ECLI:NL:RBROT:2010:BO2404
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale handelskoop en toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag in een geschil tussen Frihol en The Greenery
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Frihol Champignon Vertriebs GmbH en The Greenery B.V. over de uitvoering van een Samenwerkingsovereenkomst die op 27 december 2006 is gesloten. De rechtbank heeft op 29 september 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, waarin zowel conventionele als reconventionele vorderingen aan de orde zijn. Frihol vorderde onder andere betaling van een marketingbijdrage van 3% op basis van de gerealiseerde omzet, terwijl The Greenery in reconventie betaling vorderde voor geleverde paddenstoelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van Frihol onvoldoende gemotiveerd zijn en heeft deze afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de Samenwerkingsovereenkomst het nauwst verbonden is met Duitsland, aangezien Frihol daar is gevestigd en de samenwerking zich richtte op de Duitse markt. De rechtbank heeft ook de toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag (CISG) vastgesteld, omdat beide partijen in verschillende staten zijn gevestigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de algemene voorwaarden van The Greenery niet van toepassing zijn, omdat Frihol niet op de hoogte was van deze voorwaarden. De vorderingen van The Greenery zijn toegewezen, en Frihol is veroordeeld in de proceskosten.