4.4
EFM verwijt de "Matrico" in strijd met de gemaakte passeerafspraak en de eisen van goede zeemanschap de "Adriana" niet te hebben laten voorgaan. Matrix betwist die stellingen gemotiveerd.
Nu de rivieren Lek en Noord van gelijke orde zijn, gold in beginsel geen voorschrift voor één van de schepen om aan het andere voorrang te verlenen.
Ter plaatse geldt niet een bijzonder voorschrift dat (slechts) op basis van een (via de marifoon gemaakte) passeerafspraak de hoek Lek - Noord dient te worden genomen. Kennelijk (en wegens de onoverzichtelijkheid van de hoek: terecht) hebben de schippers van beide schepen het nuttig of nodig gevonden om de door ieder van hen voorgenomen manoeuvre, het opvaren van de Noord respectievelijk de Lek, via de marifoon aan de overige scheepvaart kenbaar te (doen) maken. Daarbij kan in het midden blijven wie zich als eerste via de marifoon heeft gemeld, omdat gesteld noch gebleken is dat het betreffende marifoongesprek tussen de beide schepen niet tijdig is gevoerd. Bij dat marifoongesprek is de wijze van voorbij varen besproken. Uit de in de processen-verbaal van politie opgenomen verklaringen van de schipper en de roerganger van de "Adriana" blijkt niet wat is besproken bij dat marifoongesprek - de rechtbank merkt overigens op dat die verklaringen bijna letterlijk met elkaar overeenkomen. Aan de in de processen-verbaal van politie opgenomen verklaringen van de schipper en de roerganger van de "Matrico" ontleent de rechtbank het volgende. Schipper [schipper II] heeft verklaard: "Boven IHC had ik mij gemeld op kanaal 10 van de marifoon en dat ik de Lek op wilde draaien. In reactie daarop hoorde ik een schip, die zei, dat hij vanuit de Lek de Noord in wilde draaien. Hij vroeg ook, wat mijn exacte positie was. [..] Met het andere schip, wat na later bleek de Adriana te zijn, is afgesproken, dat hij voor mij langs de Noord in zou draaien. [..]. Door de onderlinge berichtgeving op kanaal 10 wist ik, dat de Adriana kort bij de kruising zat. [..] Toen ik hem uiteindelijk zag, verbaasde ik mij erover, dat hij kort door de bocht kwam. Hij zat in ieder geval over de helft van de rivier." Roergangster [roergangster] heeft verklaard: "Toen wij de kruising van de Noord met de Lek naderden hoorde ik, dat een schip op kanaal 10 meldde:"De Adriana komt de Lek uit en gaat de Noord in". Ik heb toen mezelf over de marifoon gemeld aan het eind van de Noord om de Lek op te varen. De Adriana vroeg toen waar we precies zaten. De gezagvoerder zei mij te melden, dat wij t.h.v. 1HC zaten. Ik hoorde dat de Adriana zei: Okee dan ga ik voor jullie langs. De snelheid was er bij ons toen al uit. Omdat hij wist wat onze positie was en hij zei, dan ga ik voor jullie langs, dacht ik, dat hij gelijk de Lek uit zou komen. Het duurde wel lang voor dat hij uiteindelijk kwam. Daardoor waren wij de kruising al heel dicht genaderd. Toen ik hem uiteindelijk zag dacht ik jee die zit kort onder de bocht. "
Anders dan EFM betoogt, volgt uit deze verklaringen niet dat tussen de beide schepen is afgesproken dat de "Matrico" de "Adriana" diende te laten voorgaan of ruimte diende te verlenen. Veeleer volgt uit deze verklaringen dat de opvarenden van de "Matrico" uit de mededelingen vanwege de "Adriana" hebben begrepen dat laatstgenoemd schip eerder de Lek af en de Noord op zou draaien dan de "Matrico" de tegengestelde bocht zou gaan maken.
Anders dan EFM betoogt, brengen de eisen van goede zeemanschap niet mee dat een schip dat de binnenbocht neemt, in dit geval de "Matrico", een schip dat in tegengestelde richting de bocht neemt voorrang moet verlenen. Veeleer brengen die eisen in het algemeen mee dat de schepen elkaar bakboord-op-bakboord voorbij varen waartoe het aangewezen is dat ieder van de schepen de eigen stuurboordshelft van het vaarwater aanhoudt.
Op het vorenstaande stuit af het beroep van EFM op een verplichting van de "Matrico" om de "Adriana" te laten voorgaan.