ECLI:NL:RBROT:2011:BP5795
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een buitengewoon opsporingsambtenaar wegens herhaaldelijk rijden onder invloed
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 februari 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eiser, die sinds 18 november 2003 als BOA werkzaam was, had zich in korte tijd driemaal schuldig gemaakt aan rijden onder invloed, wat leidde tot een disciplinaire maatregel van ontslag. De rechtbank oordeelde dat de eiser, ondanks zijn beroep op onwetendheid over de norm dat een BOA ook buiten werktijd de wet moet naleven, geacht werd bekend te zijn met deze norm. De rechtbank stelde vast dat de overgelegde verklaringen van collega’s onvoldoende bewijs boden voor de stelling dat de eiser niet op de hoogte was van zijn verplichtingen. De verweerder had voldoende aangetoond dat er aandacht werd besteed aan de gedragsnormen voor BOA's, en de rechtbank concludeerde dat het belang van de dienst bij betrouwbaar gedrag van de BOA zwaarder woog dan het belang van de eiser bij voortzetting van zijn dienstverband. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard.