ECLI:NL:RBROT:2010:BP7038
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en wanprestatie bij scheepsbemiddeling
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, ging het om een geschil tussen World Energy Alternatives LLC (WEA) en BH Shipping B.V. (BHS) over een bemiddelingsovereenkomst. WEA vorderde schadevergoeding van BHS en een derde gedaagde, omdat zij meende dat BHS onrechtmatig had gehandeld door een hogere commissie te bedingen dan was afgesproken en deze commissie op een privérekening van een directeur van WEA te laten betalen. De rechtbank oordeelde dat BHS en de derde gedaagde, die als bestuurder van BHS optrad, onrechtmatig hadden gehandeld door WEA niet in te lichten over deze betalingen. De rechtbank stelde vast dat de betalingen aan de directeur van WEA, die als onoorbaar werden beschouwd, een onrechtmatige daad en wanprestatie opleverden. De rechtbank verwees de zaak naar een rolzitting voor bewijslevering over de hoogte van de schade en de afspraken over de commissie. De rechtbank concludeerde dat Nederlands recht van toepassing was op de rechtsverhouding tussen partijen, en dat BHS als opdrachtnemer verplicht was om nauwkeurig verantwoording af te leggen over haar handelen. De zaak werd aangehouden voor verdere bewijslevering en beoordeling van de vorderingen.