ECLI:NL:RBROT:2010:BO4046

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
355052 / HA ZA 10-1639
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in internationale vervoerovereenkomst tussen Logfret B.V. en NYK Line (Benelux) B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, ging het om een bevoegdheidsincident tussen Logfret B.V. en NYK Line (Benelux) B.V. De rechtbank moest beoordelen of zij bevoegd was om kennis te nemen van de vorderingen van Logfret, die NYK Line (Benelux) aansprakelijk stelde voor schade als gevolg van een vermeende tekortkoming in de nakoming van een vervoerovereenkomst. De vordering was gebaseerd op het niet tijdig afleveren van containers met paspoppen, die van Vietnam naar Nederland vervoerd zouden worden. NYK Line (Benelux) betwistte de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en voerde aan dat de overeenkomst met Logfret niet bestond, en dat eventuele vorderingen enkel in Japan aanhangig gemaakt konden worden, zoals bepaald in de cognossementsvoorwaarden.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel er sprake was van grensoverschrijdend vervoer, de zaak voornamelijk nationale aspecten had, omdat beide partijen in Nederland gevestigd waren en de goederen in Nederland moesten worden afgeleverd. De rechtbank concludeerde dat het beroep op onbevoegdheid van NYK Line (Benelux) niet opging, omdat de regeling betreffende rechtsmacht in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet beperkt was tot internationale gevallen. De rechtbank verklaarde zich bevoegd om van de vorderingen van Logfret kennis te nemen en wees het beroep op onbevoegdheid af. Tevens werd NYK Line (Benelux) veroordeeld in de proceskosten van het incident.

De rechtbank beval verder dat partijen, vertegenwoordigd door hun advocaten, moesten verschijnen voor een zitting om inlichtingen te geven en te onderzoeken of er overeenstemming kon worden bereikt over de zaak. Dit vonnis werd uitgesproken op 27 oktober 2010 door mr. W.P. Sprenger.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 355052 / HA ZA 10-1639
Vonnis van 27 oktober 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LOGFRET B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. D.M.A. Oud,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NYK LINE (BENELUX) B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
eiseres in het incident,
advocaat mr. H. van der Wiel.
Partijen zullen hierna Logfret en NYK Line (Benelux) genoemd worden.
1. De procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 6 mei 2010, met 11 producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende exceptie van onbevoegdheid met 4 producties;
- de conclusie van antwoord in het incident.
1.2 Beide partijen hebben vonnis gevraagd in het incident.
1.3 Tevoren, bij brief van 6 augustus 2010, had mr. Van der Wiel, advocaat van NYK Line (Benelux), aangegeven dat hij met de exceptie van onbevoegdheid geen bevoegdheidsincident was gestart en de rechtbank verzocht om deze exceptie niet als een incident te behandelen. Nu het beroep op onbevoegdheid (een verweer betreft dat) eerst en vooraf dient te worden behandeld, levert dat beroep reeds daarom een incident op. Vandaar dat de rechtbank het als een incident behandelt.
2. De vordering in de hoofdzaak en het geschil in het bevoegdheidsincident
in de hoofdzaak
2.1. Logfret vordert dat de rechtbank, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, NYK Line (Benelux) veroordeelt om aan Logfret te betalen de somma van € 34.547,08, vermeerderd met de wettelijke handelsrente berekend over € 33.547,08, vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede NYK Line (Benelux) veroordeelt in de kosten van de procedure.
2.2 Logfret legt aan deze vorderingen de stellingen ten grondslag (a) dat NYK Line (Benelux) zich als vervoerder ten opzichte van haar heeft verbonden om twee containers beladen met paspoppen te vervoeren van Ho-Chi-Min-City, Vietnam, naar Rotterdam en heeft gegarandeerd dat zij deze aldaar uiterlijk op 5 januari 2010 zou afleveren, (b) dat NYK Line (Benelux) in strijd met de overeenkomst de containers met paspoppen niet op 5 januari 2010 zou kunnen leveren en (c) dat zij om ervoor te zorgen dat de partijen paspoppen toch zo snel mogelijk naar Rotterdam kwamen extra kosten heeft moeten maken voor onder meer alternatief vervoer, voor welke schade NYK Line (Benelux) aansprakelijk is.
in het incident
2.3 NYK Line (Benelux) vordert dat de rechtbank zich bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad onbevoegd zal verklaren om van het geschil kennis te nemen, met veroordeling van Logfret in de kosten.
2.4 NYK Line (Benelux) legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. NYK Line (Benelux) betwist dat zij met Logfret een (vervoer)overeenkomst heeft gesloten. De offerte die NYK Line (Benelux) aan Logfret heeft uitgebracht, heeft zij als cargadoor namens Nippon Yusen Kaisha Ltd (verder NYK te noemen) uitgebracht. De betreffende vervoerovereenkomst is gesloten tussen de vertegenwoordiger van Logfret in Vietnam en NYK Line (Vietnam) namens NYK. Ingevolge de artikelen 3 en 6 sub 2 van de cognossementscondities van NYK kunnen vorderingen tegen NYK, de vervoerder onder de cognossementen, en haar scheepsagent NYK Line (Benelux), uitsluitend ingesteld worden voor de rechter in Tokyo, Japan, zodat de rechtbank Rotterdam niet bevoegd is.
2.5 De conclusie van Logfret strekt tot afwijzing van de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring, met veroordeling van NYK Line (Benelux) in de kosten van het incident, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Daartoe heeft Logfret aangevoerd dat tussen haar en NYK Line (Benelux) geen forumkeuzebeding is overeengekomen.
3. De beoordeling in het bevoegdheidsincident
3.1 NYK Line (Benelux) heeft in haar eerste processtuk, derhalve tijdig, met een beroep op het forumkeuzebeding in de cognossementsvoorwaarden de onbevoegdheid in de zin van het ontbreken van rechtsmacht van de Nederlandse rechter ingeroepen.
3.2 Allereerst zal vastgesteld moeten worden of de rechtsverhouding tussen Logfret en NYK Line (Benelux) van internationale aard is dan wel dat deze een Nederlandse, interne aangelegenheid betreft.
Naar het oordeel van de rechtbank is hier geen sprake van een internationaal geval. Weliswaar is sprake van grensoverschrijdend vervoer, namelijk van Vietnam naar Nederland, maar nu zowel Logfret als NYK Line (Benelux) in Nederland zijn gevestigd en nu de goederen in Nederland afgeleverd moesten worden, zijn er meer nationale dan internationale aspecten aan deze zaak, zodat het hier om een Nederlandse aangelegenheid gaat. De rechtbank dient daarom het beroep op ontbreken van rechtsmacht aan de hand van de commune regeling in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) te beoordelen.
3.3 De regeling betreffende rechtsmacht in (de artikelen 1 tot en met 14 van) Rv bevat niet de beperking dat deze slechts van toepassing is in een internationaal geval. In de tekst noch in de wetsgeschiedenis van die regeling is zodanige beperking gesteld. De regeling bevat naast objectieve gronden voor rechtsmacht van de Nederlandse rechter, in artikel 8 Rv twee subjectieve gronden voor rechtsmacht van hetzij de Nederlandse rechter (in lid 1), hetzij een buitenlandse rechter waardoor de rechtsmacht van de Nederlandse rechter wordt uitgesloten (in lid 2). Artikel 8 lid 2 Rv vormt – in de woorden van MvT (kamerstukken II 26 855, nr. 3, t.a.v. artikel 1.1.7, blz. 37 en 38) – het spiegelbeeld van de liberale bepaling van het eerste lid van dat artikel. Om deze redenen ziet de rechtbank geen aanleiding om in het tweede lid het vereiste van een internationaal kader te lezen.
3.4 Bij de beoordeling van het beroep op onbevoegdheid neemt de rechtbank de volgende tussen partijen vaststaande feiten en omstandigheden als uitgangspunt.
NYK Line (Benelux) heeft bij schrijven van 24 november 2009 (productie 1 bij dagvaarding) een offerte uitgebracht aan Logfret ter zake het vervoer van containers beladen met paspoppen van Ho-Chi-Minh-City naar Rotterdam.
Logfret heeft (al dan niet via een vertegenwoordiger in Vietnam) opdracht gegeven tot het vervoer van twee containers met paspoppen van Ho-Chi-Minh-City naar Rotterdam.
Beide containers zijn vervoerd van Ho-Chi-Minh-City naar Singapore onder cognossementen van 4, respectievelijk 9 december 2009, op welke cognossementen rechtsonder staat vermeld: “signed by: NYK Line (Vietnam) – Ho Chi Minh Office, as agent for and on behalf of Nippon Yusen Kaisha (NYK Line), as carrier” (zie productie 2 bij dagvaarding).
In Singapore zijn de containers gelost ten doorvervoer. Kennelijk zijn de containers in Singapore blijven staan.
Toen het Logfret bekend werd dat de partijen paspoppen niet op 5 januari 2010 in Rotterdam zouden arriveren, heeft zij voor alternatief vervoer naar Rotterdam gezorgd.
3.5 De rechtbank dient haar bevoegdheid in beginsel op basis van de grondslag van de vordering in de hoofdzaak te beoordelen.
Logfret heeft aan haar vorderingen in de hoofdzaak ten grondslag gelegd dat NYK Line (Benelux) toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenissen onder een tussen partijen gesloten vervoerovereenkomst, die tot stand is gekomen door acceptatie door Logfret van de offerte van NYK Line (Benelux) van 24 november 2009.
De betwisting door NYK Line (Benelux) van het bestaan van de gestelde vervoerovereenkomst, noch de omstandigheid dat later in het geding mocht blijken dat tussen Logfret en NYK Line (Benelux) geen overeenkomst tot stand is gekomen (en dat de betreffende vervoerovereenkomst slechts met NYK is gesloten) zoals NYK Line (Benelux)
heeft betoogd, zijn daarom voor de vraag naar de bevoegdheid van deze rechtbank van belang.
3.6 De maatstaf voor de vraag of het beroep van NYK Line (Benelux) op het forumkeuzebeding in de cognossementsvoorwaarden opgaat is te vinden in artikel 8 lid 2 Rv: de Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht indien partijen bij overeenkomst een rechter of de rechter van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen. Artikel 8 lid 5 Rv bepaalt dat een zodanige overeenkomst bewezen wordt door een geschrift, waarvoor voldoende is een geschrift dat een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten, mits dat geschrift door of namens de wederpartij (uitdrukkelijk of stilzwijgend) is aanvaard.
3.7 Uit de offerte van 24 november 2009 blijkt niet dat NYK Line (Benelux) daarbij de cognossementsvoorwaarden van NYK op een met haar te sluiten vervoerovereenkomst van toepassing heeft verklaard. Gesteld noch gebleken is dat NYK Line (Benelux) op enige andere wijze de cognossementsvoorwaarden van NYK op met haar te sluiten overeenkomsten van toepassing heeft verklaard.
NYK Line (Benelux) beroept zich op de cognossementsvoorwaarden van de zeevervoerder NYK die zouden kunnen gelden tussen NYK en haar afzender c.q. de geadresseerde van de containers en waar in artikel 3 de forumkeuze zou zijn opgenomen. Nu, echter, gesteld noch gebleken is dat deze cognossementsvoorwaarden van toepassing zijn op de door Logfret gestelde overeenkomst tussen Logfret en NYK Line (Benelux) is niet voldaan aan het vereiste van artikel 8 Rv dat partijen bij overeenkomst een rechter hebben aangewezen.
3.8 Op het vorenstaande stuit het beroep op onbevoegdheid af. De rechtbank is op grond van artikel 2 Rv in samenhang met artikel 99 Rv bevoegd om van de vorderingen van Logfret kennis te nemen. De rechtbank zal NYK Line (Benelux) als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van dit incident veroordelen.
4 De beoordeling in de hoofdzaak
4.1 De rechtbank zal een verschijning van partijen, vergezeld door hun raadslieden, ter terechtzitting bevelen tot het geven van inlichtingen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten eens kunnen worden.
Partijen dienen ter terechtzitting te verschijnen vertegenwoordigd door een of meer personen die met de zaak op de hoogte en bevoegd tot het treffen van een schikking is c.q. zijn.
4.2 Ter terechtzitting wenst de rechtbank in het bijzonder te worden voorgelicht over de volgende onderwerpen:
(a) de totstandkoming van de gestelde overeenkomst tussen Logfret en NYK Line (Benelux);
(b) de aard en inhoud van zodanige overeenkomst;
(c) de uitleg van zodanige overeenkomst.
4.3 Voor het geval een der partijen ter terechtzitting een schriftelijke verklaring van een eventueel door haar voor te dragen getuige wenst over te leggen, wijst de rechtbank partijen erop dat haar voorkeur uitgaat naar ondertekende getuigenverklaringen die in aanwezigheid van de advocaten van beide partijen tot stand zijn gekomen met inachtneming van de Regeling Inzake Kantoorverklaringen, vastgesteld op 15 januari 2004 door de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten in het Arrondissement Rotterdam.
Hetzelfde geldt ten aanzien van reeds in het geding gebrachte verklaringen.
4.4 Ter comparitie zal niet de gelegenheid worden geboden om te pleiten, waarbij onder pleiten wordt verstaan het juridisch beargumenteren van de zaak aan de hand van een voorbereide pleitnotitie.
Dit laat onverlet dat het ieder van partijen vrij staat – gelet op hetgeen de andere partij naar voren heeft gebracht of aan schriftelijke stukken in het geding heeft gebracht dan wel naar aanleiding van dit tussenvonnis – tot twee weken voorafgaande aan de terechtzitting het juridische standpunt bondig samen te vatten en deze samenvatting aan de wederpartij en de rechtbank toe te zenden.
Uiteraard zal ter terechtzitting gelegenheid worden geboden het juridische standpunt toe te lichten.
4.5 Alle bescheiden waarop een partij zich ter terechtzitting wenst te beroepen, waaronder mede begrepen de hierboven bedoelde getuigenverklaringen en samenvattingen, dienen uiterlijk twee weken vóór de terechtzitting aan de rechtbank en aan de wederpartij te worden toegezonden.
4.6 Indien een partij verhinderd is op de hieronder vermelde datum, dient deze dat binnen twee weken na uitspraak van dit vonnis schriftelijk te melden aan de griffie van de rechtbank - sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E 12.43, postbus 50954, 3007 BR Rotterdam; faxnummer 010 297 2518 - en daarbij opgave te doen van de verhinderdata van beide partijen voor de komende drie maanden.
5 De beslissing
De rechtbank,
in het bevoegdheidsincident
wijst het beroep op de onbevoegdheid van deze rechtbank af;
veroordeelt NYK Line (Benelux) in de aan de zijde van Logfret gevallen proceskosten, tot deze uitspraak bepaald op nihil aan verschotten en op € 452,- aan salaris voor de advocaat;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
alvorens verder te beslissen;
beveelt partijen, deugdelijk vertegenwoordigd door een of meer personen die van de zaak op de hoogte en tot het treffen van een schikking bevoegd is c.q. zijn, vergezeld door hun raadslieden te verschijnen in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr. W.P. Sprenger, op donderdag 27 januari 2011 van 15.00 uur tot 17.00 uur tot het geven van inlichtingen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten eens kunnen worden;
beveelt dat partijen de hiervoor bedoelde bescheiden uiterlijk twee weken vóór de terechtzitting aan de rechtbank - sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, postbus 50954, 3007 BR Rotterdam; faxnummer 010 297 2518 - en aan de wederpartij zullen toezenden.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P. Sprenger en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2010.
1295/1928