ECLI:NL:RBROT:2011:BP6099
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. de Doelder
- A. Mul
- J. Everaars
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van betogers tegen plaatsing C-2000 zendmast wegens niet voldoen aan ambtelijk bevel
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 februari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met medeverdachten demonstreerde tegen de plaatsing van een zendmast voor het C2000-netwerk. De verdachte en zijn medeverdachten werden door de politie aangesproken en gevorderd om het terrein te verlaten, maar gaven hieraan geen gevolg. De officier van justitie had hen ten laste gelegd dat zij niet voldaan hadden aan een bevel krachtens artikel 2.1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Rotterdam. De rechtbank oordeelde echter dat het handelen van de verdachte en zijn medeverdachten meer de kenmerken van een betoging had dan van een samenscholing, waardoor de politie haar bevoegdheid niet kon baseren op de APV.
De rechtbank overwoog dat de Wet Openbare Manifestaties (WOM) van toepassing is op het beëindigen van een betoging en dat deze bevoegdheid toekomt aan de burgemeester, niet aan de politie. Er was geen bewijs dat de burgemeester een bevel had gegeven of dat de politie een mandaat had om op te treden. De rechtbank concludeerde dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.
De uitspraak benadrukt het belang van de scheiding van bevoegdheden tussen politie en burgemeester bij het handhaven van openbare orde tijdens demonstraties. De rechtbank stelde vast dat de demonstratie niet onder de APV viel, maar onder de WOM, die specifieke regels en bevoegdheden voor dergelijke situaties voorschrijft. De beslissing van de rechtbank is een belangrijke uitspraak in het kader van het recht op demonstratie en de bescherming van de openbare orde.