneer het vaart door het water loopt, behalve de onder (i) en (ii) voorgeschreven lichten, tevens boordlichten en een heklicht (Voorschrift 26 - Lichten en dagmerken - Vissersschepen).
-Schepen bezig met de uitoefening van de visserij met ringzegen mogen twee gele lichten tonen, het ene loodrecht onder het andere; deze lichten dienen beurtelings om de seconde te schitteren met gelijke perioden van licht en duister; deze lichten mogen alleen worden getoond wanneer het schip door zijn vistuig belemmerd is in zijn manoeuvreerbaarheid (Bijlage II - Aanvullende seinen voor vissersschepen die in elkaars nabijheid vissen).
-Elk schip dient te allen tijde goede uitkijk te houden en gebruik te maken van alle beschikbare en passende middelen ten einde een volledige beoordeling van de situatie en van het gevaar voor aanvaring te kunnen maken (Voorschrift 5 - Uitkijk; Voorschrift 7 - Gevaar voor aanvaring). Tevens gelden de eisen van de goede zeemanschap (Voorschrift 2 - Verantwoordelijkheid).
5.5
Libas stelt dat de aanvaring zich als volgt heeft toegedragen:
(a) de Ligrunn is op de plaats waar zij haar netten wilde uitleggen vanaf 19:29 uur begonnen rondjes te varen (rond een school haring) en is na twee rondes, vanaf 19:48 uur, haar ringnet gaan uitzetten; omstreeks 19:55 uur was het 700 m lange net geheel uitgezet; het duurt ongeveer 10 minuten voordat de met 5 ton lood verzwaarde onderzijde van het 200 m brede ringnet op de zeebodem (ca. 50 m diepte) is neergedaald;
(b) de Ligrunn heeft haar motor uitgezet en men is begonnen met het sluiten van de onderzijde van het ringnet, waarna het net zou worden ingehaald; nadat het net is uitgezet en gedurende de periode dat het net wordt dichtgetrokken is de Ligrunn niet manoeuvreerbaar;
(c) toen het net werd uitgezet en de Ligrunn door het water ging werd de reguliere navigatieverlichting (twee toplichten, boordlichten en een heklicht) gevoerd; deze bleef branden, ook nadat het net was uitgebracht; na het eerste rondje voerde de Ligrunn tevens vislichten (rood boven wit) en een wit licht aan stuurboord om aan te geven dat haar netten zich meer dan 150 m van het schip uitstrekten; toen het net werd uitgebracht werden, ook aan stuurboord, twee gele lichten boven elkaar ontstoken, die om beurten aan- en uitgingen;
(d) rond 19:50 uur was de TX 19 ongeveer twee mijl ten noordwesten van de Ligrunn; de TX 19 heeft vervolgens haar koers veranderd voor een nieuwe trek in de richting van de Ligrunn; ongeveer 12 tot 15 minuten later, toen de Ligrunn (nagenoeg) stil lag om haar netten te sluiten, werd gezien dat de TX 19 met alle deklichten aan in de richting van de Ligrunn koerste; op de TX 19 is onvoldoende wacht en uitkijk gehouden;
de TX 19, die met sleepnetten viste, was goed manoeuvreerbaar; de TX 19 had moeten uitwijken voor de Ligrunn; de TX 19 had contact moeten opnemen met de Ligrunn;
(e) om de aandacht van de TX 19 te trekken heeft de Ligrunn met haar zoeklichten geseind en heeft men getracht om via VHF kanaal 16 contact te leggen met de TX 19; ook is nog een geluidssignaal gegeven;
(f) pas op het laatste moment doofde de TX 19 haar deklichten en week dit schip naar bakboord uit; deze koerswijziging kon niet meer voorkomen dat de TX 19 door de netten van de Ligrunn voer; de aanvaring vond plaats omstreeks 20:00 uur; op dat moment lag de Ligrunn vast geankerd aan het ringnet, waarvan de onderkant zich nog op de zeebodem bevond.
5.6
Deze toedracht wordt door Vis BV betwist:
(a) de Ligrunn was kennelijk aan het jagen op een school haring en heeft daarbij onzeemanschappelijk gehandeld door op korte afstand voor de KW 45 langs over te steken; door de Ligrunn is niet gereageerd op de herhaalde oproepen vanaf de KW 45;
(b) de Ligrunn is plompverloren haar net gaan uitzetten in de vaarroute van de TX 19, zonder enige aandacht voor andere scheepvaart, zonder tijdig en duidelijk aan te geven wat haar bedoelingen waren en zonder dat het ringnet deugdelijk was gemarkeerd en door andere schepen kon worden opgemerkt; de Ligrunn had aanvankelijk alleen haar navigatieverlichting aan en voerde geen vislichten tot het moment dat zij kennelijk haar net ging uitvaren; betwist wordt dat de Ligrunn twee knipperende gele lichten heeft gebruikt;
(c) de TX 19 heeft niet op 2 of 3 mijl afstand een koerswijziging gemaakt in de richting van de Ligrunn; de koerswijziging van de TX 19 zal 20 à 30 minuten voor de aanvaring hebben plaatsgevonden; het was de Ligrunn die vrij had moeten blijven van de TX 19 en haar niet had mogen hinderen in haar koers;
(d) de Ligrunn lag niet stil en was niet onmanoeuvreerbaar gedurende het uitvaren van haar net en lag evenmin (al geruime tijd) stil ten tijde van de aanvaring; het ringnet lag ook niet op de zeebodem;
(e) op de TX 19 heeft men wel degelijk gelet op de Ligrunn; de TX 19 voer niet met haar werk- of dekverlichting aan en voerde alleen haar navigatieverlichting en vislichten (groen boven wit voor treilvisserij); slechts enkele seconden voordat de TX 19 in de kennelijke nabijheid van het net van de Ligrunn kwam, werd daar door de Ligrunn een zoeklicht op gericht; dat was te laat om te voorkomen dat het net werd geraakt.
5.7
Vis BV heeft gesteld dat de TX 19, net als de twee andere boomkorvissers, bij het vissen op platvis beurteling met haar sleepnetten trekken maakte in de richting van ongeveer 135° (zuidoost) en 315° (noordwest), telkens in een rechte lijn. Dat beeld komt globaal overeen met de overgelegde AID-gegevens, de kaart van productie 5 bij dupliek en de kaart van productie 13 bij repliek. Libas heeft niet weersproken dat de TX 19 toen bij haar trekken globaal deze vaarrichtingen aanhield.
Partijen zijn het erover eens dat bij de trekken wordt gevaren met een snelheid van 6 à 7 mijl per uur.
5.8
De rechtbank neemt op grond van de overgelegde AID-gegevens (productie 2 bij dupliek) tot uitgangspunt dat de TX 19 zich op zeker moment - volgens die gegevens: om 19:46 uur "local time" - bevond in de positie 54°23.8' NB, 0°59.2' OL en op dat moment een koers voorlag van 249° met een snelheid van 6,6 mijl per uur.
Bij pleidooi is namens Vis BV meegedeeld dat de TX 19 toen een draai aan het maken was van ongeveer 180°, over het westen naar een nieuwe koers van 120° (oostzuidoost), dat een dergelijke draai in totaal circa 5 minuten duurt en dat de draai van de TX 19 op dat moment al bijna was voltooid.
Dit strookt met de schetsen bij de verklaringen van [getuige4], [getuige2] en
[getuige3], die - kort en samengevat weergegeven - erop neerkomen dat de TX 19 eerst een trek maakte in noordwestelijke richting, vervolgens draaide en daarna een trek maakte naar het zuidoosten, in de richting van de Ligrunn.
Volgens schetsen bij de verklaringen van [persoon1] en [persoon2] was de TX 19 op een koers van ongeveer 160° naar de Ligrunn gevaren en heeft de TX 19 het ringnet aangevaren op een punt NNW van de Ligrunn.
5.9
Voorts kan worden aangenomen dat de boomkorvissers als de TX 19 tijdens het maken van een trek behoorlijk goed manoeuvreerbaar zijn en redelijk wendbaar, zodat de TX 19 op zichzelf in staat was zonodig uit te wijken.
De TX 19 was wel voorzien van AIS. Afgezien van enkele AID-gegevens zijn er geen concrete vaargegevens van dit schip verstrekt. Niet duidelijk is wat daarvan de reden is (schipper [getuige4] heeft verklaard dat hij de plotgegevens nog in de computer had staan).
5.1
Er zijn diverse weergaves van de elektronische kaart van de Ligrunn overgelegd (productie 4 bij dagvaarding; productie 12 bij repliek/productie 11 bij dupliek; akte uitlating producties onder 6; bijlage bij pleitnotities mr Groen). Kennelijk is daarop de - op een later tijdstip opgevraagde - door de Ligrunn vóór de aanvaring afgelegde route afgebeeld. Daarbij is echter niet zeker op welke tijdstippen de Ligrunn op welke positie was.
Wel staan op de twee weergaves van productie 12 bij repliek/productie 11 bij dupliek tijden vermeld, die mogelijk betrekking hebben op de positie van een groen/oranje markeerblokje, respectievelijk om 19:29:27 en 20:00:43.
Op één van deze twee weergaves staan bij een viertal posities met de pen een tijdstip en een aantekening geschreven, respectievelijk: "19.29 hrs start circling", "19.48 shooting the net", "19.55 hrs net out" en "20.00 hrs collis" (de tijd en de plaats van het eerste en het laatste tijdstip komen overeen met de twee juistbedoelde tijdstippen met het markeerblokje).
Op de in de akte uitlating producties en de bij de pleitnotities van mr Groen gevoegde weergaves is met een kruis de positie van de Ligrunn gemarkeerd om respectievelijk 19:46:19 en 19:50:07.
5.11
Niet duidelijk is of de tijden van de AID-gegevens gelijk lopen met de tijden van deze elektronische kaart weergaves en of deze tijden de juiste zijn.
In het overgelegde incident log van de Britse kustwacht is vermeld: "20:07:53 New incident key pressed" en "20:13:48" met bij die laatste tijd kennelijk de weergave van de oproep vanaf de Ligrunn naar de kustwacht, waarin "0850 Norwegean time" is genoemd als tijdstip van de gebeurtenis - blijkbaar de aanvaring van de TX 19 met het ringnet van de Ligrunn.
De weergave van deze oproep in het incident log wordt overigens nog bij een aantal latere tijdstippen herhaald.
De rechtbank gaat ervan uit dat de Britse kustwacht de (juiste) GMT hanteert en dat de Noorse tijd daarop toen één uur vooruit liep.
Volgens kapitein [persoon1] heeft hij om 21:12 uur contact opgenomen met de kustwacht.
5.12
De weergaves van de elektronische kaart van de Ligrunn zijn onvoldoende toegelicht en roepen ook vragen op. Geconstateerd kan worden dat het met de pen genoteerde tijdstip van de aanvaring om 20:00 uur niet correspondeert met het door de kustwacht ontvangen bericht over een gebeurtenis om 19:50 GMT. Uit de weergaves van de elektronische kaart lijkt bovendien te volgen dat de Ligrunn tot aan de met 20:00 uur aangemerkte positie vaart liep (en toen net uit een draai kwam) en dat niet juist is dat dit schip ten tijde van de aanvaring al geruime tijd nagenoeg stil lag of met gestopte motor dreef en al 12 tot 15 minuten in het geheel niet manoeuvreerbaar verankerd lag aan haar ringnet, zoals Libas stelt.
5.13
In de overgelegde schriftelijke verklaringen van opvarenden van de Ligrunn worden uiteenlopende tijden (tijdsduur en tijdstippen) genoemd voor de achtereenvolgende gebeurtenissen.
Ook in de RIK-verklaringen van de Nederlandse vissers worden verschillende tijden genoemd.
5.14
De verklaringen over de verlichting die werd gevoerd door de Ligrunn zijn niet eenduidig, maar niemand verklaart over het extra witte licht voor een net dat meer dan 150 m uitstaat. Uit de verklaring bij de eerste comparitie van partijen volgt dat de navigatieverlichting van de Ligrunn bleef branden ook toen dit schip volgens Libas geen vaart door het water meer liep.
Ook is er geen eenstemmigheid over de vraag of de TX 19 in de richting van de Ligrunn voer met brandende dekverlichting.
5.15
Volgens de schriftelijke verklaringen van de opvarenden van de Ligrunn is geruime tijd gepoogd de TX 19 te waarschuwen met de schijnwerper en door oproepen via de VHF.
Schipper [getuige4] van de TX 19 heeft bevestigd dat de Ligrunn op een bepaald moment zijn schijnwerper aanzette en marifooncontact opnam, vermoedelijk met de oproepen "keep out" en "port side, port side". Krijnen heeft naar zijn zeggen niets in het water gezien; hij is meteen naar bakboord gedraaid en heeft zijn netten opgehaald.
5.16
Het ringnet van de Ligrunn was kennelijk voorzien van (kurken) drijvers maar niet van een verlichte markering. Niet blijkt in hoeverre deze drijvers in het donker zichtbaar waren en of deze vanaf de Ligrunn zijn beschenen toen de TX 19 naderde.
5.17
Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat de TX 19 voorafgaande aan de hiervoor bedoelde draai een trek had gemaakt in een globaal noordwestelijke richting en dat haar nieuwe koers, in ongeveer tegengestelde richting, haar in de buurt zou brengen van het gebied waar de Ligrunn eerst rondjes aan het varen was en vervolgens haar net uitzette.
De rechtbank acht het voor een oordeel over de schuldvraag cruciaal op welk moment de TX 19 haar draai had gemaakt en een nieuwe koers inzette, op welk moment de Ligrunn haar net ging uitzetten, respectievelijk had uitgezet, wat toen de afstand was van de TX 19 tot de Ligrunn, respectievelijk haar net en tevens op welk moment welke verlichting door de schepen werd gevoerd. Op deze punten bestaat op dit moment geen duidelijkheid, zodat nu nog niet blijkt dat de TX 19 tijdig behoorde te weten dat de Ligrunn haar ringnet had uitgebracht en waar dat ringnet zich bevond, dat de Ligrunn stillag/geen vaart door het water liep/onmanoeuvreerbaar was en dat de TX 19 uitwijkplichtig was voor de Ligrunn dan wel dat de aanvaring anderszins te wijten is aan de schuld van de TX 19.
Libas, op wie de bewijslast rust, zal worden toegelaten tot bewijslevering hieromtrent, nu zij dit uitdrukkelijk heeft aangeboden. Daaraan staat niet in de weg dat Libas ervan heeft afgezien om haar getuigen te laten horen in het kader van de RIK-regeling.
5.18
Niet blijkt dat de door Vis BV gestelde wijze van varen van de Ligrunn voordat zij haar ringnet uitzette - beweerdelijk tweemaal kort voor de KW45 oversteken zonder te communiceren - van belang is geweest voor de aanvaring van de TX 19 met het ringnet; het tijdverloop tussen dat oversteken en de aanvaring was daarvoor blijkens de diverse verklaringen te groot en de TX 19 speelde bij dat oversteken geen rol.
5.19
Partijen zijn het oneens over de schade aan de zijde van de Librunn, waarbij onder meer in geschil is of Libas redelijk heeft gehandeld door na de aanvaring de Librunn eerst naar Esbjerg in Denemarken te laten varen om de gevangen haring te lossen, vervolgens naar Egersund in Noorwegen voor een reparatie van het net en daana weer naar de Doggersbank om verder te vissen. De rechtbank laat dit punt vooralsnog rusten, in afwachting van de bewijslevering en het oordeel over de schuldvraag.
6. De beslissing
De rechtbank,
alvorens verder te beslissen:
laat Libas toe te bewijzen dat de aanvaring is te wijten aan de schuld van de TX 19 op basis van de door haar gestelde toedracht;
bepaalt dat, indien Libas daartoe getuigen wil doen horen, het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr A.N. van Zelm van Eldik op een door deze in overleg met de raadslieden van partijen nader te bepalen tijdstip;
verzoekt de raadsman van Libas om binnen vier weken na de uitspraak van dit vonnis aan de rechtbank - sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E 1243, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam - en aan de raadsman van Vis BV mee te delen of hij getuigen wil voorbrengen en om - in dat geval - opgave te doen van zijn verhinderdata en zo mogelijk van die van de getuigen in de periode van april tot en met augustus 2011,
en verzoekt de raadsman van Vis BV om - in dat geval - binnen twee weken na die opgave zijn eigen verhinderdata in dezelfde periode op te geven.
Dit vonnis is gewezen door mr Van Zelm van Eldik.
Uitgesproken in het openbaar.
10/2228