ECLI:NL:RBROT:2010:BP0804

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
357125 / HA ZA 10-1946
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentele vordering tot zekerheidsstelling voor proceskosten in civiele procedure tussen Braziliaanse vennootschappen en Nederlandse vennootschap

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, hebben de Braziliaanse vennootschappen RENAR S/A en POMIFRAI S/A een incidentele vordering ingediend tot zekerheidstelling voor proceskosten. De vordering is gebaseerd op artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat bepaalt dat partijen zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland verplicht zijn om zekerheid te stellen voor proceskosten wanneer zij een vordering indienen bij een Nederlandse rechter. De eiseres in het incident, Ven Fruit B.V., gevestigd in Nederland, vorderde dat RENAR S/A en POMIFRAI S/A zekerheid zouden stellen voor de proceskosten, omdat zij geen woonplaats in Nederland hebben.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Braziliaanse vennootschappen geen verweer hebben gevoerd tegen de vordering van Ven Fruit en dat zij bereid zijn om het gevorderde bedrag van € 10.695,50 te storten op de derdengeldrekening van hun advocaat. De rechtbank oordeelde dat de vordering van Ven Fruit gegrond was, aangezien er geen uitzonderingen van toepassing waren die de verplichting tot zekerheidstelling zouden uitsluiten. De rechtbank heeft RENAR S/A en POMIFRAI S/A hoofdelijk veroordeeld om binnen vier weken na de uitspraak zekerheid te stellen voor het gevorderde bedrag.

Daarnaast heeft de rechtbank de kosten van het incident aan de zijde van Ven Fruit begroot op € 452,00. De hoofdzaak is aangehouden voor beraad over een comparitie, waarbij de rechtbank de verdere procedure zal bepalen. Dit vonnis is uitgesproken op 22 december 2010 door mr. Th. Veling.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 357125 / HA ZA 10-1946
Vonnis in incident van 22 december 2010
in de zaak van
1. de vennootschap naar buitenlands recht RENAR S/A,
gevestigd te Brazilië,
2. de vennootschap naar buitenlands recht POMIFRAI S/A,
gevestigd te Brazilië,
eiseressen in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat mr. M. Korpo,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VEN FRUIT B.V.,
gevestigd te Ridderkerk,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. Q.J. van Riet.
Partijen zullen hierna Renar c.s. en Ven Fruit genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 11 juni 2010 en de door Renar c.s. overgelegde producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot zekerheidstelling voor proceskosten;
- de incidentele conclusie van antwoord;
- de stukken van het op 28 mei 2010 ten verzoeke van Renar c.s. en ten laste van Ven Fruit onder de ING Bank gelegde conservatoir beslag.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. Het geschil
in de hoofdzaak
2.1. Renar c.s. vordert – verkort weergegeven – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Ven Fruit te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 128.130,-, vermeerderd met rente en kosten. Aan haar vordering heeft Renar c.s. ten grondslag gelegd dat Ven Fruit tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen aan Renar c.s. en dat zij het onbetaald gebleven gedeelte van de in rekening gebrachte factuurbedragen dient te voldoen en de schade die Renar c.s. heeft geleden en nog lijdt dient te vergoeden.
2.2. Ven Fruit heeft een conclusie van antwoord genomen.
in het incident
2.3. Ven Fruit vordert om Renar c.s. hoofdelijk (subsidiair: gezamenlijk) te veroordelen om binnen vier weken na het vonnis in incident (althans binnen een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen termijn) zekerheid te stellen voor de door Ven Fruit te maken proceskosten door middel van een bankgarantie (althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen zekerheidstelling), voor een bedrag van € 10.695,50 (althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag), alles op straffe van niet-ontvankelijkheid van Renar c.s. in de hoofdzaak. Ven Fruit stelt daartoe dat zij recht op en belang bij zekerheidstelling van proceskosten heeft, omdat Renar c.s. gevestigd is in Brazilië en dus geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland heeft.
2.4. Renar c.s. heeft de vordering erkend en aangekondigd voor het gevorderde bedrag zekerheid te stellen door storting van dat bedrag op de derdenrekening van haar advocaat.
3. De beoordeling
in het incident
3.1. Ven Fruit vordert zekerheidstelling van proceskosten op basis van artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Krachtens artikel 224 Rv - weergegeven voor zover hier van belang - zijn allen zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland die bij een Nederlandse rechter een vordering instellen, op vordering van de wederpartij verplicht tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten en de schadevergoeding waarvan zij veroordeeld kunnen worden. In lid 2 van dit artikel zijn onder a tot en met d vier gevallen opgesomd waarin geen verplichting tot zekerheidstelling voor proceskosten bestaat.
3.2. Renar c.s. heeft blijkens de dagvaarding haar vestigingsplaats in Brazilië. Brazilië is geen partij bij het Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen of het Verdrag betreffende de Burgerlijke Rechtsvordering. Ook is er geen executieverdrag waarbij zowel Nederland als Brazilië partij is. Ook overigens is gesteld noch gebleken dat een van de in artikel 224 lid 2 Rv genoemde uitzonderingen zich voordoen. Renar c.s. is dan ook gehouden op grond van artikel 224 Rv ten behoeve van Ven Fruit zekerheid te stellen voor de door Ven Fruit te maken proceskosten.
3.3. Ven Fruit begroot de proceskosten op € 10.695,50, daarbij uitgaande van € 2.880,- aan griffierecht en € 7.815,50 aan salaris van de advocaat (5½ procespunten in tariefgroep V van het Liquidatietarief). De hoogte van het door Ven Fruit gehanteerde griffierecht en liquidatietarief wordt door Renar c.s. niet betwist.
3.4. Ook tegen de gevorderde termijn voor zekerheidstelling, vier weken na het vonnis in incident, heeft Renar c.s. geen verweer gevoerd.
3.5. Renar c.s. heeft voorts geen verweer gevoerd tegen de gevorderde vorm van zekerheidstelling, een bankgarantie. Zij heeft slechts opgemerkt dat zij in overleg en met goedvinden van de advocaat van Ven Fruit het bedrag van € 10.695,50 zal storten op de derdengeldrekening van haar advocaat. Van instemming daarmee van de zijde van Ven Fruit is echter niet gebleken. Zonder nadere toelichting valt niet in te zien dat de door Renar c.s. voorgestelde handelswijze in voldoende mate zekerheid stelt als bedoeld in artikel 6:51 BW.
3.6. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de aangevoerde en niet weersproken gronden de incidentele vordering kunnen dragen. De incidentele vordering moet derhalve worden toegewezen.
3.7. Renar c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit incident worden verwezen.
in de hoofdzaak
3.8. De zaak wordt aangehouden voor beraad omtrent het bepalen van een comparitie (artikel 131 Rv).
4. De beslissing
De rechtbank
in het incident
4.1. beveelt Renar c.s. hoofdelijk – op straffe van niet-ontvankelijkheid in de hoofdzaak – om binnen vier weken na de uitspraak van dit vonnis zekerheid te stellen ten behoeve van Ven Fruit voor een bedrag van € 10.695,50 (zegge: tienduizend en zeshonderdvijfennegentig euro en vijftig eurocent) door middel van een bankgarantie,
4.2. veroordeelt Renar c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van Ven Fruit tot op heden begroot op € 452,00,
in de hoofdzaak
4.3. houdt iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2010.?
2110/1980