ECLI:NL:RBROT:2011:BP9980
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg van het 'cash against documents'-beding in internationale handelskoop van sojaolie
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, ging het om de uitleg van het 'cash against documents' (CAD)-beding in tien koopovereenkomsten tussen de Argentijnse vennootschap Nidera S.A. en de Nederlandse vennootschap Algemene Oliehandel B.V. (AOH) betreffende de verkoop van sojaolie. De rechtbank diende te beoordelen of het CAD-beding, dat in alle koopovereenkomsten was opgenomen, een eigendomsvoorbehoud inhield. Dit beding houdt in dat de koper de koopprijs moet betalen op het moment dat de documenten, waaronder het cognossement, aan hem worden overhandigd. De rechtbank oordeelde dat het CAD-beding, vanwege de verplichting tot gelijk oversteken, inderdaad een eigendomsvoorbehoud oplevert. Dit betekent dat de koper geen eigenaar wordt van de verkochte goederen zolang de koopprijs niet is voldaan.
De rechtbank constateerde dat de partijen sojaolie bestemd waren voor aflevering in een ander land dan Argentinië of Nederland, en dat Nidera bij het aangaan van de koopovereenkomsten wist dat zij geen feitelijke macht over de sojaolie had. Dit leidde tot de conclusie dat AOH, door de documenten te ontvangen, verplicht was om de koopprijs te betalen. De rechtbank benadrukte dat de uitleg van het CAD-beding moet plaatsvinden aan de hand van de regels van het Weens Koopverdrag (CISG), en dat de toepasselijkheid van nationaal recht, zoals het Argentijnse recht, niet aan de orde was.
De zaak werd verder behandeld met betrekking tot de stilzwijgende toestemming van Nidera aan AOH om de onder eigendomsvoorbehoud geleverde sojaolie door te verkopen. De rechtbank verwees de zaak naar de rol om partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de vraag vanaf welk moment deze stilzwijgende toestemming verviel, in het licht van de surseance of het faillissement van AOH. De verdere beslissing werd aangehouden.