ECLI:NL:RBROT:2010:BR6537
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking vergunning voor bemiddelen in levensverzekeringen door AFM
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 september 2010 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, Makelaardij [A], tegen de intrekking van zijn vergunning door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De intrekking vond plaats op basis van artikel 2:80, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft), waarbij de AFM de bevoegdheid heeft om nadere bepalingen te verbinden aan de intrekking van een vergunning. Eiser was werkzaam als zelfstandige en bemiddelde in levensverzekeringen en schadeverzekeringen met een looptijd van langer dan vijf jaar. De rechtbank oordeelde dat de AFM in redelijkheid gebruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid om de vergunning in te trekken en dat de aan de intrekking verbonden verplichtingen niet onredelijk waren. Eiser had aangevoerd dat deze verplichtingen zijn beroepsbezigheden zouden beperken en inbreuk zouden maken op de privacy van zijn cliënten, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij hierdoor benadeeld was. De rechtbank concludeerde dat de intrekking van de vergunning rechtmatig was en verklaarde het beroep ongegrond. Eiser kan tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.