Zaak-/rolnummer: 243902 / HA ZA 05-2239
Uitspraak: 15 september 2010
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in conventie],
gevestigd te Moerdijk,
eiseres in conventie,
verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. D.J.R.M. Braakenburg,
1. de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
GABONA COMPANY LTD.,
gevestigd te Budapest, Hongarije,
2. de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
GABONA PROTEIN LTD.,
gevestigd te Budapest, Hongarije,
gedaagden in conventie,
eiseressen in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. J.F. van der Stelt.
Partijen worden hierna aangeduid als "[eiseres in conventie]" respectievelijk "Gabona Company" en "Gabona Protein". Waar gedaagden in conventie gezamenlijk worden bedoeld, worden zij aangeduid als "Gabona c.s."
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 2 juni 2005 en de door [eiseres in conventie] overgelegde producties;
- akte overlegging producties d.d. 10 augustus 2005 van de zijde van [eiseres in conventie];
- conclusie van antwoord in conventie, tevens voorwaardelijke conclusie van eis in
reconventie, met producties;
- conclusie van repliek in conventie, tevens voorwaardelijke conclusie van antwoord in
reconventie, met productie;
- conclusie van dupliek in conventie, tevens voorwaardelijke conclusie van repliek in
reconventie, met producties;
- voorwaardelijke conclusie van dupliek in reconventie, met producties.
2. De vaststaande feiten in conventie en in reconventie
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast.
2.1 Op 8 april 2003 hebben [eiseres in conventie] en Gabona Company een transportovereenkomst (hierna: ‘Rapeseedcontract’) gesloten met betrekking tot het transport van koolzaad per binnenvaartschip vanuit Budapest, Hongarije, naar diverse Europese havens.
2.2 Op 5 mei 2003 hebben [eiseres in conventie] en Gabona Company eveneens een transportovereenkomst (hierna: ‘Sunflowerseed’) gesloten met betrekking tot het transport van zonnebloempitten per binnenvaartschip vanuit Budapest, Hongarije, naar diverse Europese havens.
2.3 In beide overeenkomsten zijn, onder meer, de volgende bepalingen opgenomen:
“(…)
That all logistic, with regard to the transport of Rapeseed commencing July 1 2003 up to and including August 2003 will be controlled by the transporter under the following terms and conditions:
(…)
Demurrage (load): In accordance with German Law 1994
Contractor can accept transporter’s demurrage invoices against
“Statement of Facts” (with original stamp and signature of the port)
and laytime calculation.
Demurrage (discharge): Dutch destinations : In accordance with Dutch Law
Belgian destinations : In accordance with Belgian Law
German destinations: In accordance with German Law ’94
Contractor can accept transporter’s demurrage invoices against
“Statement of Facts” (with original stamp and signature of the port)
and laytime calculation.
Low water surcharge: a surcharge of € 1,- for every 10 cm. to apply based on Pegel Kaub 1.21 mtr.
under 0.91 mtr. “freie vereinbarung”
The surcharge to be calculated over the lowest “Pegel”level determined from the moment vessels passing Kostheim till arrival destination.
a surcharge of € 1.00 for every 10 cm to apply based on Pegel Pfelling 3.01 mtr. under 2.61 mtr. “freie vereinbarung”
The surcharge to be calculated over the lowest “pegel”level
determined from the moment the vessels loading is ordered till passing Regensburg.
(…)
Performance: Passage time between Budapest and dischargeports to be performed within
max. 35 consecutive days (free shipping provided).
Destinations Leer and Hamm to be performed within 40 consecutive days.
€ 0,25 mt/day to be paid by the transporter if this period is exceeded.
(…)
Conditions: All other conditions to be accordance with the international “Verlade- und Transportbedingungen” for inland shipping (I.V.T.B.)
(…)
Parties intend to sttle [rb.:settle] dispute in connection with this contract in a peaceful way, should
this attempt fail the dispute shall be submitted in Holland in accordance with Dutch Law. (…)”.
3. De vordering in conventie
De gewijzigde vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- Gabona Company te veroordelen om aan [eiseres in conventie] te betalen een bedrag van € 93.931,22, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf 14 dagen na factuurdagen en kosten;
- Gabona Protein te veroordelen om aan [eiseres in conventie] te betalen een bedrag van € 113.722,40, vermeerderd met rente en kosten;
- Gabona c.s. te veroordelen in de kosten van de procedure.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [eiseres in conventie] aan de vordering, verkort weergegeven, de volgende stellingen ten grondslag gelegd.
de vordering jegens Gabona Company
3.1 [eiseres in conventie] heeft in opdracht van Gabon Company vervoerswerkzaamheden verricht.
Op de met Gabona Company gesloten vervoerovereenkomsten zijn de ‘Verlade- und Transportbedingungen’ van toepassing verklaard.
3.2 Gabona Company is, ondanks sommaties, in verzuim gebleven met de betaling van de navolgende factuurbedragen:
Factuur 30 april 2003 nr. 204312 € 1.004,64
Factuur 30 september 2003 nr. 204697 € 3.503,92
Factuur 9 oktober 2003 nr. 204698 € 7.468,36
Factuur 30 november 2003 nr. 204893 € 13.685,41
Factuur 17 december 2003 nr. 204896 € 12.272,19
Factuur 17 december 2003 nr. 204897 € 10.101,57
Factuur 31 augustus 2004 nr. 205535 € 18.345,13 +
3.3 Op de bevrachtingen waarop de facturen nr. 204893, nr. 204896 en nr. 204897 betrekking hebben, hebben partijen de bepalingen van de zogenaamde ‘freie Vereinbarung’ van toepassing verklaard, hetgeen betekent dat [eiseres in conventie] de voor haar geldende marktprijzen in rekening mag brengen.
3.4 Gabona Company is vanaf 19 oktober 2004, zijnde de datum waarop zij in verzuim is gekomen, de contractuele dan wel wettelijke rente verschuldigd over de openstaande bedragen.
3.5 [eiseres in conventie] is door de weigering van Gabona Company om aan haar betalings-verplichtingen te voldoen genoodzaakt geweest om buitengerechtelijke kosten te maken, welke kosten Gabona Company dient te vergoeden, nu de kosten redelijk zijn en naar redelijkheid zijn gemaakt. De buitengerechtelijke kosten dienen te worden begroot op twee punten conform het liquidatietarief, derhalve op een bedrag van € 1.542,-.
de vordering jegens Gabona Protein
3.6 Gabona Protein heeft in 2003 30.942 ton soyaproducten minder dan in het tussen partijen terzake gesloten transportcontract was overeengekomen aangeboden en in 2004 20.750 ton minder. Gabona Protein is derhalve toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen en schadeplichtig. De schade bedraagt € 2,20 per niet vervoerde ton, derhalve in totaal € 113.722,40 (51.692 ton maal € 2,20).
Daarnaast is Gabona Protein gehouden om de door [eiseres in conventie] in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke kosten te vergoeden, die moeten worden begroot op twee punten conform het liquidatietarief, derhalve op een bedrag van € 1.542,-.
4. Het verweer in conventie
Het verweer strekt tot afwijzing van de vorderingen op Gabona c.s., althans tot verrekening van de (mogelijke) vorderingen van [eiseres in conventie] op Gabona Company met vorderingen van Gabona Company op [eiseres in conventie] en tot het vaststellen van een resterend saldo dat, indien in het voordeel van [eiseres in conventie] alsdan als in eerste instantie verschuldigd vast zal komen te staan en - indien het resteert in een saldo te betalen aan Gabona Company – tot het vaststellen van datzelfde bedrag als opeisbaar door Gabona Company op [eiseres in conventie], met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van [eiseres in conventie] in de kosten van het geding.
Gabona c.s. heeft daartoe, verkort weergegeven, het volgende aangevoerd.
ten aanzien van de vordering jegens Gabona Company
4.1 Gabona c.s. betwist gemotiveerd de hoogte en/of verschuldigdheid van de door [eiseres in conventie] gevorderde facturen. Op haar stellingen wordt hierna bij de beoordeling nader ingegaan.
4.2 De ingangsdatum van de wettelijke rente wordt betwist, nu niet alle factuurbedragen opeisbaar zijn en overigens de wettelijke rente pas na sommatie verschuldigd is.
4.3 Er zijn geen buitengerechtelijke kosten verschuldigd, nu - kort gezegd - gelet op de betwistingen van de ingestelde vordering niet veel overblijft en nu de inschakeling van een raadsman, gezien de bereidwilligheid van Gabona Company om de zaak buiten rechte te regelen, niet redelijk is.
ten aanzien van de vordering jegens Gabona Protein
4.4 [eiseres in conventie] is niet-ontvankelijk in haar vordering jegens Gabona Protein, nu partijen dit geschil reeds in der minne hebben geregeld. Overeengekomen is dat Gabona Protein aan
[eiseres in conventie] € 30.224,- zou betalen ter finale kwijting, hetgeen zij heeft gedaan.
5. De vordering in (voorwaardelijke) reconventie
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [eiseres in conventie] te veroordelen om aan Gabona Company te vergoeden het bedrag dat, al dan niet na verrekening, Gabona Company te vorderen heeft van [eiseres in conventie] als volgende uit de procedure in conventie, alsmede [eiseres in conventie] te veroordelen om aan Gabona Company te betalen de schade als op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met en kosten.
Aan deze vordering heeft Gabona Company naast hetgeen in conventie als verweer is aangevoerd, de volgende stellingen, verkort weergegeven, ten grondslag gelegd.
5.1 Indien en voor zover er in conventie blijkt dat Gabona Company enig bedrag te vorderen heeft van [eiseres in conventie] en indien en voor zover dit bedrag niet door verrekening in conventie teniet is gegaan, maakt Gabona Company aanspraak op betaling van dit bedrag.
5.2 Voornoemd bedrag is thans nog niet geheel te berekenen, gezien de mogelijke weren en andere feiten of rechtsgronden of calculaties, zodat dit bedrag dient te worden vastgesteld in een hierna te entameren schadestaatprocedure.
6. Het verweer in reconventie
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Gabona Company in de kosten van het geding.
Naast hetgeen [eiseres in conventie] in conventie heeft betoogd, heeft zij daartoe het volgende, verkort weergegeven, aangevoerd.
6.1 De reconventionele vordering zoals door Gabona Company is geformuleerd is dermate vaag dat daaraan voorbij dient te worden gegaan
6.2 Er is geen sprake van enige vordering van Gabona Company op [eiseres in conventie].
7.1 Wegens het internationale karakter van het geschil, dient eerst te worden onderzocht of deze rechtbank bevoegd is om van de vordering van [eiseres in conventie] kennis te nemen en, zo ja, aan de hand van welk rechtstelsel de vordering van [eiseres in conventie] moet worden beoordeeld.
[eiseres in conventie] vordert betaling van vracht terzake van goederenvervoer over binnenwateren vanuit Hongarije naar (onder meer) Nederland.
De vraag naar de bevoegdheid van deze rechtbank dient derhalve te worden beoordeeld aan de hand van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: Brussel I-Vo), nu Gabona c.s. woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat en het geschil binnen het toepassingsgebied van deze Verordening valt.
Nog daargelaten dat uit de door partijen overgelegde transportovereenkomsten blijkt dat partijen een forumkeuze voor de Nederlandse rechter (en overigens ook een rechtskeuze voor Nederlands recht) hebben gemaakt, is deze rechtbank bevoegd tot kennisneming van de ingestelde vordering, nu Gabona c.s. voor de onderhavige rechtbank is verschenen zonder beroep te doen op onbevoegdheid van deze rechtbank en daarmee stilzwijgend de bevoegdheid van deze rechtbank heeft aanvaard in de zin van artikel 24 Brussel I-Vo.
7.2 Gelet op het debat tussen partijen en het feit dat beide partijen refereren aan Nederlandse wetsartikelen, bezien tegen de achtergrond dat partijen in de onderliggende overeenkomsten steeds een rechtskeuze voor Nederlands recht hebben gedaan (waarover zij zich niet expliciet hebben uitgelaten), begrijpt de rechtbank dat partijen Nederlands recht op hun rechtsverhoudingen van toepassing wensen. Mitsdien zal de rechtbank de vordering van
[eiseres in conventie] aan de hand van Nederlands recht beoordelen.
de vordering jegens Gabona Company
7.3 [eiseres in conventie] heeft haar eis jegens Gabona Company bij conclusie van repliek gewijzigd in die zin dat zij thans over de door haar gevorderde bedragen de wettelijke handelsrente vanaf veertien dagen na factuurdatum vordert in plaats van de aanvankelijk gevorderde wettelijke handelsrente vanaf 19 oktober 2004.
Nu 130 Rv. hiertoe de mogelijkheid biedt en Gabona Company hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt, zal de rechtbank recht doen op de aldus gewijzigde eis.
7.4 Gabona Company heeft bij conclusie van dupliek ten verwere aangevoerd dat op 1 juli 2003 Gabona Company zowel het Rapeseedcontract als het Sunflowerseedcontract heeft overgedragen aan Gabona Ltd. en dat hiervan mededeling is gedaan aan [eiseres in conventie], zodat
[eiseres in conventie] niet-ontvankelijk is in alle vorderingen die betrekking hebben op contracten na 1 juli 2003.
De rechtbank gaat aan dit verweer voorbij, nu Gabona dit verweer eerst bij conclusie van dupliek en derhalve tardief voert, waardoor [eiseres in conventie] niet meer in de gelegenheid is hierop te reageren, hetgeen in strijd met de goede procesorde is.
7.5 [eiseres in conventie] vordert betaling van openstaande facturen als bedoeld onder 3.2.
De rechtbank zal per factuur op de stellingen van partijen ingaan en de gegrondheid van de onderliggende vordering beoordelen. Daarbij verdient allereerst opmerking dat de data vermeld op de als productie 1 t/m 7 bij dagvaarding overgelegde facturen in een aantal gevallen afwijken van de data die partijen in hun processtukken noemen. Hieronder zal de rechtbank uitgaan van de door partijen gehanteerde datumaanduiding.
Factuur 30 april 2003 nr. 204312 € 1.004,64
7.6 Deze factuur ziet blijkens haar omschrijving op ‘Demurrage on discharging at Rotterdam’ (overliggeld). Gabona Company heeft met betrekking tot bovenstaande factuur aanvankelijk ten verwere aangevoerd dat zij uit hoofde van de terzake tussen partijen gesloten transportovereenkomst pas gehouden is tot betaling, nadat [eiseres in conventie] een
‘statement of facts’ - voorzien van een origineel stempel en handtekening van de haven - en een ‘lay time calculation’ heeft overgelegd. Bij dupliek heeft Gabona Company aangevoerd dat uit een door de vervoerder en ontvanger getekende ‘statement of facts’ de gegevens volgen die een juiste ‘laytime calculation’ en de controle daarvan mogelijk maken en dat zij op basis van de door [eiseres in conventie] verstrekte bescheiden (uitlosbewijs en overliggeldberekening) de juistheid van het factuurbedrag niet kan controleren.
De rechtbank leidt hieruit af dat Gabona Company niet langer een ‘signature of port’ eist, maar wel een door vervoerder en ontvanger ondertekende statement of facts.
7.7 Niet in geschil is dat ingevolge de overeenkomst de door Gabona Company aangegeven formaliteiten moeten worden nageleefd om betaling te kunnen verkrijgen. [eiseres in conventie] heeft in reactie op het verweer van Gabona Company gesteld dat de voorgeschreven formaliteiten uitsluitend ten doel hebben de gegrondheid van de vordering te kunnen controleren en dat Gabona Company zich ten onrechte op formaliteiten beroept. [eiseres in conventie] heeft ter staving van het factuurbedrag een uitlosbewijs en overliggeldberekening aan Gabona Company doen toekomen. Met Gabona Company is de rechtbank van oordeel dat uit deze bescheiden - noch op zichzelf noch in onderling verband bezien - de juistheid van het factuurbedrag dan wel de verschuldigdheid van de vordering blijkt.
Uit het uitlosbewijs blijkt dat deze betrekking heeft op het lossen van het schip Ursula Klaus en het schip LD 40, terwijl op de betreffende factuur bij ‘schip’ staat vermeld ‘IDUNA-Molewijk G.’, hetgeen niet correspondeert met de namen op de uitlosbewijzen. De juistheid van de stellingen van [eiseres in conventie] kan evenmin worden afgeleid uit de overgelegde overliggeldberekening, nu dit een door [eiseres in conventie] zelf opgesteld lijstje betreft zonder enige aanknopingspunten voor de juistheid daarvan of onderliggende bescheiden.
Na de gemotiveerde betwisting door Gabona Company, had het op de weg van [eiseres in conventie] gelegen om haar vordering inzichtelijk te maken, hetgeen zij niet heeft gedaan. De aan deze factuur ten grondslag liggende vordering wordt derhalve, als onvoldoende onderbouwd, afgewezen.
Factuur 30 september 2003 nr. 204697 € 3.503,92, alsmede
factuur 9 oktober 2003 nr. 204698 € 7.468,36
7.8 Gabona Company heeft ten verwere aangevoerd dat zij factuur nr. 204698 d.d. 9 oktober 2003 ten bedrage van € 17.468,36 op 29 oktober 2003 heeft betaald en dat het bij factuur nr. 204697 d.d. 30 september 2003 gevorderde bedrag van € 3.503,92 reeds is begrepen in de door Gabona Company betaalde factuur nr. 204629 ad € 18.715,89. Daarnaast heeft Gabona Company ten verwere aangevoerd dat zij beide vorderingen heeft verrekend met eigen facturen van Gabona Company op [eiseres in conventie] (facturen Veka/Deka 3-0004 en Veka/Deka 3-0002 wegens tardief leveren), zodat zij per saldo dubbel aan [eiseres in conventie] heeft betaald.
7.9 Wat betreft het beroep op verrekening oordeelt de rechtbank reeds thans dat dit beroep zal worden afgewezen op de voet van artikel 6:136 BW, nu de gegrondheid van de vordering van Gabona Company niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld. Teneinde de juistheid van de door Gabona Company gestelde tegenvorderingen terzake van - kort gezegd - tardief leveren te kunnen beoordelen, komt het immers niet alleen aan op de uitleg van de tussen partijen gesloten overeenkomst, maar dient ook te worden onderzocht of partijen de zogenaamde Verlade- und Transportbedingungen (waarop [eiseres in conventie] zich ten verwere beroept) zijn overeengekomen en wat de strekking is van deze bepalingen.
7.10 Wat betreft het beroep op betaling, geldt dat het op de weg van Gabona Company ligt om de juistheid van haar stellingen terzake aan te tonen, nu zij zich op het rechtsgevolg hiervan beroept. Derhalve zal Gabona Company in de gelegenheid worden gesteld aan te tonen dat zij factuur nr. 204698 d.d. 9 oktober 2003 ten bedrage van € 17.468,36 op 29 oktober 2003 volledig heeft betaald. Ten aanzien van factuur nr. 204697 d.d. 30 september 2003 ad € 3.503,92 overweegt de rechtbank dat, gelet op de omschrijving op de factuur, de factuur betrekking heeft op vervoer van een lading van 500,560 ton sunflowerseed van Dunaujvaros Dunaferr/Portolan naar Amsterdam op 26-09-2003 tegen een totaalbedrag van € 3.503,92, en dat dit overeenstemt met de omschrijving bij het bij factuur van 26 september 2003 eveneens gefactureerde bedrag van € 3.503,92. [eiseres in conventie] heeft ter verklaring aangevoerd dat de factuur van 26 september 2003 een voorschotfactuur betreft en dat deze evenmin door Gabona Company is voldaan. Nu Gabona Company heeft aangevoerd dat zij het betreffende bedrag reeds heeft voldaan door betaling van de (voorschot)factuur van 26 september 2003, waarin het bedrag reeds is begrepen, zal zij worden toegelaten haar standpunt terzake te bewijzen.
Factuur 30 november 2003 nr. 204893 € 13.685,41, alsmede
Factuur 17 december 2003 nr. 204896 € 12.272,19, alsmede
Factuur 17 december 2003 nr. 204897 € 10.101,57
7.11 Gabona Company heeft ten verwere tegen bovenstaande vorderingen aangevoerd dat
[eiseres in conventie] op de bevrachtingen waarop de facturen nr. 204893 (d.d. 30 november 2003), nr. 204896 (d.d. 17 december 2003) en nr. 204897 (d.d. 17 december 2003) betrekking hebben het ‘freie Vereinbarung’-tarief heeft toegepast en dat [eiseres in conventie] hiertoe niet gerechtigd was.
Dit verweer faalt. In beide transportcontracten is de navolgende bepaling opgenomen:
“Low water surcharge: a surcharge of € 1,- for every 10 cm. to apply based on Pegel Kaub 1.21 mtr.
under 0.91 mtr. “freie vereinbarung”
The surcharge to be calculated over the lowest “Pegel”level determined from the moment vessels passing Kostheim till arrival destination.
a surcharge of € 1.00 for every 10 cm to apply based on Pegel Pfelling 3.01 mtr. under 2.61 mtr. “freie vereinbarung”
The surcharge to be calculated over the lowest “pegel”level determined from the moment the vessels loading is ordered till passing Regensburg.”
Hieruit volgt dat partijen het freie Vereinbarung-tarief zijn overeengekomen bij een Pegel Kaub van minder dan 91 cm. Nu Gabona Company de op de facturen weergegeven Pegel Kaubstanden niet heeft bestreden en deze standen respectievelijk 0,79 mtr., 0,87 mtr. en 0,89 mtr. bedroegen, geldt met betrekking tot deze transporten het freie Vereinbarungstarief.
Gabona Company heeft voorts nog ten verwere aangevoerd dat de in rekening gebrachte tarieven noch marktconform noch redelijk zijn, maar zij heeft dit verweer nauwelijks toegelicht. Vooropgesteld dient te worden dat het enkele verweer dat de tarieven niet marktconform of redelijk zijn, Gabona Company niet ontslaat van haar eventuele betalingsverplichting terzake, nu Gabona Company zelf heeft ingestemd met de tarifering. Tegen deze achtergrond bezien mocht van Gabona Company dan ook worden verwacht dat zij dit verweer dermate zou concretiseren en met name de gestelde onredelijkheid zou onderbouwen, dat – indien bewezen – hieruit slechts de conclusie zou kunnen volgen dat handhaving van het overeengekomen tarief in strijd met de redelijkheid en billijkheid is. Het enkele wijzen op een elders geldend lager tarief is daartoe ontoereikend. Het verweer faalt derhalve als onvoldoende onderbouwd.
Tot slot heeft Gabona Company aangevoerd dat de in de facturen opgenomen toeslagen voor de waterstand berekend moeten worden op de watertoeslag, welke bedragen veel lager zijn dan thans gefactureerd. Dit verweer faalt eveneens, nu dit in strijd is met de hierboven weergegeven bepaling in de overeenkomst waarin is opgenomen dat de laagwatertoeslag van € 1,- per 10 cm. geldt voor Pegel Kaub 1.21 en 0,91 mtr. en voor Pegel Pfelling 3.01 mtr. tot 2.61 mtr. Onder 0.91 mtr. Pegel Kaub en onder 2.61 mtr. Pegel Pfelling geldt dit tarief niet, maar geldt het freie Vereinbarung-tarief.
De aan deze facturen ten grondslag liggende vorderingen zijn derhalve toewijsbaar.
Factuur 31 augustus 2004 nr. 205535 € 18.345,13
7.12 Bovengenoemde factuur ziet op overliggeld. De rechtbank begrijpt het verweer van Gabona Company aldus, dat zij aanvoert dat bij de berekening van het verschuldigde overliggeld uitgegaan is van een onjuist tarief, omdat kennelijk ingeval de lichter een capaciteit van 500 m2 heeft minder overliggeld is verschuldigd.
Gabona Company heeft aangegeven dat bij een capaciteit van 500 m2 de berekening uitkomt op € 9.711,- en ingeval het draagvermogen niet de veronderstelde 5.000 ton maar 3.882 ton is een liggeld van € 1.099,- per dag geldt, zodat in totaal het liggeld een bedrag van € 8.572,20 behelst.
Niet in geschil is dat ter zake van het betreffende transport 7,8 ligdagen door Gabona Company dienen te worden betaald. Gabona Company betwist weliswaar de hoogte van het gehanteerde tarief, maar uit het verweer vloeit voort dat zij in elk geval minimaal een bedrag van € 8.572,20 erkent. Dit deel van de vordering is dan ook toewijsbaar. Nu Gabona Company gemotiveerd de hoogte van het (overstijgende) bedrag heeft betwist, zal [eiseres in conventie], die zich op het rechtsgevolg ervan beroept, worden opgedragen tot het bewijs dat voor de betreffende lichter het in rekening gebrachte tarief geldt.
overige vorderingen jegens Gabona Company:
7.13 [eiseres in conventie] heeft, nadat Gabona Company de verschuldigdheid van de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten gemotiveerd had betwist, haar vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten niet nader onderbouwd, zodat deze vordering als onvoldoende gemotiveerd zal worden afgewezen.
7.14 Over de toegewezen factuurbedragen is ingevolge artikel 6:119a BW de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de vervaldata der facturen (zijnde veertien dagen na factuurdatum) verschuldigd, zodat deze te zijner tijd zal worden toegewezen.
de vordering jegens Gabona Protein
7.15 [eiseres in conventie] heeft bij conclusie van repliek bevestigd dat na dagvaarding van 2 juni 2005
[eiseres in conventie] en Gabona Protein een minnelijke regeling hebben getroffen tegen finale kwijting, zodat die procedure kan worden doorgehaald. De rechtbank zal overeenkomstig dit eensluidend verzoek beslissen en te zijner tijd de procedure doorhalen met veroordeling van elke partij in eigen kosten.
in conventie en in reconventie
7.16 In afwachting van de bewijsleveringen houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
alvorens verder te beslissen,
draagt Gabona Company op het bewijs dat zij factuur nr. 204698 d.d. 9 oktober 2003 ten bedrage van € 17.468,36 op 29 oktober 2003 volledig heeft betaald;
draagt Gabona Company op het bewijs dat zij het bij factuur nr. 204697 d.d. 30 september 2003 gefactureerde bedrag van € 3.503,92 heeft voldaan, al dan niet door volledige betaling van de ten processe bedoelde voorschotfactuur van 26 september 2003;
draagt [eiseres in conventie] op het bewijs dat het betaalde overliggeld voor het overliggen te Mannheim, Duitsland, van de lichter Janna Maria 2 (gefactureerd bij factuur nr. 205535 d.d. 31 augustus 2004) € 18.345,13 bedraagt;
bepaalt dat indien partijen dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr. M.V. Scheffers;
bepaalt dat de advocaat van [eiseres in conventie] binnen twee weken na vonnisdatum aan de rechtbank - sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E 12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam - opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in de maanden oktober, november en december 2010 en dat de advocaat van Gabona Company binnen dezelfde termijn opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in dezelfde periode, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald;
bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Scheffers.
Uitgesproken in het openbaar.
1182/1278