ECLI:NL:RBROT:2010:BO9850
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.P. van Essen
- O.E.M. Leinarts
- M.C. van Kolk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 december 2010 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen een kantonrechter. Het verzoek tot wraking was afgewezen voor zover het gegrond was op klachten over de gang van zaken tijdens de zitting van 23 augustus 2010. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek voor het overige. De rechtbank benadrukte dat ongeacht de uitkomst van de ontbindingsverzoeken, de procedures tussen partijen nog niet tot een einde zouden zijn en dat er voor beide partijen, en met name voor de verzoeker, een belang was om tot een schikking te komen, gezien de tijd en kosten van de procedure. De verzoeker had tijdens de zitting van 13 december 2010 aangegeven dat hij financieel niet in staat was om een bodemprocedure te voeren. De rechtbank concludeerde dat de kantonrechter geen vooringenomenheid jegens de verzoeker had en dat de klachten over de zitting van 13 augustus 2010 niet tijdig en tegelijk waren ingediend, waardoor deze buiten beschouwing moesten blijven. De beslissing van de rechtbank werd genomen na een zorgvuldige afweging van de ingediende stukken en de verklaringen van de betrokken partijen.