ECLI:NL:RBROT:2010:BP8396
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.L. de Gruijl-van Benthem
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking aan ontbinding van religieus huwelijk na echtscheiding
In deze zaak vordert de vrouw dat de man zijn medewerking verleent aan de ontbinding van hun religieuze huwelijk, dat volgens haar naar Islamitisch recht is gesloten. De vrouw stelt dat de man weigert zijn medewerking te verlenen, waardoor zij gevangen blijft in het religieuze huwelijk en niet kan hertrouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw een spoedeisend belang heeft bij de ontbinding van het religieuze huwelijk, vooral gezien de mogelijke juridische en sociale gevolgen in Islamitische landen. De rechtbank oordeelt dat de man zich onrechtmatig gedraagt door zijn medewerking te weigeren, wat in strijd is met de maatschappelijke normen. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw toegewezen en de man bevolen om zijn medewerking te verlenen aan de ontbinding van het religieuze huwelijk. Tevens is er een dwangsom opgelegd voor het geval de man niet aan deze verplichting voldoet. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De vrouw is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot betaling van executiekosten, aangezien de wet hierin al voorziet.