ECLI:NL:RBROT:2010:BO4136
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot schadevergoeding wegens onvoldoende bepaalbaarheid en wijziging van grondslag van eis
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft de vennootschap naar vreemd recht Vasco Shipping Services S.L. een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap WEC Lines B.V. De vordering betreft schadevergoeding voor het verlies van schroefonderdelen tijdens het transport van Vigo naar Rotterdam. Vasco stelt dat WEC Lines verantwoordelijk is voor het vervoer en aansprakelijk is voor de schade die zij lijdt door het over boord slaan van de onderdelen. De procedure begon met een dagvaarding op 29 december 2008, gevolgd door een tussenvonnis op 24 maart 2010 waarin een comparitie van partijen werd bevolen. Tijdens de comparitie heeft Vasco haar vordering verder toegelicht, maar de rechtbank oordeelde dat de wijziging van de grondslag van de eis niet correct was ingediend, waardoor WEC Lines zich niet adequaat kon voorbereiden op de gewijzigde vordering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de oorspronkelijke feitelijke grondslag van de vordering is verlaten en dat de vordering onvoldoende bepaalbaar is, zoals vereist door artikel 111 lid 2 sub d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierdoor heeft de rechtbank de vordering van Vasco afgewezen. Tevens is Vasco veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van WEC Lines zijn begroot op € 4.262,00, inclusief vast recht en salaris voor de advocaat. Het vonnis is uitgesproken op 27 oktober 2010 door mr. P.A.M. van Schouwenburg-Laan en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor wat betreft de proceskostenveroordeling.